direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Stedelijk gebied, veegplan 2019
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1667.BPGveeg-VAST

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

Voorliggend rapport betreft het bestemmingsplan "Stedelijk gebied, veegplan 2019" van de gemeente Reusel-De Mierden.

1.1 Aanleiding en doel

Voor een tiental locaties binnen de gemeente Reusel-De Mierden is het gewenst dat een herziening van de geldende bestemmingsplannen wordt vastgesteld. Het betreffen de volgende tien locaties:

  • 1. Leijenstraat, Reusel; realisatie van 1 woning plus bijgebouw
  • 2. Schoolstraat 31-33, Reusel; realisatie van 7 extra woningen
  • 3. Dorpsplein 11, Lage Mierde; juridisch planologisch mogelijk maken van 2 extra woningen
  • 4. Kleine Hassel/Klaverbosch, Lage Mierde; bestemmingswijziging van gronden
  • 5. Molenberg 56, Reusel; terugbrengen bouwtitel voor 1 extra woning
  • 6. Wilhelminalaan tussen 87 en 89, Reusel; terugbrengen woonbestemming ter plaatse van bestemming 'Tuin'
  • 7. Eversacker 2, Hulsel; wijzigen bestemming 'groen' naar 'wonen'
  • 8. Busseltje 35, Reusel; wijzigen bestemming 'groen' naar 'wonen'
  • 9. Willibrordlaan 10b, Hulsel; terugbrengen bouwtitel voor 1 extra woning
  • 10. Steltacker 17, Hooge Mierde: wijzigen bestemming 'groen' naar 'wonen'.

De ontwikkelingen kunnen niet worden gerealiseerd op basis van de vigerende bestemmingsplannen 'Stedelijk gebied 2018' en 'Stedelijk gebied 2018, woningbouwlocaties Reusel-De Mierden'. De gemeente heeft echter aangegeven medewerking te willen verlenen aan de initiatieven door middel van een herziening van het bestemmingsplan. Het doel van dit bestemmingsplan is het bieden van een actueel bestemmingsplan op basis van de Wet ruimtelijke ordening. Het plan biedt de ruimte voor de verwachtingen in de komende tien jaar.

1.2 Plangebied

Het plangebied bestaat uit tien deelgebieden die op onderstaande luchtfoto's zijn aangegeven. De deelgebieden zijn hoofdzakelijk gelegen binnen het 'Bestaand stedelijk gebied' van de kernen Reusel, Hulsel, Hooge Mierde en Lage Mierde. Onderstaande afbeeldingen geven weer waar de deelgebieden gesitueerd zijn.

afbeelding "i_NL.IMRO.1667.BPGveeg-VAST_0001.jpg"

UITSNEDE LUCHTFOTO DEELGEBIEDEN REUSEL

afbeelding "i_NL.IMRO.1667.BPGveeg-VAST_0002.jpg"

UITSNEDE LUCHTFOTO DEELGEBIEDEN LAGE MIERDE

afbeelding "i_NL.IMRO.1667.BPGveeg-VAST_0003.jpg"

UITSNEDE LUCHTFOTO DEELGEBIEDEN HULSEL

afbeelding "i_NL.IMRO.1667.BPGveeg-VAST_0004.jpg"

UITSNEDE LUCHTFOTO DEELGEBIED HOOGE MIERDE

1.2.1 Locatie Leijenstraat, Reusel

Het eerste deelgebied betreft een locatie aan de Leijenstraat, ter plaatse van het perceel 621 en 622. Het deelgebied ligt in het zuidwesten van de kern Reusel. Op onderstaande afbeelding is het deelgebied weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.1667.BPGveeg-VAST_0005.jpg"

UITSNEDE LUCHTFOTO DEELGEBIED LEIJENSTRAAT, REUSEL

De gronden zijn kadastraal bekend gemeente Reusel-De Mierden, sectie E, nummers 621 en 622. De oppervlakte van het plangebied bedraagt circa 1.050 m². De grond is in particulier eigendom.

1.2.2 Locatie Schoolstraat 31-33, Reusel

Het tweede deelgebied betreft een locatie aan de Schoolstraat, ter plaatse van de nummers 31 en 33. Het deelgebied ligt aan de westkant van de kern Reusel. Het deelgebied is zichtbaar op onderstaande afbeelding.

afbeelding "i_NL.IMRO.1667.BPGveeg-VAST_0006.jpg"

UITSNEDE LUCHTFOTO DEELGEBIED LOCATIE SCHOOLSTRAAT 31-33, REUSEL

De gronden zijn kadastraal bekend gemeente Reusel-De Mierden, sectie D, nummers 1733 (gedeeltelijk), 2073, 2084, 2085 en 2086. De oppervlakte van het plangebied bedraagt circa 1.635 m². De gronden zijn in particulier eigendom.

1.2.3 Locatie Dorpsplein 11, Lage Mierde

Het derde deelgebied betreft een locatie aan het Dorpsplein, ter plaatse van de nummers 11, 11a en 11b. Het deelgebied ligt centraal binnen de kern van Lage Mierde. Het deelgebied is zichtbaar op onderstaande afbeelding.

afbeelding "i_NL.IMRO.1667.BPGveeg-VAST_0007.jpg"

UITSNEDE LUCHTFOTO DEELGEBIED LOCATIE DORPSPLEIN 11, LAGE MIERDE

De gronden zijn kadastraal bekend gemeente Reusel-De Mierden, sectie H, nummer 1771. De oppervlakte van het plangebied bedraagt circa 675 m². De gronden zijn in particulier eigendom.

1.2.4 Locatie Kleine Hassel/Klaverbosch, Lage Mierde

Het vierde deelgebied betreft twee locaties aan de Kleine Hassel/Klaverbosch, ter plaatse van de nummers 19 en 29. Het deelgebied ligt in het zuidoosten van de kern van Lage Mierde. Het deelgebied is zichtbaar op onderstaande afbeelding.

afbeelding "i_NL.IMRO.1667.BPGveeg-VAST_0008.jpg"

UITSNEDE LUCHTFOTO DEELGEBIED LOCATIE KLEINE HASSEL/KLAVERBOSCH, LAGE MIERDE

De gronden zijn kadastraal bekend gemeente Reusel-De Mierden, sectie H, nummer 2473 (gedeeltelijk). De oppervlakte van het plangebied bedraagt circa 225 m². De gronden zijn in gemeentelijke eigendom.

1.2.5 Locatie Molenberg 56, Reusel

Het vijfde deelgebied betreft een locatie aan de Molenberg 56 . Het deelgebied ligt in het noordoosten van de kern van Reusel. Het deelgebied is zichtbaar op onderstaande afbeelding.

afbeelding "i_NL.IMRO.1667.BPGveeg-VAST_0009.jpg"

UITSNEDE LUCHTFOTO DEELGEBIED LOCATIE MOLENBERG 56, REUSEL

De gronden zijn kadastraal bekend gemeente Reusel-De Mierden, sectie A, nummer 4394 (gedeeltelijk). De oppervlakte van het plangebied bedraagt circa 770 m². De gronden zijn particulier in eigendom.

1.2.6 Locatie Wilhelminalaan tussen 87 en 89, Reusel

Het zesde deelgebied betreft een locatie aan de Wilhelminalaan tussen de nummers 87 en 89. Het deelgebied ligt in het oosten van de kern Reusel. Het deelgebied is zichtbaar op onderstaande afbeelding.

afbeelding "i_NL.IMRO.1667.BPGveeg-VAST_0010.jpg"

UITSNEDE LUCHTFOTO DEELGEBIED LOCATIE WILHELMINALAAN TUSSEN 87 EN 89, REUSEL

De gronden zijn kadastraal bekend gemeente Reusel-De Mierden, sectie A, nummers 4767 (gedeeltelijk), 5234, 5236 (gedeeltelijk), 5249, 5250, 5251, 5252, 5253 en 5254. De oppervlakte van het plangebied bedraagt circa 4.090 m². De gronden zijn particulier in eigendom.

1.2.7 Locatie Eversacker 2, Hulsel

Het zevende deelgebied betreft een locatie aan de Eversacker 2 ten noorden van de bestaande woning. Het deelgebied ligt ten noorden van de kern Hulsel. Het deelgebied is zichtbaar op onderstaande afbeelding.

afbeelding "i_NL.IMRO.1667.BPGveeg-VAST_0011.jpg"

UITSNEDE LUCHTFOTO DEELGEBIED LOCATIE EVERSACKER 2, HULSEL

De gronden zijn kadastraal bekend gemeente Reusel-De Mierden, sectie K, nummer 1633. De oppervlakte van het plangebied bedraagt 32 m². De gronden zijn particulier in eigendom.

1.2.8 Locatie Busseltje 35, Reusel

Het achtste deelgebied betreft een locatie aan het Busseltje 35 ten westen van de bestaande woning. Het deelgebied ligt in het zuidoosten van de kern Reusel. Het deelgebied is zichtbaar op onderstaande afbeelding.

afbeelding "i_NL.IMRO.1667.BPGveeg-VAST_0012.jpg"

UITSNEDE LUCHTFOTO DEELGEBIED LOCATIE BUSSELTJE 35, REUSEL

De gronden zijn kadastraal bekend gemeente Reusel-De Mierden, sectie C, nummer 5046. De oppervlakte van het plangebied bedraagt 186 m². De gronden zijn particulier in eigendom.

1.2.9 Locatie Willibrordlaan 10b, Hulsel

Het negende deelgebied betreft een locatie aan de Willibrordlaan 10b ten zuiden van de woonstraat Willibrordlaan. Het deelgebied ligt aan de zuidkant van de kern Hulsel. Het betreft in principe alleen perceel Willibrordlaan 10b, maar in verband met de vigerende planologische regeling zijn ook naastgelegen percelen meegenomen in het plangebied. Het deelgebied is zichtbaar op onderstaande afbeelding.

afbeelding "i_NL.IMRO.1667.BPGveeg-VAST_0013.jpg"

UITSNEDE LUCHTFOTO DEELGEBIED LOCATIE WILLIBRORDLAAN 10B, HULSEL

De gronden zijn kadastraal bekend gemeente Reusel-De Mierden, sectie K, nummers 1432 (gedeeltelijk), 1433 (gedeeltelijk) en 1611 (gedeeltelijk). De oppervlakte van het plangebied bedraagt circa 2.100 m². De gronden zijn particulier in eigendom.

1.2.10 Locatie Steltacker 17, Hooge Mierde

Het tiende deelgebied betreft een locatie aan de Steltacker 17 ten zuiden van de bestaande woning. Het deelgebied ligt aan de oostkant van de kern Hooge Mierde. Het deelgebied is zichtbaar op onderstaande afbeelding.

afbeelding "i_NL.IMRO.1667.BPGveeg-VAST_0014.jpg"

UITSNEDE LUCHTFOTO DEELGEBIED LOCATIE STELTACKER 17, HOOGE MIERDE

De gronden zijn kadastraal bekend gemeente Reusel-De Mierden, sectie E, nummer 4116 (gedeeltelijk). De oppervlakte van het plangebied bedraagt circa 35 m². De gronden zijn particulier in eigendom.

1.3 Vigerend bestemmingsplan

1.3.1 Locatie Leijenstraat, Reusel

Ter plaatse van de locatie Leijenstraat te Reusel vigeert het bestemmingsplan "Stedelijk gebied 2018", vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 2 oktober 2019. Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede van de vigerende verbeelding. De ligging van het deelgebied is aangegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.1667.BPGveeg-VAST_0015.jpg"

UITSNEDE VERBEELDING VIGEREND BESTEMMINGSPLAN

Ter plaatse van het deelgebied geldt de enkelbestemming 'Wonen'. Deze grond is onder andere bestemd voor wonen, aan huis verbonden beroepen en bedrijven, infrastructurele voorzieningen en groenvoorzieningen.

Ter plaatse van deze locatie geldt tevens de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2'. Deze dubbelbestemming verplicht het uitvoeren van archeologisch onderzoek voorafgaand van bepaalde bodemingrepen.

Daarnaast geldt ter plaatse van het plangebied de bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding - open/halfopen', op deze gronden zijn uitsluitend open en halfopen woningen toegestaan; de maatvoeringsaanduiding 'maximale goothoogte, maximale bouwhoogte', aan deze maxima dient voldaan te worden; en de aanduiding 'gevellijn', ter plaatse van deze aanduiding dient de voorgevel van het hoofdgebouw op de gevellijn gebouwd te worden.

Conclusie

Het bouwplan voor de nieuwbouw van de woning past niet binnen het bestemmingsplan, omdat de geplande woning gerealiseerd wordt binnen de bestemming 'Wonen' waarbinnen slechts één woning is toegestaan, die thans aanwezig is. Daardoor is het bouwplan in strijd met het geldende bestemmingsplan. In het bestemmingsplan is ook geen afwijkings- of wijzigingsbevoegdheid opgenomen waarmee de beoogde ontwikkeling mogelijk gemaakt kan worden. Er zal een herziening plaats moeten vinden.

1.3.2 Locatie Schoolstraat 31-33, Reusel

Ter plaatse van de locatie Schoolstraat 31-33 te Reusel vigeert het bestemmingsplan "Stedelijk gebied 2018", vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 2 oktober 2019. Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede van de vigerende verbeelding. De ligging van het deelgebied is aangegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.1667.BPGveeg-VAST_0016.jpg"

UITSNEDE VERBEELDING VIGEREND BESTEMMINGSPLAN

Ter plaatse van deze locatie gelden de enkelbestemmingen 'Gemengd', 'Tuin' en 'Wonen'. Deze gronden zijn onder andere bestemd voor:

Gemengd   -   maatschappelijke voorzieningen, uitsluitend op de begane grond;  
  -   dienstverlening, uitsluitend op de begane grond;  
  -   bestaand wonen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' nieuwe woningen zijn toegestaan;  
  -   aan huis verbonden beroepen en bedrijven.  
Tuin   -   tuinen, erven en terreinen;  
  -   water en waterhuishoudkundige voorzieningen.  
Wonen   -   wonen;  
  -   aan huis verbonden beroepen en bedrijven;  
  -   infrastructurele voorzieningen;  
  -   groenvoorzieningen.  

