direct naar inhoud van Artikel 26 Recreatie - Verblijfsrecreatie - 2
Plan: Buitengebied Roerdalen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1669.BPBUITENGEBIED2012-VG02

Artikel 26 Recreatie - Verblijfsrecreatie - 2

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een camping met kampeermiddelen en bijbehorende bebouwing en voorziening;
  • b. wonen, mits de bouw van een bedrijfswoning is toegestaan;
  • c. voorzieningen, zoals erven, tuinen, speelvoorzieningen, groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, recreatieve paden, toegangswegen, bankjes en ander parkmeubilair;
  • d. de in tabel 26.1 vermelde toegestane nevenfuncties.

Tabel 26.1

nevenfunctie   maximaal aantal m²  
  gronden in gebruik voor nevenfunctie   bebouwing in gebruik voor nevenfunctie  
beroep-aan-huis   -   max. 1/3 van de woning en bijbehorende bouwwerken  

- = niet van toepassing

26.2 Bouwregels
  • a. gebouwen voor centrale recreatieve voorzieningen (niet zijnde stacaravans en trekkershutten), beheer/onderhoud en sanitair zijn uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming toegestaan;
  • b. de totale oppervlakte aan bebouwing bedraagt niet meer dan aangegeven door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage';
  • c. kampeermiddelen dienen uitsluitend vrijstaand of twee aaneengeschakeld te worden;
  • d. de lengte van 2 aaneengeschakelde kampeermiddelen bedraagt ten hoogste 12 m;
  • e. de breedte van 2 aaneengeschakelde kampeermiddelen bedraagt ten hoogste 4,5 m;
  • f. de hoogte van 2 aaneengeschakelde kampeermiddelen bedraagt ten hoogste 3,4 m;
  • g. tevens geldt het bepaalde in tabel 26.2.

Tabel 26.2

  max. aantal   max. inhoud/oppervlakte   max. goothoogte   max. bouwhoogte  
bedrijfswoning   1   1.000 m³   6 m   9 m  
bijbehorende bouwwerken   -   100 m²   3,5 m   6,5 m  
gebouwen voor beheer, centrale voorzieningen, onderhoud en sanitair   -   -   5 m   7 m  
kampeermiddelen   303*) in totaal   -   -   -  
trekkershutten   2 in totaal   50 m²   3 m   5 m  
bijbehorende bouwwerken behorende bij jaarplaatsen   1 per jaarplaats   6 m²   -   3 m  
speeltoestellen en lichtmasten   -   -   -   5 m  
vlaggenmasten   -   -   -   8 m  
erf- en terreinafscheidingen binnen bouwvlak   -   -   -   2 m  
erf- en terreinafscheidingen buiten bouwvlak   -   -   -   1,2 m  

*) waarvan ten hoogste 248 jaarkampeerplaatsen

- = niet van toepassing

26.3 Afwijken van de bouwregels
26.3.1 Ten behoeve van uitbreiding van de bebouwing

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 26.2 onder g teneinde de oppervlakte van bedrijfsbebouwing uit te breiden, met inachtneming van het volgende:

  • a. wijziging van de begrenzing van het bouwvlak is alleen toelaatbaar, voor zover een doelmatige bedrijfsvoering dit noodzakelijk maakt;
  • b. de noodzaak tot uitbreiding dient aangetoond te worden door middel van een bedrijfsplan waarbij tevens moet worden aangetoond waarom sloop en herbouw van bedrijfsgebouwen niet tot de mogelijkheden behoort;
  • c. uitbreiding dient plaats te vinden binnen het bestaande bouwvlak;
  • d. de verkeersaantrekkende werking mag niet onevenredig toenemen;
  • e. parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden;
  • f. de uitbreiding dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
  • g. er dient voldaan te worden aan de eisen die zijn gesteld in de in bijlage 4 opgenomen uitwerking van het kwaliteitsmenu.