Ter plaatse van de locatie geldt tevens de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2'. Deze dubbelbestemming verplicht het uitvoeren van archeologische onderzoek voorafgaand van bepaalde bodemingrepen.

Daarnaast gelden ter plaatse van de enkelbestemming 'Gemengd' de bouwvlakaanduiding 'bouwvlak'; de functieaanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2', op deze gronden zijn enkel bedrijven toegestaan die genoemd zijn in de Staat van bedrijfsactiviteiten onder de categorieën 1 en 2 met uitzondering van geluidszoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen; de functieaanduiding 'detailhandel', ter plaatse van deze aanduiding is op de begane grond detailhandel toegestaan; en de functieaanduiding 'kantoor', ter plaatse van deze aanduiding zijn kantoren toegestaan. Tevens geldt ter plaatse van de enkelbestemmingen 'Gemengd' en 'Wonen' de maatvoeringsaanduiding 'maximale goothoogte, maximale bouwhoogte', aan deze maxima dient voldaan te worden. Tot slot geldt ter plaatse van de enkelbestemming 'Wonen' de aanduiding 'gevellijn', ter plaatse van deze aanduiding dient de voorgevel van het hoofdgebouw op de gevellijn gebouwd te worden.

Conclusie

Het bouwplan voor de nieuwbouw van de wooneenheden past niet binnen het bestemmingsplan, omdat de geplande wooneenheden gerealiseerd wordt binnen de bestemmingen 'Wonen' en 'Gemengd'. Binnen de bestemming geldt dat hier alleen bestaande woningen worden toegestaan. Daardoor is het bouwplan in strijd met het geldende bestemmingsplan. In het bestemmingsplan is ook geen afwijkings- of wijzigingsbevoegdheid opgenomen waarmee de beoogde ontwikkeling mogelijk gemaakt kan worden. Er zal een herziening plaats moeten vinden.

1.3.3 Locatie Dorpsplein 11, Lage Mierde

Ter plaatse van de locatie Dorpsplein 11 te Lage Mierde vigeert het bestemmingsplan "Stedelijk gebied 2018", vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 2 oktober 2019. Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede van de vigerende verbeelding. De ligging van het deelgebied is aangegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.1667.BPGveeg-VAST_0017.jpg"

UITSNEDE VERBEELDING VIGEREND BESTEMMINGSPLAN

Ter plaatse van deze locatie geldt de enkelbestemming 'Wonen'. Deze grond is onder andere bestemd voor:

  • wonen;
  • aan huis verbonden beroepen en bedrijven;
  • infrastructurele voorzieningen, en;
  • groenvoorzieningen.

Ter plaatse van de locatie gelden tevens de dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie 3' en 'Waarde - Cultuurhistorie'. Deze dubbelbestemmingen verplichten het uitvoeren van archeologische en cultuurhistorische onderzoeken voorafgaand van bepaalde bodemingrepen.

Daarnaast gelden ter plaatse van de locatie de bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding open/halfopen', op deze gronden zijn uitsluitend open en halfopen woningen toegestaan; de maatvoeringsaanduiding 'maximale goothoogte, maximale bouwhoogte', aan deze maxima dient voldaan te worden; en de aanduiding 'gevellijn', ter plaatse van deze aanduiding dient de voorgevel van het hoofdgebouw op de gevellijn gebouwd te worden. Tot slot geldt gedeeltelijk voor deze locatie de bouwaanduiding 'karakteristiek', waarvoor geldt dat het gebouw of bouwwerk gehandhaafd moet worden gezien de betekenis voor het stedenbouwkundige beeld ter plaatse.

Conclusie

De ontwikkeling waarbij de nummers 11a en 11b juridisch-planologisch mogelijk gemaakt worden past niet binnen het vigerende bestemmingsplan, omdat ter plaatse van dit perceel slechts één woning mogelijk is. Daardoor is het bouwplan in strijd met het geldende bestemmingsplan. In het bestemmingsplan is ook geen afwijkings- of wijzigingsbevoegdheid opgenomen waarmee de beoogde ontwikkeling mogelijk gemaakt kan worden. Er zal een herziening plaats moeten vinden.

1.3.4 Locatie Kleine Hassel/Klaverbosch, Lage Mierde

Ter plaatse van de locatie Kleine Hassel/Klaverbosch te Lage Mierde vigeert het bestemmingsplan "Stedelijk gebied 2018, woningbouwlocaties Reusel-De Mierden", vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 18 september 2018. Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede van de vigerende verbeelding. De ligging van het deelgebied is aangegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.1667.BPGveeg-VAST_0018.jpg"

UITSNEDE VERBEELDING VIGEREND BESTEMMINGSPLAN

Ter plaatse van deze locatie geldt de enkelbestemming 'Woongebied'. Deze grond is onder andere bestemd voor:

  • wonen;
  • aan huis verbonden beroepen en bedrijven;
  • voorzieningen voor verkeer en verblijf, waaronder wegen en paden, erven en parkeervoorzieningen, en;
  • groenvoorzieningen.

Tevens geldt ter plaatse van de locatie de maatvoeringsaanduiding 'maximaal aantal wooneenheden: 4', ter plaatse van deze aanduiding mogen maximaal 4 woningen gerealiseerd worden.

Conclusie

De ontwikkeling waarbij het plangebied gedeeltelijk wordt omgezet naar de bestemming 'Groen' en 'Wonen' past niet binnen het vigerende bestemmingsplan. Daardoor is het bouwplan in strijd met het geldende bestemmingsplan. In het bestemmingsplan is ook geen afwijkings- of wijzigingsbevoegdheid opgenomen waarmee de beoogde ontwikkeling mogelijk gemaakt kan worden. Er zal een herziening plaats moeten vinden.

1.3.5 Locatie Molenberg 56, Reusel

Ter plaatse van de locatie Molenberg 56 te Reusel vigeert het bestemmingsplan "Stedelijk gebied 2018", vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 2 oktober 2019. Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede van de vigerende verbeelding. De ligging van het deelgebied is aangegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.1667.BPGveeg-VAST_0019.jpg"

UITSNEDE VERBEELDING VIGEREND BESTEMMINGSPLAN

Ter plaatse van het deelgebied geldt de enkelbestemming 'Wonen'. Deze grond is onder andere bestemd voor wonen, aan huis verbonden beroepen en bedrijven, infrastructurele voorzieningen en groenvoorzieningen.

Ter plaatse van de locatie geldt tevens de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 4.2'. Deze dubbelbestemming verplicht het uitvoeren van archeologisch onderzoek voorafgaand van bepaalde bodemingrepen.

Daarnaast gelden ter plaatse van de locatie de bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding open/halfopen', op deze gronden zijn uitsluitend open en halfopen woningen toegestaan; de maatvoeringsaanduiding 'maximale goothoogte, maximale bouwhoogte', aan deze maxima dient voldaan te worden; en de aanduiding 'gevellijn', ter plaatse van deze aanduiding dient de voorgevel van het hoofdgebouw op de gevellijn gebouwd te worden.

In het voorgaande bestemmingsplan "Kom Reusel" (vastgesteld 23 september 2008) was wel een bouwmogelijkheid ter plaatse opgenomen.

Conclusie

De ontwikkeling waarbij een tweede woning binnen het plangebied wordt mogelijk gemaakt past niet binnen het nu vigerende bestemmingsplan. In het bestemmingsplan is ook geen afwijkings- of wijzigingsbevoegdheid opgenomen waarmee de beoogde ontwikkeling mogelijk gemaakt kan worden. Er zal een herziening plaats moeten vinden waarbij de omissie wordt hersteld.

1.3.6 Locatie Wilhelminalaan tussen 87 en 89, Reusel

Ter plaatse van de locatie Wilhelminalaan tussen nummer 87 en 89 te Reusel vigeert het bestemmingsplan "Stedelijk gebied 2018", vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 2 oktober 2019. Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede van de vigerende verbeelding. De ligging van het deelgebied is aangegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.1667.BPGveeg-VAST_0020.jpg"

UITSNEDE VERBEELDING VIGEREND BESTEMMINGSPLAN

Ter plaatse van het deelgebied gelden de enkelbestemmingen 'Tuin' en 'Wonen'. Deze gronden zijn onder andere bestemd voor:

Tuin   -   tuinen, erven en terreinen;  
  -   water en waterhuishoudkundige voorzieningen.  
Wonen   -   wonen;  
  -   aan huis verbonden beroepen en bedrijven;  
  -   infrastructurele voorzieningen;  
  -   groenvoorzieningen.  

Ter plaatse van de locatie geldt tevens de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 4.1'. Deze dubbelbestemming verplicht het uitvoeren van archeologisch onderzoek voorafgaand van bepaalde bodemingrepen.

Daarnaast gelden ter plaatse van de locatie de functieaanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting', op deze gronden is het gebruik conform het bepaalde in lid 24.1 van het vigerende bestemmingsplan uitsluitend toegestaan als het beplantingsplan is gerealiseerd; de bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding open/halfopen', op deze gronden zijn uitsluitend open en halfopen woningen toegestaan; de bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 3', op deze gronden zijn maximaal 4 halfvrijstaande woningen toegestaan, waar ten minste 1 vrijstaande woning tussen is gelegen; de maatvoeringsaanduiding 'maximale goothoogte, maximale bouwhoogte', aan deze maxima dient voldaan te worden; de maatvoeringsaanduiding 'maximum aantal wooneenheden: 6', ter plaatse van deze aanduiding mogen maximaal 6 woningen gerealiseerd worden; en de aanduiding 'gevellijn', ter plaatse van deze aanduiding dient de voorgevel van het hoofdgebouw op de gevellijn gebouwd te worden.

In het voorgaande bestemmingsplan "Kom Reusel, herziening Wilhelminalaan 87A" (vastgesteld 24 oktober 2014) was ter plaatse van de tuinbestemming een woonbestemming opgenomen.

Conclusie

De ontwikkeling waarbij ter plaatse van de bestemming 'Tuin' de bestemming 'Wonen' wordt teruggebracht, past niet binnen het vigerend bestemmingsplan. In het bestemmingsplan is ook geen afwijkings- of wijzigingsbevoegdheid opgenomen waarmee de beoogde ontwikkeling mogelijk gemaakt kan worden. Er zal een herziening plaats moeten vinden waarbij de omissie wordt hersteld.

1.3.7 Locatie Eversacker 2, Hulsel

Ter plaatse van de locatie Eversacker 2 te Hulsel vigeert het bestemmingsplan "Stedelijk gebied 2018", vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 2 oktober 2019. Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede van de vigerende verbeelding. De ligging van het deelgebied is aangegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.1667.BPGveeg-VAST_0021.jpg"

UITSNEDE VERBEELDING VIGEREND BESTEMMINGSPLAN

Per abuis is ter plaatse van het deelgebied de enkelbestemming 'Groen' opgenomen. Deze grond is onder andere bestemd voor groenvoorzieningen, zoals bermen en beplanting, paden, straatmeubilair en speelvoorzieningen. Deze grond is in particulier eigendom en had, vergelijkbaar met Eversacker 6 en 8, een woonbestemming moeten krijgen.

Ter plaatse van de locatie geldt tevens de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3'. Deze dubbelbestemming verplicht het uitvoeren van archeologisch onderzoek voorafgaand van bepaalde bodemingrepen.

Conclusie

De ontwikkeling waarbij ter plaatse van de bestemming 'Groen' de bestemming 'Wonen' wordt teruggebracht, past niet binnen het vigerend bestemmingsplan. In het bestemmingsplan is ook geen afwijkings- of wijzigingsbevoegdheid opgenomen waarmee de beoogde ontwikkeling mogelijk gemaakt kan worden. Er zal een herziening plaats moeten vinden waarbij de omissie wordt hersteld.

1.3.8 Locatie Busseltje 35, Reusel

Ter plaatse van de locatie Busseltje 35 te Reusel vigeert het bestemmingsplan "Stedelijk gebied 2018", vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 2 oktober 2019. Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede van de vigerende verbeelding. De ligging van het deelgebied is aangegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.1667.BPGveeg-VAST_0022.jpg"

UITSNEDE VERBEELDING VIGEREND BESTEMMINGSPLAN

Ter plaatse van het deelgebied geldt de enkelbestemming 'Groen'. Deze grond is onder andere bestemd voor groenvoorzieningen, zoals bermen en beplanting, paden, straatmeubilair en speelvoorzieningen.

Ter plaatse van de locatie geldt tevens de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 4.2'. Deze dubbelbestemming verplicht het uitvoeren van archeologisch onderzoek voorafgaand van bepaalde bodemingrepen.

Conclusie

De ontwikkeling waarbij ter plaatse van de bestemming 'Groen' de bestemming 'Wonen' wordt bestemd, past niet binnen het vigerend bestemmingsplan. In het bestemmingsplan is ook geen afwijkings- of wijzigingsbevoegdheid opgenomen waarmee de beoogde ontwikkeling mogelijk gemaakt kan worden. Er zal een herziening plaats moeten vinden.

1.3.9 Locatie Willibrordlaan 10b, Hulsel

Ter plaatse van de locatie Willibrordlaan 10b te Hulsel vigeert het bestemmingsplan "Stedelijk gebied 2018", vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 2 oktober 2019. Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede van de vigerende verbeelding. De ligging van het deelgebied is aangegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.1667.BPGveeg-VAST_0023.jpg"

UITSNEDE VERBEELDING VIGEREND BESTEMMINGSPLAN

Ter plaatse van het deelgebied geldt de enkelbestemming 'Wonen'. Deze grond is onder andere bestemd voor wonen, aan huis verbonden beroepen en bedrijven, infrastructurele voorzieningen en groenvoorzieningen.

Ter plaatse van het noordelijk deel van het plangebied geldt de dubbelbestemming 'Leiding - Riool'. Deze gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en/of bescherming van de ondergrondse rioolleidingen.

Daarnaast gelden ter plaatse van de locatie de bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding open/halfopen', op deze gronden zijn uitsluitend open en halfopen woningen toegestaan; de maatvoeringsaanduiding 'maximum aantal wooneenheden: 2', aan deze maxima dient voldaan te worden; de maatvoeringsaanduiding 'maximale goothoogte, maximale bouwhoogte', aan deze maxima dient voldaan te worden; en de aanduiding 'gevellijn', ter plaatse van deze aanduiding dient de voorgevel van het hoofdgebouw op de gevellijn gebouwd te worden.

In het voorgaande bestemmingsplan "Kom Hulsel" (vastgesteld 22 september 2009) waren ter plaatse drie woningen toegestaan.

Conclusie

De ontwikkeling waarbij een derde woning binnen het plangebied wordt mogelijk gemaakt past niet binnen het nu vigerende bestemmingsplan. In het bestemmingsplan is ook geen afwijkings- of wijzigingsbevoegdheid opgenomen waarmee de beoogde ontwikkeling mogelijk gemaakt kan worden. Er zal een herziening plaats moeten vinden waarbij de omissie wordt hersteld.

1.3.10 Locatie Steltacker 17, Hooge Mierde

Ter plaatse van de locatie Steltacker 17 te Hooge Mierde vigeert het bestemmingsplan "Stedelijk gebied 2018", vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 2 oktober 2019. Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede van de vigerende verbeelding. De ligging van het deelgebied is aangegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.1667.BPGveeg-VAST_0024.jpg"

UITSNEDE VERBEELDING VIGEREND BESTEMMINGSPLAN

Ter plaatse van het deelgebied geldt de enkelbestemming 'Groen'. Deze grond is onder andere bestemd voor groenvoorzieningen, zoals bermen en beplanting, paden, straatmeubilair en speelvoorzieningen.

Ter plaatse van de locatie gelden tevens de dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie 4.2' en 'Waarde - Archeologie 5.2'. Deze dubbelbestemmingen verplichten het uitvoeren van archeologisch onderzoek voorafgaand van bepaalde bodemingrepen.

Conclusie

De ontwikkeling waarbij ter plaatse van de bestemming 'Groen' de bestemming 'Wonen' wordt bestemd, past niet binnen het vigerend bestemmingsplan. In het bestemmingsplan is ook geen afwijkings- of wijzigingsbevoegdheid opgenomen waarmee de beoogde ontwikkeling mogelijk gemaakt kan worden. Er zal een herziening plaats moeten vinden.

Hoofdstuk 2 Planbeschrijvingen

In dit hoofdstuk is de beschrijving van de plannen opgenomen.

2.1 Inleiding

Middels onderhavig bestemmingsplan worden de nieuwe ontwikkelingen juridisch-planologisch mogelijk gemaakt.

2.2 Locatie Leijenstraat, Reusel

2.2.1 Bebouwing en functies

Het initiatief voorziet in de realisatie van één levensloopbestendige woning met één bouwlaag en een kap. De voormalige agrarische bebouwing in de achtertuin van Lensheuvel 50 wordt daarvoor gesloopt. Deze woning zal qua verschijningsvorm aansluiten bij de woningen in de directe omgeving. De woning krijgt tevens de beschikking over een garage/berging.

afbeelding "i_NL.IMRO.1667.BPGveeg-VAST_0025.png"

VOORLOPIG SCHETSONTWERP

2.2.2 Verkeer en parkeren
2.2.2.1 Verkeersgeneratie

De realisatie van woningen heeft invloed op de verkeersgeneratie. De digitale publicatie ''ASVV 2012'' (CROW) bevat kencijfers voor de verkeersgeneratie van diverse functies. De gemeente Reusel-De Mierden wordt aangeduid als weinig stedelijk gebied, waarin de locatie van het deelgebied binnen de gemeente Reusel-De Mierden tot de rest van de bebouwde kom behoort.

2.2.2.1.1 Bestaande situatie

Binnen het deelgebied bestaat in de nieuwe situatie het aantal verkeersbewegingen uit één onderdeel: de schapenweide. De ''ASVV 2012'' (CROW) geeft voor dit onderdeel geen kencijfers voor de verkeersgeneratie. Aannemelijk wordt geacht dat dit braakliggende terrein geen noemenswaardig aantal verkeersbewegingen aantrekt.

2.2.2.1.2 Nieuwe situatie

Binnen het deelgebied bestaat in de nieuwe situatie het aantal verkeersbewegingen uit één onderdeel: de vrijstaande, koop woning. In de tabel hieronder is de berekening van de verkeersgeneratie per etmaal uiteengezet.

Onderdeel   Verkeersgeneratie   Aantal   Totaal  
Woning (koop, vrijstaand)   7,8 - 8,6 per woning   1 woning   7,8 - 8,6  
Totaal       7,8 - 8,6  

Op basis bovenstaande tabel kan worden gesteld dat de nieuwe woningen, in een worst-case scenario, zorgen voor 9 verkeersbewegingen per etmaal. Dit is geen relevante toename op deze weg.

2.2.2.2 Ontsluiting

Het deelgebied wordt ontsloten via de direct omliggende straten Leijenstraat en Lensheuvel. De woningen zijn georiënteerd op de Leijenstraat. De Leijenstraat en Lensheuvel kunnen de extra verkeersbewegingen aan.

2.2.2.3 Parkeren

Het voorzien in voldoende parkeerplaatsen is noodzakelijk voor goed functioneren van het initiatief en voorkomt overlast voor de omgeving. De gemeente Reusel-De Mierden heeft hiertoe geen eigen beleid. Hiervoor wordt binnen dit plangebied wederom de kencijfers van de ''ASVV 2012'' (CROW) aangehouden. In de tabel hieronder is de berekening voor het totaal aantal parkeerplaatsen uiteengezet.

Onderdeel   Parkeerkencijfers   Aantal   Totaal  
Koop, vrijstaand   1,9 - 2,7 per woning   1 woning   1,9 - 2,7  
Totaal       1,9 - 2,7  

Het initiatief moet ten minste voorzien in 3 parkeerplaatsen. Bij de herontwikkeling van dit deelgebied is sprake van parkeren op eigen terrein. Hiervoor is voldoende ruimte.

2.2.3 Groen en water

De tuinen van Lensheuvel 50 en Leijenstraat 10 worden individueel (her)ingericht.

2.2.4 Beeldkwaliteit

De kwaliteit van een stedenbouwkundige ruimte wordt bepaald door de samenhang van de inrichting van de openbare ruimte en de inrichting van de aangrenzende particuliere percelen. Een kwalitatief goede gemeenschappelijke ruimte is ook winst voor het individu. Een mooi huis in een fraaie straat heeft meerwaarde. De architectuur van de te realiseren woning dient aan te sluiten bij de omliggende bestaande woningen. Daarmee wordt eenheid gecreëerd in de straat.

2.3 Locatie Schoolstraat 31-33, Reusel

2.3.1 Bebouwing en functies

Het initiatief voorziet in de realisatie van acht gestapelde wooneenheden aan de Schoolstraat ter hoogte van de nummers 31-33. Ter plaatse van nr 31 zal nieuwbouw worden gerealiseerd. Op nr 33 zal de bestaande bebouwing worden herontwikkeld. De nieuwe bebouwing zal ook gaan bestaan uit drie lagen (bouwhoogte 10 meter). Naast de realisatie van de wooneenheden zullen tevens parkeerplaatsen en garageboxen gerealiseerd worden aan de achterkant van het perceel. Deze zijn ten behoeve van de bewoners van de appartementen.

afbeelding "i_NL.IMRO.1667.BPGveeg-VAST_0026.jpg"

SITUATIETEKENING

afbeelding "i_NL.IMRO.1667.BPGveeg-VAST_0027.jpg"

IMPRESSIE NIEUWE BEBOUWING

2.3.2 Verkeer en parkeren
2.3.2.1 Verkeersgeneratie

De realisatie van woningen heeft invloed op de verkeersgeneratie. De digitale publicatie ''ASVV 2012'' (CROW) bevat kencijfers voor de verkeersgeneratie van diverse functies. De gemeente Reusel-De Mierden wordt aangeduid als weinig stedelijk gebied, waarin de locatie van het deelgebied binnen de gemeente Reusel-De Mierden tot de rest van de bebouwde kom behoort.

2.3.2.1.1 Bestaande situatie

Binnen het deelgebied bestaat in de bestaande situatie het aantal verkeersbewegingen uit drie onderdelen: de woning (Schoolstraat 31), de winkelruimte (begane grond Schoolstraat 33; bruin- en witgoedzaken) en de drie appartementen (Schoolstraat 33; huur, etage, midden/goedkoop). In de tabel hieronder is de berekening van de verkeersgeneratie per etmaal uiteengezet.

Onderdeel   Verkeersgeneratie   Aantal/Grootte   Totaal  
Koop, vrijstaand   7,8 - 8,6 per woning   1 woning   7,8 - 8,6  
Huur, goedkoop   3,7 - 4,5 per woning   3 woningen   11,1 - 13,5  
Winkelruimte   89,1 - 107,1 per 100 m² bvo   360 m²   320,8 - 385,6  
Totaal       339,7 - 407,9  

Op basis van bovenstaande tabel kan worden gesteld dat de bestaande situatie, in een worst-case scenario, zorgt voor 408 verkeersbewegingen per etmaal.

2.3.2.1.2 Nieuwe situatie

Binnen het deelgebied bestaat in de nieuwe situatie het aantal verkeersbewegingen uit één onderdeel: de acht nieuwbouwappartementen (Koop, etage, duur). In de tabel hieronder is de berekening van de verkeersgeneratie per etmaal uiteengezet.

Onderdeel   Verkeersgeneratie   Aantal   Totaal  
Appartement (koop, duur)   7,0 - 7,8 per woning   11 woningen   77,0 - 85,8  
Totaal       77,0 - 85,8  

Op basis van bovenstaande tabel kan worden gesteld dat de nieuwe situatie, in een worst-case scenario, zorgt voor 86 verkeersbewegingen per etmaal en is er sprake van een vermindering van de verkeersaantrekkende werking van 322 motorvoertuigbewegingen per etmaal. Dit betekent dat de ontwikkeling een positief effect heeft op de omgeving.

2.3.2.2 Ontsluiting

Het deelgebied wordt ontsloten via de Schoolstraat. De Schoolstraat en omliggende straten kunnen de extra verkeersbewegingen aan.

2.3.2.3 Parkeren

Het voorzien in voldoende parkeerplaatsen is noodzakelijk voor goed functioneren van het initiatief en voorkomt overlast voor de omgeving. De gemeente Reusel-De Mierden heeft hiertoe geen eigen beleid. Hiervoor wordt binnen dit plangebied wederom de kencijfers van de ''ASVV 2012'' (CROW) aangehouden. In de tabel hieronder is de berekening voor het totaal aantal parkeerplaatsen uiteengezet.

Onderdeel   Parkeerkencijfers   Aantal   Totaal  
Appartement (huur)   1,2 per woning   9 woningen   10,8  
Appartement (koop)   1,4 per woning   2 woningen   2,8  
Totaal       13,6  

Het initiatief moet ten minste voorzien in 14 parkeerplaatsen. Bij de herontwikkeling van dit deelgebied is sprake van parkeren op eigen terrein. Hiervoor is voldoende ruimte. Tevens worden de parkeervoorzieningen voor de bewoners en bezoekers gescheiden, waardoor voor de bewoners altijd parkeerruimte is.

2.3.3 Groen en water

De tuin van Schoolstraat 31 wordt individueel (her)ingericht.

2.3.4 Beeldkwaliteit

De kwaliteit van een stedenbouwkundige ruimte wordt bepaald door de samenhang van de inrichting van de openbare ruimte en de inrichting van de aangrenzende particuliere percelen. Een kwalitatief goede gemeenschappelijke ruimte is ook winst voor het individu. De architectuur van de te realiseren wooneenheden dient aan te sluiten bij de omliggende bestaande woningen. Daarmee wordt eenheid gecreëerd in de straat.

2.4 Locatie Dorpsplein 11, Lage Mierde

2.4.1 Bebouwing en functies

Het initiatief betreft het juridisch-planologisch mogelijk maken van de nummers 11a en 11b. Deze woningen zijn reeds lange tijd aanwezig na woningsplitsing voor behoud van de bebouwing, alleen zijn niet juridisch-planologisch vastgelegd in het vigerende bestemmingsplan. Het initiatief betreft dan ook geen nieuw bouwplan. De huidige bebouwing/functie wordt gehandhaafd.

2.4.2 Verkeren en parkeren

Het aspect 'Verkeer en parkeren' vormt geen belemmering voor dit initiatief, omdat het initiatief hierin geen verandering teweeg brengt en er in de huidige situatie geen problemen zijn.

2.4.3 Groen en water

Ten aanzien van het aspect 'Groen en Water' zijn er geen veranderingen.

2.4.4 Beeldkwaliteit

De uitstraling van het pand wijzigt niet doordat er geen bouwkundige wijzigingen plaatsvinden.

2.5 Locatie Kleine Hassel/Klaverbosch, Lage Mierde

2.5.1 Bebouwing en functies

Het initiatief betreft twee bestemmingswijzigingen ter hoogte van de nummers 19 en 29. De bestemming 'Woongebied' zal op twee locaties worden gewijzigd in 'Groen' en 'Wonen' zonder bouwvlak. Zo wordt juridisch-planologisch vastgelegd dat ter plaatse van de bestemming 'Groen' géén woning gerealiseerd wordt en er binnen de bestemming 'Wonen' geen openbare ruimte/functies. Dit in overleg met de eigenaren van de naastgelegen percelen. Het initiatief betreft geen bouwplan.

2.5.2 Verkeer en parkeren

Het aspect 'Verkeer en parkeren' is niet van toepassing binnen dit initiatief, omdat het initiatief hierin geen verandering te weeg brengt.

2.5.3 Groen en water

Binnen de bestemming 'Groen' is de realisatie van groenvoorzieningen voorzien. Bebouwing is uitgesloten.

2.5.4 Beeldkwaliteit

Het aspect 'Beeldkwaliteit' is niet van toepassing binnen dit initiatief, omdat het initiatief hierin geen verandering te weeg brengt.