26.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruiken en laten gebruiken van gronden en bouwwerken geldt de volgende regel:

  • a. kleinschalige horeca en detailhandel is toegestaan als ondergeschikte functie met een oppervlakte van ten hoogste 100 m² die ten dienste staat van de bestemming;
  • b. de onderlinge afstand tussen kampeermiddelen bedraagt ten minste 5 m, met dien verstande dat deze afstand niet van toepassing is voor kampeermiddelen die aaneengeschakeld zijn.

26.5 Afwijken van de gebruiksregels
26.5.1 Ten behoeve van de onderlinge afstand

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 26.4 onder b ten einde de onderlinge afstand van 5 m tussen twee aaneengeschakelde kampeermiddelen te verkleinen, met inachtneming van het volgende:

  • a. kampeermiddelen dienen ten tijde van de inwerkingtreding van het plan op minder dan 5 m geplaatst te zijn;
  • b. de weerstand tegen brandoverslag bedraagt ten hoogste 30 minuten;
  • c. er dient een positief advies van de brandweer afgeven te worden.

26.6 Wijzigingsbevoegdheid
26.6.1 Ten behoeve van vormverandering bouwvlak

Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van gronden met de bestemming Recreatie - Verblijfsrecreatie - 2 zodanig wijzigen dat dat vormverandering van bouwvlakken is toegestaan, met inachtneming van het volgende:

  • a. vormverandering van het bouwvlak is alleen toelaatbaar, voor zover een doelmatige bedrijfsvoering dit noodzakelijk maakt;
  • b. de omvang van het bouwvlak mag niet worden vergroot;
  • c. nabijgelegen bedrijven en functies mogen door de verandering niet onevenredig worden belemmerd/gehinderd;
  • d. de vormverandering van het bouwvlak dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
  • e. de wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische en visueel-landschappelijke waarden zoals genoemd in de bestemming Agrarisch met waarden - Landschapswaarden - 1, Agrarisch met waarden - Landschapswaarden - 2 of Agrarisch met waarden - Natuur en Landschapswaarden mits grenzend aan deze bestemming(en);
  • f. er dient voldaan te worden aan de eisen die zijn gesteld in de in bijlage 4 opgenomen uitwerking van het kwaliteitsmenu.

26.6.2 Ten behoeve van bouwvlakvergroting

Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van gronden met de bestemming Recreatie - Verblijfsrecreatie - 2 zodanig wijzigen dat het vergroten van een bouwvlak is toegestaan, met inachtneming van het volgende:

  • a. de vergroting dient noodzakelijk te zijn vanwege een voorgenomen vergroting om bedrijfseconomische dan wel andere bedrijfsomstandigheden van het op het te wijzigen bouwvlak gevestigde bedrijf;
  • b. de noodzaak tot uitbreiding dient aangetoond te worden door middel van een bedrijfsplan waarbij tevens moet worden aangetoond waarom sloop en herbouw van bedrijfsgebouwen niet tot de mogelijkheden behoort;
  • c. ten aanzien van de oppervlakte aan bebouwing zijn de regels zoals opgenomen in lid 26.2 overeenkomstig van toepassing, met dien verstande dat dit oppervlak met ten hoogste 10% vergroot mag worden;
  • d. nabijgelegen bedrijven en functies mogen door de verandering niet onevenredig worden belemmerd/gehinderd;
  • e. de vergroting van het bouwvlak dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
  • f. parkeren dient binnen het bouwvlak plaats te vinden;
  • g. de wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische en visueel-landschappelijke waarden zoals genoemd in de bestemming Agrarisch met waarden - Landschapswaarden - 1, Agrarisch met waarden - Landschapswaarden - 2 of Agrarisch met waarden - Natuur en Landschapswaarden mits grenzend aan deze bestemming(en);
  • h. er dient voldaan te worden aan de eisen die zijn gesteld in de in bijlage 4 opgenomen uitwerking van het kwaliteitsmenu.