2.6 Locatie Molenberg 56, Reusel

2.6.1 Bebouwing en functies

Het initiatief voorziet in het herstellen van de mogelijkheid tot het toevoegen van één extra woning ter plaatse van het plangebied, zoals eerder in het bestemmingsplan 'Kom Reusel' was opgenomen, maar abusievelijk is weggelaten in het vigerende bestemmingsplan.

2.6.2 Verkeer en parkeren

Het aspect 'Verkeer en parkeren' vormt geen belemmering voor dit initiatief, omdat het initiatief hierin geen verandering teweeg brengt ten opzichte van de eerder bestemde situatie.

2.6.3 Groen en water

Ten aanzien van het aspect 'Groen en Water' zijn er geen veranderingen.

2.6.4 Beeldkwaliteit

De nieuwe woning zal passend in het straatbeeld als een vrijstaande woning van 1 laag met een kap worden uitgevoerd.

2.7 Locatie Wilhelminalaan tussen 87 en 89, Reusel

2.7.1 Bebouwing en functies

Het initiatief voorziet in het terugbrengen van de bestemming 'Wonen' ter plaatse van de bestemming 'Tuin', zoals eerder in het bestemmingsplan ''Kom Reusel herziening Wilhelminalaan 87A'' was opgenomen maar abusievelijk is vervangen in het vigerende bestemmingsplan.

2.7.2 Verkeer en parkeren

Het aspect 'Verkeer en parkeren' vormt geen belemmering voor dit initiatief, omdat het initiatief hierin geen verandering teweeg brengt en er in de huidige situatie geen problemen zijn.

2.7.3 Groen en water

Ten aanzien van het aspect 'Groen en Water' zijn er geen veranderingen.

2.7.4 Beeldkwaliteit

De uitstraling van de (toekomstige) situatie wijzigt niet omdat voorheen reeds een woonbestemming was opgenomen.

2.8 Locatie Eversacker 2, Hulsel

2.8.1 Bebouwing en functies

Het initiatief voorziet in het herbestemmen van de bestemming 'Wonen' ter plaatse van de bestemming 'Groen'. Deze grond is in particulier eigendom en had, vergelijkbaar met Eversacker 6 en 8, in het vigerende bestemmingsplan een woonbestemming moeten krijgen.

2.8.2 Verkeer en parkeren

Het aspect 'Verkeer en parkeren' vormt geen belemmering voor dit initiatief, omdat het initiatief hierin geen verandering teweeg brengt en er in de huidige situatie geen problemen zijn.

2.8.3 Groen en water

Ten aanzien van het aspect 'Groen en Water' zijn er geen veranderingen.

2.8.4 Beeldkwaliteit

De uitstraling van de (toekomstige) situatie wijzigt niet omdat voorheen reeds een woonbestemming was opgenomen.

2.9 Locatie Busseltje 35, Reusel

2.9.1 Bebouwing en functies

Het initiatief voorziet in het herbestemmen van de bestemming 'Wonen' ter plaatse van de bestemming 'Groen'. Deze grond is in particulier eigendom en had in het vigerende bestemmingsplan een woonbestemming moeten krijgen.

2.9.2 Verkeer en parkeren

Het aspect 'Verkeer en parkeren' vormt geen belemmering voor dit initiatief, omdat het initiatief hierin geen verandering teweeg brengt en er in de huidige situatie geen problemen zijn.

2.9.3 Groen en water

Ten aanzien van het aspect 'Groen en Water' zijn er geen veranderingen.

2.9.4 Beeldkwaliteit

De uitstraling van de (toekomstige) situatie wijzigt niet omdat voorheen reeds een woonbestemming was opgenomen.

2.10 Locatie Willibrordlaan 10b, Hulsel

2.10.1 Bebouwing en functies

Het initiatief voorziet in het herstellen van de mogelijkheid tot het toevoegen van één extra woning ter plaatse van het plangebied, zoals eerder in het bestemmingsplan ''Kom Hulsel'' was opgenomen, maar abusievelijk is weggelaten in het vigerende bestemmingsplan.

2.10.2 Verkeer en parkeren

Het aspect 'Verkeer en parkeren' vormt geen belemmering voor dit initiatief, omdat het initiatief hierin geen verandering teweeg brengt ten opzichte van de eerder bestemde situatie.

2.10.3 Groen en water

Ten aanzien van het aspect 'Groen en Water' zijn er geen veranderingen.

2.10.4 Beeldkwaliteit

De nieuwe woning zal passend in het straatbeeld als een vrijstaande woning van 1 laag met een kap worden uitgevoerd.

2.11 Locatie Steltacker 17, Hooge Mierde

2.11.1 Bebouwing en functies

Het initiatief voorziet in het herbestemmen van de bestemming 'Wonen' ter plaatse van de bestemming 'Groen'. Deze grond is in particulier eigendom en had in het vigerende bestemmingsplan een woonbestemming moeten krijgen.

2.11.2 Verkeer en parkeren

Het aspect 'Verkeer en parkeren' vormt geen belemmering voor dit initiatief, omdat het initiatief hierin geen verandering teweeg brengt en er in de huidige situatie geen problemen zijn.

2.11.3 Groen en water

Ten aanzien van het aspect 'Groen en Water' zijn er geen veranderingen.

2.11.4 Beeldkwaliteit

De uitstraling van de (toekomstige) situatie wijzigt niet omdat voorheen reeds een woonbestemming was opgenomen.

2.12 Duurzame en gezonde leefomgeving

Een duurzame en gezonde leefomgeving is belangrijk voor het goed functioneren van mens en natuur. Bij ruimtelijke ontwikkelingen is het van belang te werken aan instandhouding of verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving en moet schade en overlast voorkomen worden. Daarbij moet rekening worden gehouden met toekomstige veranderingen, verwachtingen en onzekerheden; denk daarbij aan klimaatveranderingen, technologische doorbraken en politieke onzekerheid. Goede stedenbouwkundige plannen en bouwplannen geven hieraan een passende invulling. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in energietransitie en klimaatbestendigheid.

2.12.1 Energietransitie

Nederland heeft de ambitie om in 2050 energieneutraal te zijn en om de uitstoot van CO2 drastisch te verminderen. Om dit te kunnen realiseren zijn grote en kleine veranderingen nodig: de energietransitie. De omschakeling van het gebruik van fossiele brandstoffen naar meer duurzame vormen van energie is de grootste omslag, maar we zullen er ook bewust van moeten zijn dat we anders moeten gaan kijken naar ons energieverbruik. De energietransitie heeft ook een ruimtelijke inslag: het bestaand stedelijk gebied en buitengebied moeten (steden)bouwkundig worden aangepast en nieuwe ontwikkelingen worden toekomstbestendig ontwikkeld.

Onderhavig plan draagt op de volgende wijzen bij aan de energietransitie:

  • de woningen worden 'aardgasvrij' gebouwd;
2.12.2 Klimaatbestendigheid

Klimaatverandering is merkbaar en heeft steeds meer een effect op ons dagelijks leven. De zomers worden langer, heter en droger, en áls er regen valt dan komt die vaak in grote hoeveelheden. De winters worden warmer en natter. Dit heeft effect op het woon- en leefklimaat door hittestress, periodes van droogte en een verandering van de biodiversiteit. Door met het stedenbouwkundig plan en bouwplan rekening te houden met het veranderende klimaat, kan overlast worden voorkomen en is er sprake van een klimaatbestendige ontwikkeling.

Onderhavig plan voorziet hier op de volgende wijze in:

  • waterberging op eigen terrein;
  • zo min mogelijk verharding / halfverharding;
  • aantrekkelijk verblijfsklimaat voor de gebruikers, gebiedseigen planten en dieren;
  • groen / bomen aanleggen ten behoeve van opname van stikstof en CO2, het vast houden van water en het tegengaan van hittestress;
  • goede langzaam verkeersnetwerken;

Hoofdstuk 3 Beleid

In dit hoofdstuk wordt het plan getoetst aan het relevante vigerende beleid. Achtereenvolgens komt aan de orde het beleid op:

  • nationaal niveau;
  • provinciaal niveau;
  • gemeentelijk niveau.

3.1 Nationaal niveau

3.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) geeft een integraal kader voor het ruimtelijk beleid en mobiliteitsbeleid op rijksniveau, en is de 'kapstok' voor bestaand en nieuw rijksbeleid met ruimtelijke consequenties. In de SVIR worden de ambities van het Rijk tot 2040 geschetst, alsmede doelen, belangen en opgaven tot 2028. In de SVIR kiest het Rijk voor minder nationale belangen en eenvoudiger regelgeving. De reeds ingezette trend om aan de provincies en gemeenten ruimte te laten inzake de ruimtelijke ontwikkelingen wordt versterkt in de SVIR.

De SVIR bevat 13 nationale belangen die worden beschermd middels het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening. Het gaat onder meer om militaire objecten en terreinen, de grote rivieren en het Natuurnetwerk Nederland. Voor onderhavig plan zijn geen van de nationale belangen aan de orde. Er hoeft daarom ook geen toetsing aan het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening plaats te vinden.

3.1.2 Besluit ruimtelijke ordening: Ladder voor Duurzame Verstedelijking

Met het doel de ruimte zorgvuldig en duurzaam te gebruiken, is de Ladder voor Duurzame Verstedelijking opgesteld. Deze is verankerd in artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (versie 1 juli 2017). Bij nieuwe stedelijke ontwikkelingen moet worden aangetoond dat deze voorzien in een behoefte, en moet - in geval van de ontwikkeling buiten bestaand stedelijk gebied plaatsvindt - een motivering worden opgenomen waarom niet binnen het bestaand stedelijk gebied in die behoefte kan worden voorzien.

Nieuwe stedelijke ontwikkeling

Alvorens te toetsen aan de Ladder dient te worden vastgesteld of sprake is van een stedelijke ontwikkeling. Dit begrip is in artikel 1.1.1, eerste lid, aanhef en onder i, Bro. Bro gedefinieerd als ruimtelijke ontwikkeling van een bedrijventerrein of zeehaventerrein, of van kantoren, detailhandel, woningbouwlocaties of andere stedelijke voorzieningen. Ten aanzien van de tot dusver gevormde jurisprudentie ten aanzien van het begrip 'stedelijke ontwikkeling' blijkt dat de omvang van de ontwikkeling een rol speelt. Is sprake van een kleinschalige ontwikkeling, dan kan weliswaar sprake zijn van een stedelijke ontwikkeling, maar kan dergelijke ontwikkeling als te kleinschalig worden aangemerkt om te worden aangemerkt als stedelijke ontwikkeling als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, aanhef en onder i, Bro. Bro.

In de literatuur wordt bij voorziene ontwikkelingen met betrekking tot woningbouw gesproken over een daadwerkelijke ondergrens. Volgens vaste jurisprudentie zijn elf woningen (welke op één dezelfde locatie worden gerealiseerd) het maximale aantal woningen wat door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) als te kleinschalig wordt geacht om als een stedelijke ontwikkeling te kunnen worden gekwalificeerd (ABRvS 18 november 2015, ECLI:NL:RVS:2015:3542, r.o. 8.2.). Het minimale aantal woningen wat gerealiseerd moet worden (op dezelfde locatie) om als stedelijke ontwikkeling te worden gekwalificeerd is aldus twaalf (ABRvS 22 juli 2015, ECLI:NL:RVS:2015:2329, r.o. 6.3).

Deelgebieden

Uit de jurisprudentie van de Afdeling blijkt verder dat in geval een plan voorziet in woningen verspreid over meerdere locaties, de onderlinge afstand tussen die locaties van belang is voor de vraag of sprake is van één woningbouwlocatie. In een uitspraak van de Afdeling van 22 juli 2015 (ECLI:NL:RVS:2015:2329, r.o. 6.3) was bijvoorbeeld een plan aan de orde dat in totaal 17 nieuwe woningen mogelijk maakt, verspreid over zeven verschillende locaties die op een afstand van 230 m tot 5,8 km uit elkaar lagen. De Afdeling oordeelde dat gelet op de onderlinge afstand tussen de verschillende locaties waar de woningen zijn voorzien, de in het plan voorziene nieuwe woningen niet worden aangemerkt als één woningbouwlocatie als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, aanhef en onder i, Bro.

Betekenis voor het plangebied

De tien locaties die in voorliggend bestemmingsplan aan de orde zijn kwalificeren zich gelet op de onderlinge afstand tussen de deelgebieden en gelet op voornoemde jurisprudentie (ABRvS 22 juli 2015, ECLI:NL:RVS:2015:2329, r.o. 6.3) niet als één woningbouwlocatie.

Locatie Leijenstraat, Reusel

Op de locatie Leijenstraat staat voorliggend bestemmingsplan in totaal één woning toe. In het vigerende bestemmingsplan zijn geen woningen toegestaan. Dit betekent een toename van één woning. Het planvoornemen voor deze locaties valt hierdoor niet onder de definitie van 'stedelijke ontwikkeling'.

Locatie Schoolstraat 31-33, Reusel

Op de locatie Schoolstraat 31-33 staat voorliggend bestemmingsplan elf wooneenheden toe. In het vigerende bestemmingsplan zijn vier woningen toegestaan. Dit betekent een toename van zeven woningen. Het planvoornemen voor deze locatie valt hierdoor niet onder de definitie van 'stedelijke ontwikkeling'.

Locatie Dorpsplein 11, Lage Mierde

Op de locatie Dorpsplein 11 staat voorliggen bestemmingsplan drie woningen toe. In het vigerende bestemmingsplan is één woning toegestaan. Dit betekent een toename van twee woningen. Het planvoornemen voor deze locatie valt hierdoor niet onder de definitie van 'stedelijke ontwikkeling'.

Locatie Kleine Hassel/Klaverbosch, Lage Mierde

Op de locatie locatie Kleine Hassel/Klaverbosch staat voorliggend bestemmingsplan geen extra woningen toe. De bestaande bouwmogelijkheid van vier woningen blijft behouden. Het planvoornemen voor deze locatie valt hierdoor niet onder de definitie van 'stedelijke ontwikkeling'.

Locatie Molenberg 56, Reusel

Op de locatie Molenberg 56 staat voorliggend bestemmingsplan twee woningen toe. In het vigerende bestemmingsplan is één woning toegestaan. Dit betekent een toename van één woning. Het planvoornemen voor deze locatie valt hierdoor niet onder de definitie van 'stedelijke ontwikkeling'.

Wilhelminalaan tussen 87 en 89 in Reusel

Op de locatie Wilhelminalaan tussen 87 en 89 staat voorliggend bestemmingsplan zes woningen toe. In het vigerende bestemmingsplan zijn zes woningen toegestaan. Dit betekent dat er geen extra woningen worden toegestaan. Het planvoornemen voor deze locatie valt hierdoor niet onder de definitie van 'stedelijke ontwikkeling'.

Eversacker 2, Hulsel

Op de locatie Eversacker 2 wordt geen extra woningbouw mogelijk gemaakt. Het planvoornemen voor deze locatie valt hierdoor niet onder de definitie van 'stedelijke ontwikkeling'.

Busseltje 35, Reusel

Op de locatie Busseltje 35 wordt geen extra woningbouw mogelijk gemaakt. Het planvoornemen voor deze locatie valt hierdoor niet onder de definitie van 'stedelijke ontwikkeling'.

Willibrordlaan 10b, Hulsel

Op de locatie Willibrordlaan 10b staat voorliggend bestemmingsplan drie woningen toe. In het vigerende bestemmingsplan zijn twee woningen toegestaan. Dit betekent een toename van één woning. Het planvoornemen voor deze locatie valt hierdoor niet onder de definitie van 'stedelijke ontwikkeling'.

Steltacker 17, Hooge Mierde

Op de locatie Steltacker 17 wordt geen extra woningbouw mogelijk gemaakt. Het planvoornemen voor deze locatie valt hierdoor niet onder de definitie van 'stedelijke ontwikkeling'.

Verantwoording

De toevoeging van bovengenoemde extra woningen speelt in op de ontwikkelingen binnen de woningmarkt en de woonwensen van de burgers. Met dit bestemmingsplan worden andere type woningen, zoals meer rijwoningen, gestapelde woningen en vrijstaande woningen mogelijk gemaakt, waardoor meer flexibiliteit ontstaat.

De toevoeging van deze extra woningen sluit daarnaast beter aan bij de toenemende vraag naar woningen in de regio. Voor de gemeente Reusel-De Mierden ligt een actuele vraag naar 730 woningen voor de periode tot en met 2029. Met de toevoeging van 12 extra wooneenheden en de vergroting van de diversiteit van de woningen voldoet het bestemmingsplan aan de actuele regionale woningbouwbehoefte en past dit binnen de eisen gesteld in het regionaal beleid (zie paragraaf 3.3.2) en de gemeentelijke Woonvisie (zie paragraaf 3.4.3).

Met deze ontwikkeling is sprake van zorgvuldig ruimtegebruik beoordeeld op basis van de ladder voor duurzame verstedelijking. In de hierboven benoemde behoefte wordt voorzien binnen het bestaande stedelijke gebied. Doordat het aantal wooneenheden vooral binnen de bebouwde kom wordt gerealiseerd, is sprake van een verdichting van het stedelijk gebied. Dit zorgt voor een kwaliteitsimpuls van de locaties en voorkomt het gebruik van nieuw ruimtebeslag buiten de kernen.

Conclusie
Het initiatief voldoet aan het Besluit ruimtelijke ordening voor wat betreft het aspect Ladder voor Duurzame Verstedelijking.

3.2 Provinciaal niveau

Het provinciale ruimtelijk beleid is vastgelegd in de nota's:

  • Omgevingsvisie Noord-Brabant;
  • Interim omgevingsverordening Noord-Brabant;
  • Brabantse Agenda Wonen.
3.2.1 Omgevingsvisie Noord-Brabant

In voorbereiding op de inwerkingtreding van de Omgevingswet heeft de provincie de Omgevingsvisie Noord-Brabant vastgesteld (14 december 2018). Deze omgevingsvisie bevat de visie van het provinciale bestuur op de Brabantse leefomgeving van de toekomst (2050). Naar de uitgangspunten van de Omgevingswet zijn daarbij geen routes naar de gestelde doelen vastgelegd, omdat daarmee een beter samenspel en draagvlak kunnen ontstaan. De Omgevingsvisie zal onder meer de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening gaan vervangen.

De Omgevingsvisie kent één basisopgave: "werken aan veiligheid, gezondheid en omgevingskwaliteit". Elke ruimtelijke ontwikkeling moet - ongeacht de omvang - hieraan bijdragen. In vier hoofdopgaven worden nadere accenten gelegd:

  • 1. werken aan de Brabantse energietransitie;
  • 2. werken aan een klimaatproof Brabant;
  • 3. werken aan een slimme netwerkstad;
  • 4. werken aan een concurrerende, duurzame economie.

Analyse
Onderhavig plan betreffen inbreidingen van de kern Reusel, Hulsel, Hooge Mierde en Lage Mierde met twaalf woningen. Deze kleinschalige ontwikkelingen dragen op de volgende wijze bij aan de 'grote' hoofdopgaven.

ad 1.   De energietransitie houdt enerzijds in het verminderen van het energieverbruik en anderzijds de verduurzaming van de energie. De nieuwe woningen binnen het plangebied zullen minstens aan de in het Bouwbesluit en het gemeentelijke duurzaamheidsbeleid opgenomen energieprestatie-eisen moeten voldoen. Nadere uitwerking hiervan zal plaatsvinden in het kader van het bouwplan voor de woningen. Daar komt dan ook de verduurzaming van de energie aan bod, bijvoorbeeld door het aanleggen van een eigen energievoorziening.  
ad 2.   Eén van de onderdelen van een klimaatproof Brabant is het zorgen voor een klimaatbestendige en waterrobuuste inrichting. Onderhavig plan wordt gerealiseerd op een plek die hoog en droog genoeg is. Door infiltratie van het hemelwater ter plaatse wordt voorkomen dat er een versnelde afvoer plaatsvindt. Het ontwerp van de woningen en de inrichting van de woonpercelen kunnen voorts een bijdrage leveren aan de klimaatadaptatie. Dit wordt in het bouwplan nader uitgewerkt.  
ad 3.   Een duurzame verstedelijking draagt bij aan het komen tot een slimme netwerkstad. Uitbreiding van het bestaand stedelijk gebied is alleen wenselijk vanuit kwalitatieve overwegingen en bij een concrete marktvraag. Binnen de kern Reusel is sprake van een vraag naar diversiteit in woningaanbod. De concrete vraag naar woningen binnen de kern Reusel, Hulsel, Hooge Mierde en Lage Mierde kan hiermee worden ingevuld.  
ad 4.   Onderdeel van een concurrerende en duurzame economie is het voorzien in een aantrekkelijk vestigingsklimaat. Door een zorgvuldige inpassing van de woningen wordt een bijdrage geleverd aan de leefomgeving en daarmee aan het vestigingsklimaat.  

Conclusie
Het plan geeft invulling aan bij de opgaven van de Omgevingsvisie Noord-Brabant.

3.2.2 Interim Omgevingsverordening Noord-Brabant

De Interim Omgevingsverordening bevat de provinciale regels en randvoorwaarden met een bindende werking over de fysieke leefomgeving. Deze vloeien voort uit de in de Omgevingsvisie genoemde doelen. De Interim Omgevingsverordening is opgesteld naar de gedachtegang van de nieuwe Omgevingswet die naar verwachting op 1 januari 2021 in werking zal treden.

De Interim omgevingsverordening heeft een opbouw naar de verschillende doelgroepen. Voor onderhavig plan zijn in beginsel uitsluitend de in hoofdstuk 3 opgenomen "Instructieregels aan gemeenten" aan de orde. De afdelingen in dat hoofdstuk zijn als volgt te onderscheiden (waarbij de volgorde is omgekeerd ten behoeve van vergroting van de toepasbaarheid):

  • afdelingen 3.5 tot en met 3.7: de toedeling van functies;
  • afdelingen 3.2 tot en met 3.4: de bescherming van gebiedskenmerken;
  • afdeling 3.1: de basisprincipes voor een evenwichtige toedeling van functies.
3.2.2.1 De toedeling van functies

Onderhavig planvoornemen voorziet in de realisatie van twaalf woningen als vorm van inbreiding en herontwikkeling van een andere stedelijke functies, namelijk woningbouw. De plangebieden zijn gelegen binnen de 'Landelijke Kern'. In het kader van deze ontwikkeling dient in beginsel aan artikel 3.42 van de Interim Omgevingsverordening getoetst te worden. Hieronder is dit artikel overgenomen en wordt hieraan getoetst.

''Artikel 3.42 - duurzame stedelijke ontwikkeling

Lid 1

Een bestemmingsplan dat voorziet in de ontwikkeling van een locatie voor wonen, werken of voorzieningen ligt binnen Stedelijk gebied en bevat een onderbouwing dat:

  • a. de ontwikkeling past binnen de regionale afspraken, bedoeld in afdeling 5.4 Regionaal samenwerken;
    Onderhavig planvoornemen betreffen individuele initiatieven met een geringe omvang, waardoor deze niet zijn opgenomen binnen de regionale afspraken.
  • b. het een duurzame stedelijke ontwikkeling is.
    De nieuwe woningbouwontwikkelingen binnen het plangebied zullen minstens aan de in het Bouwbesluit en het gemeentelijke duurzaamheidsbeleid opgenomen energieprestatie-eisen moeten voldoen. Daarnaast worden de woning passend gerealiseerd binnen de omgeving, waarbij rekening wordt gehouden met bestaande groenstructuren.

Lid 2

Een duurzame stedelijke ontwikkeling voor wonen, werken of voorzieningen:

  • a. bevordert een goede omgevingskwaliteit met een veilige en gezonde leefomgeving;
    Onderhavige planvoornemens voldoen aan alle uitvoeringsaspecten. Deze worden nader toegelicht in hoofdstuk 4.
  • b. bevordert zorgvuldig ruimtegebruik, waaronder de transformatie van verouderde stedelijke gebieden;
    Onderhavige planvoornemens voorzien in de realisatie van in totaal twaalf woningen als vorm van inbreiding. Hiermee wordt de ruimte zorgvuldig gebruikt, doordat het thans braakliggende terreinen voorziet van een nieuwe invulling. Hiermee wordt verloedering voorkomen.
  • c. geeft optimaal invulling aan de mogelijkheden voor productie en gebruik van duurzame energie;
    Onderhavige planvoornemens voorzien met de realisatie van twaalf nieuwe woningen op voornamelijk onbebouwde percelen mogelijkheden voor duurzaam gebruik van de bebouwing. Dit wordt verder uitgewerkt in het bouwplan behorende bij dit planvoornemen.
  • d. houdt rekening met klimaatverandering, waaronder het tegengaan van hittestress en voldoende ruimte voor de opvang van water;
    Onderhavige planvoornemens voldoen aan de in paragraaf 4.11 benoemde eisen voor de opvang en afvoer van hemelwater. Hiermee wordt voldaan aan dit sublid.
  • e. geeft optimaal invulling aan de mogelijkheden voor duurzame mobiliteit;
    Onderhavige planvoornemens zorgen niet voor een verandering/aanpassing met betrekking tot duurzame mobiliteit. Dit sublid is niet van toepassing.
  • f. draagt bij aan een duurzame, concurrerende economie.
    Onderhavige planvoornemens zorgen ervoor dat de thans onbebouwde percelen een nieuwe functie krijgen, waarbij verloedering in de kernen van Reusel, Hulsel, Hooge Mierde en Lage Mierde worden tegengegaan. Dit draagt bij aan de continuïteit van het dorpen Reusel, Hulsel, Hooge Mierde en Lage Mierde als woonlocaties. Tevens voldoen de geprojecteerde woningen aan de duurzaamheidseisen benoemt in paragraaf 2.12.
3.2.2.2 De bescherming van gebiedskenmerken

Ter plaatse van het plangebied gelden de volgende gebiedskenmerken:

  • stalderingsgebied;
  • beperkingen veehouderij.

Beperkingen veehouderij en Stalderingsgebied
De artikelen 3.51 en 3.52 IOV stellen regels aangaande de ontwikkeling van veehouderijen. Onderhavig plan omvat geen veehouderijen. Er hoeft derhalve geen nadere toetsing plaats te vinden.

3.2.2.3 De basisprincipes voor een evenwichtige toedeling van functies

Uit artikel 3.5 van de Interim Omgevingsverordening komt naar voren dat aan een drietal aspecten getoetst moet worden om een goede omgevingskwaliteit en een veilige, gezonde leefomgeving te waarborgen. Dit zijn de volgende aspecten:

  • 1. zorgvuldig ruimtegebruik (artikel 3.6);
  • 2. de waarden in een gebied met toepassing van de lagenbenadering (artikel 3.7);
  • 3. meerwaardecreatie (artikel 3.8).
3.2.2.3.1 Zorgvuldig ruimtegebruik

Onderhavig planvoornemen voorziet in de realisatie van twaalf woningen als vorm van inbreiding en herontwikkeling van andere stedelijke functies, namelijk woningbouw. De plangebieden zijn gelegen binnen de 'Landelijke Kern'. Binnen dit planvoornemen wordt een zorgvuldig ruimtegebruik verkregen door op inbreidingslocaties binnen de kernen van Reusel, Hulsel, Hooge Mierde en Lage Mierde de woningbouwopgaven op te vangen. Daarnaast wordt verloedering tegengegaan door braakliggende terreinen te hergebruiken als woonpercelen. Hiermee wordt mogelijke deprivatie tegengegaan.

3.2.2.3.2 Toepassing van de lagenbenadering

De toepassing van de lagenbenadering omvat het effect van de ontwikkeling op de lagen in onderlinge wisselwerking met elkaar en het actief benutten van de factor tijd. De lagenbenadering omvat de effecten op:

  • a. de ondergrond; zoals de bodem, het grondwater en archeologische waarden;
  • b. de netwerklaag; zoals infrastructuur, natuurnetwerk, energienetwerk, waterwegen waaronder een goede, multimodale afwikkeling van het personen- en goederenvervoer.
  • c. de bovenste laag; zoals cultuurhistorische en landschappelijke waarden, de omvang van de functie en de bebouwing, de effecten op bestaande en toekomstige functies, de effecten op volksgezondheid, veiligheid en milieu.

Door de factor tijd actief te benutten wordt rekening gehouden met de herkomstwaarde, vanuit het verleden, de (on)omkeerbaarheid van optredende effecten en de toekomstwaarde gelet op duurzaamheid en toekomstbestendigheid.

Onderhavig planvoornemen zorgt niet voor een wijziging in de eerste twee lagen. Desalniettemin treedt er wel een verandering op in de derde laag. Doordat de woningen worden toegevoegd zorgt dit voor een verandering in de omvang van de bebouwing. Deze omvangsvergroting draagt bij aan de continuïteit van de dorpen Reusel, Hulsel, Hooge Mierde en Lage Mierde als woon- en verblijfslocaties, doordat leegstand van percelen wordt tegengegaan. Hiermee wordt voldaan aan dit aspect.

3.2.2.3.3 Meerwaardecreatie

Meerwaardecreatie omvat een evenwichtige benadering van de economische, ecologische en sociale aspecten die in een gebied en bij een ontwikkeling zijn betrokken, waaronder:

  • a. de mogelijkheid om opgaven en ontwikkelingen te combineren waardoor er meerwaarde ontstaat;
  • b. de bijdrage van een ontwikkeling aan andere opgaven en belangen dan die rechtstreeks met de ontwikkeling gemoeid zijn.

Onderhavig planvoornemen zorgt voor diverse sociaaleconomische meerwaardecreaties. Allereerst wordt de directe omgeving gevrijwaard van leegstand van gronden en deprivatie, wat kan leiden tot verloedering van deze delen van Reusel en Lage Mierde. Daarnaast leidt de ingebruikname van de woningen tot uitgaven binnen de directe omgeving, wat de economische positie van Reusel, Hulsel, Hooge Mierde en Lage Mierde ten goede komt. Ten slotte zorgt de ingebruikname van de nieuwe woonlocaties op deze locaties voor de instandhouding van het infrastructurele netwerk, wat een positieve invloed heeft op de herkenbaarheid van Reusel, Hulsel, Hooge Mierde en Lage Mierde.

3.2.2.4 Conclusie

Het planvoornemen past binnen het beleid van de Interim Omgevingsverordening.

3.2.3 Brabantse Agenda Wonen

In 2017 heeft de Provincie Noord-Brabant de 'Brabantse Agenda Wonen' uitgebracht. Inzet is om de regio specifieke kwaliteiten van Brabant te behouden en te versterken. Met als uitgangspunt de motie 'Versnellen en verduurzamen woningbouwproductie' van Provinciale Staten en vanuit de urgentie het wonen en het woningbouwprogramma, nu het nog kan, nu er een flinke bouwopgave ligt, in te zetten voor deze bredere, met omgevingskwaliteit samenhangende doelen, is de Brabantse Agenda Wonen opgesteld. De Brabantse Agenda Wonen geeft vier actielijnen en zes richtinggevende principes.

Actielijnen:

  • 1. Accent op duurzame verstedelijking.
  • 2. Meer nadruk op de bestaande woningvoorraad.
  • 3. Inzetten op een vraaggericht, flexibel planaanbod met ruimte voor nieuwe woonvormen.
  • 4. Versterken van de regionale samenwerking en vernieuwen van regionale woningbouwafspraken.

Richtinggevende principes:

  • 1. Het woningbouwprogramma zet optimaal in op (toekomstige) binnenstedelijke locaties – inbreiden, herstructureren, transformeren – en op het herbestemmen van leegstaand en leeg komend kantoor-, winkel- en ander vastgoed, met als uitgangspunt dat zorgvuldig ruimtegebruik voor zuinig ruimtegebruik gaat.
  • 2. We geven ruim baan voor ' goede woningbouwplannen' binnen het bestaand stedelijk gebied van steden en dorpen: woningbouw op geschikte inbreidings-, herstructurerings- en transformatielocaties en in leegstaand vastgoed, die aansluit op een actuele vraag en snel in aanbouw genomen kan worden.
  • 3. We leggen in Brabant meer nadruk op de bestaande woningvoorraad, met specifieke aandacht voor herstructurerings- en transformatieopgaven, verduurzaming van de voorraad en het geschikt maken van woningen en de woonomgeving voor mensen met een zorgvraag.
  • 4. We ontwikkelen in Brabant vraaggerichte woningbouwplannen, die aansluiten op de vraag van huishoudens en met oog voor nieuwe flexibele en tijdelijke woonvormen en strategische toevoegingen aan de bestaande woningvoorraad.
  • 5. Om tijdig en adequaat in te kunnen spelen op de dynamiek op de woningmarkt, veranderende woonwensen en onvoorziene ruimtelijke ontwikkelingen zorgen we voor realisme en flexibiliteit in de regionale en gemeentelijke woningbouwplanning en –programmering.
  • 6. We versterken in Brabant de samenwerking op de regionale woningmarkt, met de gemeenten als eerste aan zet. We vernieuwen de regionale woningbouwafspraken, met een groter accent op de kwalitatieve samenstelling van het planaanbod en de inzet van het woningbouwprogramma voor bredere, vaak ruimtelijk-kwalitatieve doelen en met specifiek aandacht voor de regionale afweging van de meer grootschalige gebiedsontwikkelingen en uitbreidingslocaties.

Conclusie

Het plan voldoet aan de 'Brabantse Agenda Wonen'.

3.3 Regionaal niveau

3.3.1 Kempische Visie op Wonen 2019-2023

Op 12, 21 en 28 maart 2019 hebben de gemeenteraden van Bladel, Bergeijk, Eersel en Reusel-De Mierden de Kempische visie op wonen 2019-2023 vastgesteld.

In deze visie worden vijf speerpunten genoemd voor de regionale woningmarkt:

  • 1. Versnellen van de bouwproductie, op een zorgvuldige manier
  • 2. Behoud voor betaalbaar wonen
  • 3. Zorg voor elkaar faciliteren
  • 4. Klaar voor de toekomst
  • 5. Werken en wonen

Gelet op de huidige druk op de woningmarkt is er behoefte aan nieuwe woningen. In de basis streven we er naar om nieuwe woningen primair binnen bestaand stedelijk gebied te ontwikkelen. Middels dit bestemmingsplan wordt hieraan tegemoetgekomen.

Een ander speerpunt is behoud voor betaalbaar wonen. De economie in onze regio groeit hard, maar deze groei kent ook nadelen. Het aanbod aan goedkope koopwoningen neemt door de stijgende huizenprijzen snel af. Ondanks deze groei is er veel vraag naar betaalbare koopwoningen voor starters en sociale huurwoningen.

Middels dit bestemmingsplan wordt tegemoetgekomen aan de vraag naar een diversiteit van woningen. Middels dit bestemmingsplan wordt flexibiliteit geboden voor de realisatie van diverse woningen.

Conclusie

Het plan past binnen de Kempische visie op wonen 2019-2023.

3.3.2 Regionaal woningbouwprogramma

Het huidige Regionaal woningbouwprogramma is door voormalig SRE gemeenten vastgesteld op 17 december 2009 en daarna elk jaar geactualiseerd. De Verordening Ruimte geeft aan dat jaarlijks afspraken gemaakt dienen te worden in het Regionaal Ruimtelijk Overleg (RRO) over het woningbouwprogramma voor de eerste tienjaarsperiode. Bij deze kwantitatieve afspraken (programma) hoort een aantal uitgangspunten op basis waarvan de afspraken worden geactualiseerd.

Eén van de uitgangspunten is dat de provinciale bevolkings- en woningbehoefteprognose het uitgangspunt vormt. De meest actuele prognose is uit 2017, waarbij voor Reusel-De Mierden wordt uitgegaan van een toename van de woningvoorraad met 730 woningen in de periode 2017 t/m 2029.

De extra woningen die middels dit bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt passen binnen het woningbouwprogramma en geven invulling aan een deel van de behoefte van 730 woningen, in het segment kleinere (betaalbare) woningen.

Conclusie

Het plan voldoet aan het 'Regionaal woningbouwprogramma'.

3.4 Gemeentelijk niveau

3.4.1 Omgevingsvisie gemeente Reusel-De Mierden

Door de gemeente Reusel-De Mierden is op 22 mei 2018 de Omgevingsvisie gemeente Reusel-De Mierden vastgesteld. De omgevingsvisie is opgesteld vooruitlopend op de aankomende Omgevingswet. In deze visie is niet zozeer een gewenst eindbeeld, maar is gekozen om de strategie om er te komen vast te leggen. Aan elk(e) (type) gebied waar in deze omgevingsvisie aandacht aan is besteed, is een strategie gekoppeld.

Reusel

Voor de kern Reusel is het Centrumplan 'Nieuw hart voor Reusel' vastgesteld. Het centrumplan is gebaseerd op een thematische keuze van boodschappenplein aan de Markt en evenementenplein aan het Kerkplein. Door de afwaardering van de Wilhelminalaan is het mogelijk om de 'nieuwe Markt' over de Wilhelminalaan te leggen waardoor de zuidzijde van de Wilhelminalaan wordt verbonden met de noordzijde. Met voldoende aantrekkingskracht aan de zuidzijde ontstaat een dynamisch plein met winkels en branches die zich kunnen versterken en verder tot ontwikkeling kunnen komen. Het Kerkplein wordt een verblijfsgebied met passende maatschappelijke-, culturele- en commerciële functies. De nieuwe groene inrichting moet bijdragen aan een plezierige omgeving waar het mogelijk is om met regelmaat evenementen of activiteiten te organiseren. De perifere detailhandel aan de Schoolstraat en de food- en fashion square aan de Brinck en de Kerkstraat worden via goede en veilige oversteekplaatsen en de herinrichting van het openbaar gebied met elkaar verbonden. De bestaande clustering van grootschalige horecavoorzieningen voor de jeugd aan de Wilhelminalaan kan gehandhaafd blijven.

Op grotere afstand van het centrumgebied zijn geclusterd nog enkele locaties voor voorzieningen met een wijkfunctie (school, sport, zorg, gezondheid) gebundeld in brede-schoolconcepten of zorgconcepten. De clusteringsopgave voor de voorzieningen heeft al grotendeels plaatsgevonden. Het sportpark functioneert goed maar ontbeert een verkeersveilige langzaam verkeersroute met de dorpskern.

Op diverse plaatsen ontstaan in de kern Reusel mogelijkheden voor transformatie en inbreiding. Het gaat daarbij onder meer om vrijkomende bedrijfskavels langs de linten, aan de randen van het bedrijventerrein De Lange Voren alsmede om cultuurhistorisch waardevolle gebouwen die voorzien kunnen worden van een nieuwe functie. De woningbouwopgave voor de kern Reusel kan opgevangen worden op deze inbreidingslocaties en in de nog in ontwikkeling zijnde woonwijk Molen Akkers.

afbeelding "i_NL.IMRO.1667.BPGveeg-VAST_0028.jpg"

GEMEENTELIJKE OMGEVINGSVISIE

Dit bestemmingsplan versterkt de woningbouwbehoefte in Reusel. Met dit bestemmingsplan worden nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Het bestemmingsplan sluit zodoende aan bij de strategie van het behouden van de bestaande kracht en past binnen de ambities van de Omgevingsvisie.

Lage Mierde

De kwaliteit van de kern Lage Mierde is dat deze gegroeid is zonder de landschappelijke onderlegger en de maatschappelijke samenhang uit het oog te verliezen. Daardoor is er nu sprake van een levende kern die nog grotendeels past in de Kempische landschap.

In de kern Lage Mierde is met de komst van de brede school en het gemeenschapshuis, vlak bij het sportpark, een moderne invulling gegeven van een voorzieningenconcentratie. Deze voorzieningenconcentratie is gericht op de eigen inwoners en wordt intensief gebruikt.

Het Dorpsplein is van oudsher het hart van het dorp. De inrichting van het Dorpsplein als parkeerplaats, de leegstand en verpaupering van enkele historische panden (zoals de voormalige sigarenfabriek) en de matige architectonische kwaliteit van het voormalige gemeentehuis zorgen niet voor een aantrekkelijke ambiance. In samenspraak met de rond het Dorpsplein gevestigde horeca, commerciële en culturele voorzieningen moet in de omgeving van het Dorpsplein nieuw leven geblazen worden. Punt van aandacht daarbij is de verkeersstructuur, waardoor nu grootschalig transport dwars door het dorp gaat. Er ligt niettemin een kans centraal in het dorp nieuw programma toe te voegen, naast de doorontwikkeling van woonwijk De Hasselt II aan de zuidwestzijde van het dorp. Samen meer dan voldoende ruimte voor het woningbouwprogramma dat voortvloeit uit de demografische ontwikkeling.

afbeelding "i_NL.IMRO.1667.BPGveeg-VAST_0029.jpg"

GEMEENTELIJKE OMGEVINGSVISIE

Hulsel

De kern Hulsel, de kleinste kern, heeft de beschikking over een basisschool en sportvelden. In tegenstelling tot de andere kernen is het gemeenschapshuis hier een volledig particulier initiatief. Gemeenschapshuis, school en voormalig kerkgebouw bevinden zich wel centraal in Hulsel, maar de inrichting van de buitenruimte laat te wensen over. Herinrichting tot de belangrijkste ontmoetingsruimte is van belang. De herinrichting mag zich daarbij onderscheiden van de open ruimte in de aangrenzende buurtschappen Heggeneind en Vooreind, om de historie van de kern, bestaande uit drie delen, duidelijk te maken.

Hulsel is nog voor verreweg het grootste deel een lintdorp. De weg door het lint is ook de enige ontsluitingsweg en is niet berekend op het gebruik als sluiproute en als route voor grootschalig landbouwverkeer. De in ontwikkeling zijnde woonwijk Kerkekkers biedt in combinatie met de herinvulling van erven voldoende ruimte voor het woningbouwprogramma. Ook hier geldt dat het behoud van open zichten vanaf de linten naar het achterliggende landschap noodzakelijk is voor de kwaliteit van het lint. Ook hier geldt dat het recreatieve netwerk in en rond de kern beter benut kan worden.

De strategie voor Hulsel betreft het behouden van de bestaande kracht en doorzetten van de huidige beleidslijnen; ondergeschikte ontwikkelingen zijn mogelijk, maar aangetoond moet worden dat een eventuele negatieve invloed van de ontwikkeling op het functioneren van het gebied binnen de ontwikkeling wordt gecompenseerd.

Daarnaast geldt voor Hulsel het versterken van het Kempisch karakter in landschappelijke en cultuurhistorische zin met een korrelgrootte van de bebouwing en kleinschalige functies die passen bij de fysieke onderlegger en stimuleren van een gezonde leefomgeving met ruimte voor groen en ontmoeting.

Dit bestemmingsplan versterkt de woningbouwbehoefte in Hulsel. Met dit bestemmingsplan worden nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Het bestemmingsplan sluit zodoende aan bij de strategie van het behouden van de bestaande kracht en past binnen de ambities van de Omgevingsvisie.

afbeelding "i_NL.IMRO.1667.BPGveeg-VAST_0030.png"

GEMEENTELIJKE OMGEVINGSVISIE

Hooge Mierde

De kern Hooge Mierde is met de oplevering van het gemeenschapshuis, de aanwezigheid van de basisschool centraal in het dorp en het groot onderhoud aan de voetbalvelden qua voorzieningen op orde. De nog in ontwikkeling zijnde woonwijk De Leeuwerik biedt voldoende ruimte om de groei van het aantal huishoudens als gevolg van de natuurlijke bevolkingsaanwas op te vangen.

De opgave voor Hooge Mierde ligt vooral in het verder versterken van de ruimtelijke structuur van linten, kavelrichting en bebouwing haaks op de weg en het niet laten dichtslibben van open zichten vanaf de linten naar het achterliggende landschap. Het sterke netwerk van recreatieve routes rond de kern kan tegelijkertijd beter benut worden. Op die manier voegt Hooge Mierde zich naadloos in het landschap en biedt het een aantrekkelijk pauzemoment aan de recreanten.

Die aantrekkelijkheid kan verder worden vergroot door een herinrichting van het Myrthaplein tot echt dorpsplein en ontmoetingsruimte. Door een herstel van de ruimtelijke verbinding tussen Kerkstraat, Torendreef en kerk ontstaat weer een natuurlijk geheel.

afbeelding "i_NL.IMRO.1667.BPGveeg-VAST_0031.jpg"

GEMEENTELIJKE OMGEVINGSVISIE

Conclusie

Het toevoegen van woningen bevordert de levendigheid in de dorpen. Het plan voldoet aan de 'Omgevingsvisie gemeente Reusel-De Mierden'.

3.4.2 Toekomstvisie 'Gezamenlijk, Grenzeloos en Groen'

In september 2013 heeft de gemeenteraad van Reusel-De Mierden ingestemd met de toekomstvisie ‘Gezamenlijk, Grenzeloos en Groen’ waarin ambities voor de toekomst van Reusel-De Mierden beschreven zijn. Dit document is tot stand gekomen tijdens een interactief proces met en tussen inwoners, verenigingen, ondernemers, maatschappelijk middenveld en de gemeente. De visie beschrijft de door inwoners en maatschappelijke organisaties gewenste ontwikkelingsrichting van de gemeente Reusel-De Mierden in 2030.

In het visietraject kwam ‘verbinden’ als centrale opgave naar voren voor de gemeente. Dit betreft zowel een verbinding tussen nieuwe en oude waarden, verbinding binnen dorpsgemeenschappen en verbinding met de omgeving. In 2030 vormt de gemeente Reusel-De Mierden het 'Groene Hart' van de EU-regio de Kempen. Het wonen in aantrekkelijke, overzichtelijke dorpsgemeenschappen is de kracht van de gemeente. De gemeente biedt plaats aan mensen die landelijk willen wonen. De gemeente stuurt op het aantrekken en behouden van jonge inwoners, zodat een evenwichtige bevolkingsopbouw gewaarborgd blijft.

De visie 'Gezamenlijk, Grenzeloos en Groen' is vervolgens vertaald in twaalf ambities voor de lange termijn, waar per ambitie concrete uitvoeringsopties zijn ontwikkeld. Zo moet voor een evenwichtige samenleving en behoud van de kleine kernen een gevarieerd woningaanbod worden gerealiseerd voor verschillende leeftijdscategorieën. Leegstand moet worden voorkomen en er moet een reële afstemming op de woningbehoefte plaats vinden.

Daarnaast moet voor de gewenste versterking van het landelijk karakter van de gemeente het dorpskarakter van de afzonderlijke dorpen in stand worden gehouden. Hiertoe moet bestaande lintbebouwing in stand worden gehouden en veelal te worden vastgehouden aan traditionele architectuur.

Dit bestemmingsplan gaat uit van het mogelijk maken van een flexibel bestemmingsplan voor een nieuwe woningbouwontwikkelingslocatie. Hiermee wordt beoogd tegemoet te komen aan de huidige woningbehoefte. Het bestemmingsplan sluit daarnaast aan bij ambities die door de gemeente gesteld zijn, zoals het 'streven naar een evenwichtige samenleving' via het subdoel 'gevarieerd woningaanbod'.

Conclusie

Het plan voldoet aan de Toekomstvisie 'Gezamenlijk, Grenzeloos en Groen'.

3.4.3 Woonvisie 2018-2023

De gemeente Reusel-De Mierden heeft de Woonvisie 2018-2023 opgesteld en deze visie in december 2017 vastgesteld. Binnen deze visie zijn vijf thema's opgenomen:

  • 1. Prioriteiten stellen voor nieuwbouw;
  • 2. Voldoende betaalbare huur;
  • 3. Investeren in de bestaande voorraad;
  • 4. Wonen en zorg;
  • 5. Passende huisvesting voor arbeidsmigranten.

Eén van deze vijf thema's is het thema 'Voldoende betaalbare huur'. Hierin staan betaalbaar wonen en de sociale huursector centraal. Er wordt een inhaalslag gemaakt om in voldoende sociale woningen te voorzien. Uitgangspunt is dat ten minste 60% van de nieuwbouwwoningen in het sociale segment worden gerealiseerd. Er is namelijk, ondanks het licht positief economische toekomstperspectief, veel vraag naar betaalbare koopwoningen voor starters en sociale huurwoningen. De verwachting is namelijk dat het aantal huishoudens met een laag inkomen (en daarmee behoefte aan een sociale huurwoning) de komende jaren gaat toenemen in Reusel-De Mierden. Dat komt niet alleen door reguliere woningzoekenden, maar ook door een groei van diverse kwetsbare doelgroepen die doorgaans behoefte hebben aan een goedkope huurwoning (zoals vergunninghouders en mensen met een zorgvraag die langer zelfstandig moeten wonen).

Middels dit bestemmingsplan wordt tegemoetgekomen aan de vraag naar een diversiteit van woningen. Met dit bestemmingsplan wordt flexibiliteit geboden voor de realisatie van diverse woningen.

Conclusie

Het plan past binnen de 'Woonvisie 2018-2023'.

Hoofdstuk 4 Uitvoeringsaspecten

In dit hoofdstuk worden de uitvoeringsaspecten beschreven.

De locatie Dorpsplein 11 te Lage Mierde betreft bestaande bebouwing en de locaties Kleine Hassel/Klaverbosch te Lage Mierde, Molenberg 56 en Wilhelminalaan tussen 87 en 89 te Reusel en Willibrordlaan 10b te Hulsel betreffen locaties waar planologisch reeds woningbouw is toegestaan en/of recent onderzoek is verricht in het kader van het bestemmingsplan 'Stedelijke gebied, woningbouwlocaties Reusel-De Mierden'.

De locaties Eversacker 2 te Hulsel, Busseltje 35 te Reusel en Steltacker 17 te Hooge Mierde betreffen percelen met de bestemming 'Groen' die na aankoop door de particulieren in werkelijkheid als woonbestemming in gebruik zijn. Deze omissie wordt hersteld. De gronden worden toegevoegd aan de bestaande woonpercelen en er worden geen extra woningen mogelijk gemaakt. Voor deze locaties zijn geen onderzoeken uitgevoerd en worden daarom buiten beschouwing gelaten in de onderstaande paragrafen.

4.1 Bodemkwaliteit

4.1.1 Inleiding

Op basis van artikel 3.1.6 Besluit ruimtelijke ordening zijn gemeenten verplicht om in de toelichting bij een bestemmingsplan, waartoe deze onderbouwing behoort, een paragraaf over de bodemkwaliteit op te nemen. In deze paragraaf dient gemotiveerd te worden of de aanwezige bodemkwaliteit past bij het toekomstige gebruik van de bodem. Uitgangspunt van een goede ruimtelijke ordening is dat de bodemkwaliteit geschikt is voor de beoogde bestemming en de daarin toegestane gebruiksvormen. Zo mag een eventuele aanwezige bodemverontreiniging geen onaanvaardbaar risico opleveren voor de gebruikers van de bodem en mag de bodemkwaliteit niet verslechteren door grondverzet.

4.1.2 Analyse

Voorliggend bestemmingsplan maakt meer woningen mogelijk. Bij de totstandkoming van de locaties zijn reeds bodemonderzoeken uitgevoerd. In de volgende sub paragrafen worden deze onderzoeken per locatie toegelicht.

4.1.2.1 Locatie Leijenstraat, Reusel

Uit het verkennend bodemonderzoek (als bijlage 3 bij deze toelichting toegevoegd) is gebleken dat in het kader van de Wet bodembescherming geen aanvullende

procedures noodzakelijk zijn. Uit de onderzochte grondmonsters blijkt dat in de bovengrond een licht verhoogd gehalte cadmium is aangetoond. Deze concentratie overschrijdt de achtergrondwaarde, echter niet de interventiewaarde. De boven- en ondergrond kunnen als zijnde geschikt wordt aangemerkt voor beoogd gebruik. In het grondwatermonster is een licht verhoogd gehalte met naftaleen aangetoond. Deze concentraties overschrijden de streefwaarden maar niet de interventiewaarden. Op basis van de bevindingen uit onderhavig bodemonderzoek zijn er vanuit milieuhygiënisch oogpunt derhalve geen belemmeringen c.q. beperkingen voor de geplande nieuwbouw op deze locatie.

4.1.2.2 Locatie Schoolstraat 31-33, Reusel

Uit het verkennend bodemonderzoek (als bijlage 4 bij deze toelichting toegevoegd) is gebleken dat dat er zintuiglijk geen bodemvreemde bijmengingen zijn aangetroffen. Uit de analyseresultaten blijkt dat in de bovengrond een lichte verontreiniging is aangetoond met zink. In de ondergrond zijn geen verontreinigingen aangetoond met de onderzochte stoffen. Het grondwater blijkt matig verontreinigd te zijn met zink en licht verontreinigd met barium en cadmium. De onderzoeksresultaten leveren geen beperkingen op ten aanzien van het huidige en voorgenomen gebruik van de locatie en vormen naar mening van Tritium Advies geen belemmering voor de afgifte van een omgevingsvergunning voor de bouwactiviteit.

4.1.3 Conclusie

Het aspect bodemkwaliteit vormt geen planologische belemmering voor de voorgenomen plannen.

4.2 Bedrijven en milieuzonering

4.2.1 Inleiding

Om te voorkomen dat als gevolg van het plan voorzienbare hinder en gevaar door milieubelastende activiteiten optreden moet worden getoetst of:

  • de voorgenomen ontwikkeling van invloed is op omliggende milieugevoelige objecten (woningen etc.) en of de voorgenomen ontwikkeling een belemmering vormt voor de bedrijfsvoering van omliggende inrichtingen;
  • bestaande milieubelastende inrichtingen (bedrijven) van invloed zijn op de voorgenomen ontwikkeling.

Basis voor deze toetsing vormt de handreiking "Bedrijven en milieuzonering" (VNG, Den Haag, 2009), waarin richtafstanden zijn opgenomen voor diverse bedrijfstypen.

4.2.2 Analyse

Invloed plan op de omgeving
Alle ontwikkelingslocaties betreffen woningbouw. Er is derhalve geen sprake van milieutechnische uitstraling op de omgeving.

Invloed omliggende inrichtingen op plan

4.2.2.1 Locatie Leijenstraat, Reusel

In de directe nabijheid van het plangebied is een agrarisch bedrijf gevestigd aan de Leijenstraat, een tuinbouwbedrijf met kassen. De ruimtelijke onderbouwing, bijgevoegd bij de toelichting als bijlage 1, onderbouwt dat het aspect bedrijven en milieuzonering geen belemmering vormt voor deze locatie, omdat de afstand van het bedrijf tot het plangebied te groot is.

Spuitzone

In het kader van een goede ruimtelijke ordening moet een afweging worden gemaakt tussen het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en de volksgezondheid. In de ruimtelijke onderbouwing is hierover nadere informatie opgenomen.

Bij de gronden aan de overzijde van de Leijenstraat worden hoofdzakelijk lage gewassen gekweekt, dan wel gewassen die neerwaarts bespoten worden. De kans op verwaaiing van de spuitnevel is daardoor geringer dan bij bijvoorbeeld hoogstam boomgaarden/fruitbomen, waar sprake is van op- en zijwaarts gericht spuiten. Bij dat soort gewassen is daardoor een grotere kans op verwaaiing. Bovendien kan ten aanzien van deze gronden worden opgemerkt dat de overheersende windrichting in Nederland zuidwestelijk is. Eventuele verwaaiing van middelen op dat perceel gebeurt daarom in afwaartse richting van het projectgebied.

Om hinder van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen te voorkomen wordt op de perceelsgrens aan de noord- en westzijde van het plangebied een dichte beukhaag van 150 cm hoog (fagus silvatica) blad dragend geplant. Aanplant en behoud van de haag is geborgd in de regels middels een aanduiding.

4.2.2.2 Locatie Schoolstraat 31-33, Reusel

Voor dit project zijn de naastgelegen supermarkt, het Chinese restaurant en het varkensbedrijf aan de Voort 24a de belangrijkste functies binnen dit aspect. De ruimtelijke onderbouwing, bijgevoegd bij de toelichting als bijlage 2, onderbouwt dat het aspect bedrijven en milieuzonering geen belemmering vormt voor deze locatie, omdat de afstand van de functies tot het plangebied te groot is.

4.2.3 Conclusie

Het aspect bedrijven en milieuzonering vormt geen planologische belemmering voor de voorgenomen plannen.

4.3 Externe veiligheid

4.3.1 Inleiding

Bij het mogelijk maken van nieuwe gevoelige functies is het aspect externe veiligheid van belang. Dit heeft betrekking op inrichtingen, buisleidingen en transportroutes waar een ongeval met gevaarlijke stoffen kan plaatsvinden, met fatale gevolgen voor personen die geen directe relatie hebben tot de risicovolle activiteit.

4.3.2 Analyse

Het plan omvat nieuwe kwetsbare objecten. De Risicokaart Nederland geeft een overzicht van de ligging van risicovolle activiteiten (inrichtingen, buisleidingen en transportroutes). Onderstaande afbeeldingen geven een uitsnede van de risicokaarten ter hoogte van de dorpskern van Reusel, Hulsel, Hooge Mierde en Lage Mierde.

afbeelding "i_NL.IMRO.1667.BPGveeg-VAST_0032.jpg"

RISICOKAART REUSEL

afbeelding "i_NL.IMRO.1667.BPGveeg-VAST_0033.jpg"

RISICOKAART LAGE MIERDE

afbeelding "i_NL.IMRO.1667.BPGveeg-VAST_0034.jpg"

RISICOKAART HULSEL

afbeelding "i_NL.IMRO.1667.BPGveeg-VAST_0035.jpg"

RISICOKAART HOOGE MIERDE

Uit de ruimtelijke onderbouwingen en haalbaarheidsnotitie, bijgevoegd als bijlage 1 en 2 volgt in overeenstemming met de Risicokaart dat in de omgeving van de deelgebieden geen risicovolle activiteiten worden uitgevoerd. Een nadere toetsing aan het aspect externe veiligheid is niet aan de orde.

4.3.3 Conclusie

Het aspect externe veiligheid vormt geen planologische belemmering voor de voorgenomen plannen.

4.4 Geurhinder veehouderijen

4.4.1 Inleiding

Bij ruimtelijke ontwikkelingen nabij agrarische bedrijven is het aspect geurhinder van belang. Er moet worden aangetoond dat het plan geen belemmering vormt voor agrarische bedrijven en dat sprake is van een goed woon- en leefklimaat ter plaatse van het plan.

4.4.2 Analyse

Voorliggend bestemmingsplan maakt meer woningen mogelijk. Bij de totstandkoming van de locaties zijn reeds geuranalyses uitgevoerd. In de volgende sub paragrafen worden deze analyses per locatie toegelicht.

4.4.2.1 Locatie Leijenstraat, Reusel

In de omgeving van de Leijenstraat, op circa 580 meter afstand, is één veehouderij aanwezig (Voort 23). De ruimtelijke onderbouwing, bijgevoegd bij de toelichting als bijlage 1, onderbouwt dat het aspect Geurhinder veehouderijen geen belemmering vormt voor de veehouderijen.

4.4.2.2 Locatie Schoolstraat 31-33, Reusel

De ruimtelijke onderbouwing, bijgevoegd bij de toelichting als bijlage 2, onderbouwt dat het aspect Geurhinder veehouderijen geen belemmering vormt voor deze locatie. Gebaseerd op de nieuwe RAV van de Omgevingsdienst gemeente Reusel-De Mierden ligt de planlocatie binnen de aanduiding 'redelijk goed 7-13' voor het woon- en leefklimaat.

4.4.3 Conclusie

Het aspect geurhinder veehouderijen vormt geen planologische belemmering voor de voorgenomen plannen.

4.5 Volksgezondheid

4.5.1 Inleiding

Het aspect volksgezondheid heeft de laatste jaren meer aandacht gekregen bij het opstellen van bestemmingsplannen. Aangetoond moet worden dat een ruimtelijke ontwikkeling geen negatief effect heeft op de volksgezondheid.

Een beoordeling van de effecten op de volksgezondheid doet zich met name voor bij de uitbreiding van veehouderijen of een ontwikkeling van milieugevoelige functies in de omgeving van veehouderijen. Het betreft specifiek de aspecten endotoxinen en geitenhouderijen. In deze paragraaf wordt het plan aan deze aspecten getoetst.

4.5.2 Endotoxinen

Endotoxinen zijn bouwstenen van bepaalde bacteriën die een toxisch effect op de mens kunnen hebben en tot gezondheidsklachten kunnen leiden. Endotoxinen komen vaak voor in fijnstof van intensieve veehouderijen. De Gezondheidsraad hanteert een advieswaarde van 30 endotoxine-eenheden per kubieke meter (EU/m³) voor de maximale blootstelling aan endotoxinen in de buitenlucht over een langere periode. Omdat thans nog een toetsingskader wordt voorbereid, wordt voor de beoordeling de "Notitie Handelingsperspectieven Veehouderij en Volksgezondheid: Endotoxine toetsingkader 1.0" gehanteerd. Daarin zijn afstandsgrafieken opgenomen voor de relevante diersoorten vleeskuikens, legkippen en vleesvarkens gerelateerd aan de fijnstofemissie. In algemene zin kan worden gesteld dat het effect van endotoxinen tot maximaal 250 meter van veehouderijen plaatsvindt.

Analyse

4.5.2.1 Locatie Leijenstraat, Reusel

De dichtstbijzijnde veehouderij gelegen is op een afstand van 580 meter. De ruimtelijke onderbouwing, bijgevoegd bij de toelichting als bijlage 1, onderbouwt dat het aspect Endotoxinen geen belemmering vormt voor deze locatie.

4.5.2.2 Locatie Schoolstraat 31-33, Reusel

De dichtstbijzijnde veehouderij is gelegen op een afstand van 275 meter. De ruimtelijke onderbouwing, bijgevoegd bij de toelichting als bijlage 2, onderbouwt dat het aspect Endotoxinen geen belemmering vormt voor deze locatie.

4.5.3 Geitenhouderijen

Uit onderzoek is gebleken dat omwonenden in een straal van 2 km rondom geitenhouderijen een verhoogde kans hebben op longontsteking. Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in de omgeving van geitenhouderijen moet beoordeeld worden of er een effect is op de volksgezondheid.

Analyse

4.5.3.1 Locatie Leijenstraat, Reusel

De dichtstbijzijnde geitenhouderij is gelegen op 980 meter van het plangebied (De Hoek 1). De ruimtelijke onderbouwing, bijgevoegd bij de toelichting als bijlage 1, onderbouwt dat de initiatiefnemers al hun gehele leven binnen een straal van 2 kilometer, net zoals een kwart van de bewoners van Reusel, van een geitenhouderij wonen. Daarom wordt een verzoek tot het verlenen van een ontheffing gedaan op dit aspect. Mocht dit gehonoreerd worden dan vormt het aspect Geitenhouderijen geen belemmering voor deze locatie.

4.5.3.2 Locatie Schoolstraat 31-33, Reusel

De dichtstbijzijnde geitenhouderij is gelegen op 1.350 meter. De ruimtelijke onderbouwing, bijgevoegd bij de toelichting als bijlage 2, onderbouwt dat het aspect Geitenhouderijen geen belemmering vormt voor deze locatie.

4.5.4 Conclusie

Het aspect volksgezondheid vormt geen planologische belemmering voor de voorgenomen plannen.

4.6 Geluid

4.6.1 Inleiding

Ruimtelijke ontwikkelingen moeten voldoen aan de regelgeving inzake geluidhinder. In de Wet geluidhinder (Wgh) wordt onderscheid gemaakt in verkeerslawaai en industrielawaai. In de Wgh zijn normen voor maximaal toelaatbare geluidsbelasting op (de gevels van) geluidgevoelige objecten vastgelegd.

4.6.2 Analyse

Het plan omvat nieuwe geluidgevoelige objecten.

Wegverkeerslawaai

4.6.2.1 Locatie Leijenstraat, Reusel

Het plangebied ligt aan de Leijenstraat binnen de bebouwde kom, waar een maximumsnelheid van 30 km/uur geldt. De ruimtelijke onderbouwing, bijgevoegd bij de toelichting als bijlage 1, onderbouwt dat het aspect Wegverkeerslawaai geen belemmering vormt voor deze locatie.

4.6.2.2 Locatie Schoolstraat 31-33, Reusel

Het plangebied ligt aan de Schoolstraat binnen de bebouwde kom, waar een maximumsnelheid van 50 km/uur geldt. Uit het akoestisch onderzoek (als bijlage 5 bij deze toelichting toegevoegd) is gebleken dat de voorkeursgrenswaarde voor wegverkeerslawaai uit de Wet geluidhinder (48 dB Lden) tot ten hoogste 10 dB wordt overschreden, terwijl aan de maximale ontheffingswaarde uit de Wet geluidhinder (63 dB Lden) wordt voldaan.

Ter plaatse van de langs de Schoolstraat geprojecteerde woningen in het bouwplan is sprake van een matige akoestische kwaliteit in woon- en leefklimaat. Voor de woningen in het bouwplan zal door de gemeente Reusel-De Mierden ontheffing van de voorkeursgrenswaarde moeten worden verleend. Wordt de ontheffing verleend dan moet worden voldaan aan de volgens het Bouwbesluit 2012 geldende minimale geluidsweringseisen voor de uitwendige scheidingsconstructies van de verblijfsgebieden c.q. verblijfsruimten in de woningen. In verband hiermee zal nader onderzoek moeten plaatsvinden naar de toe te passen gevelmaterialen. Dit zal plaatsvinden in het kader van de omgevingsvergunning voor het bouwen.

4.6.3 Conclusie

Het aspect geluid vormt geen planologische belemmering voor de voorgenomen plannen.

4.7 Luchtkwaliteit

4.7.1 Inleiding

Om personen tegen de gevolgen van luchtverontreiniging te beschermen zijn in de Wet milieubeheer normen opgenomen voor bepaalde stoffen. Bij de beoordeling van het aspect luchtkwaliteit moet enerzijds aangetoond worden dat een ruimtelijke ontwikkeling niet leidt tot een (significante) overschrijding van de luchtkwaliteitsnormen en anderzijds dat ter plaatse van het plangebied sprake is van een goed woon- en leefklimaat.

4.7.2 Analyse

Effecten plan op luchtkwaliteit
In de "Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)" zijn categorieën van gevallen genoemd die niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie van fijnstof in de buitenlucht. Zo is een project met maximaal 1.500 woningen (netto) bij minimaal 1 ontsluitingsweg één van de genoemde gevallen. Onderhavig plan omvat twaalf extra woningen en betreft daarmee een project dat niet in betekenende mate bijdraagt aan de concentratie van fijnstof in de buitenlucht. Er is geen nader onderzoek nodig.

Goed woon- en leefklimaat

In de Wet milieubeheer zijn voor een groot aantal stoffen grenswaarden opgenomen, maar uit onderzoek blijkt dat langs wegen alleen overschrijdingen van de grenswaarden voor fijnstof (PM10) en stikstofdioxide (NO2) kunnen optreden. Voor de overige stoffen waarvoor grenswaarden zijn opgenomen in de Wm treden naar verwachting nergens langs het Nederlandse wegennet overschrijdingen van deze grenswaarden op. Voor de beoordeling van de luchtkwaliteit zijn daarom alleen de volgende criteria van toepassing:

  • 40 µg/m3 jaargemiddelde concentratie NO2;
  • 40 µg/m3 jaargemiddelde concentratie PM10;
  • 25 µg/m3 jaargemiddelde concentratie PM2,5;
  • 35 overschrijdingsdagen per jaar van de gemiddelde concentratie PM10.

Het plan ligt niet in de nabijheid van zware industrie, (een concentratie van meerdere) intensieve veehouderijen of drukke vaarwegen. Voor de beoordeling van de luchtkwaliteit wordt alleen gekeken naar luchtverontreiniging van verkeer op wegen in de omgeving.

In het kader van het NSL (Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit) is door diverse bronbeheerders zoals gemeenten, provincies en Rijkswaterstaat de Monitoringstool ingevoerd. Uit de resultaten van de Monitoringstool blijkt dat op deze locatie in de jaren 2017, 2020 en 2030 aan bovengenoemde grenswaarden (jaargemiddelde en overschrijdingsdagen) voor PM10 en NO2 wordt voldaan.

Uit de ruimtelijke onderbouwingen, bijgevoegd als bijlage 1 en 2 volgt dat ter plaatse van de plangebieden sprake is van een goed woon- en leefklimaat.

4.7.3 Conclusie

Het aspect luchtkwaliteit vormt geen planologische belemmering voor de voorgenomen plannen.

4.8 Archeologie

4.8.1 Inleiding

Conform het bepaalde in artikel 3.1.6 Bro moet bij ruimtelijke ontwikkelingen rekening gehouden worden met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten archeologische monumenten.

4.8.2 Analyse
4.8.2.1 Locatie Leijenstraat, Reusel

In het vigerende bestemmingsplan is een dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' opgenomen, waarmee kan worden gesteld dat normaliter voor het betreffende bouwplan een archeologisch onderzoek noodzakelijk is. De ruimtelijke onderbouwing, bijgevoegd bij de toelichting als bijlage 1, onderbouwt desalniettemin dat het aspect Archeologie geen belemmering vormt voor deze locatie.

4.8.2.2 Locatie Schoolstraat 31-33, Reusel

Uit het archeologisch bureauonderzoek (als bijlage 6 bij deze toelichting toegevoegd) is gebleken dat gezien de opgestelde archeologische verwachting hoog is binnen het plangebied en vervolgonderzoek noodzakelijk is om deze te toetsen. Het vervolgonderzoek kan het beste worden uitgevoerd in de vorm van een Inventariserend Veldonderzoek door middel van Proefsleuven (IVO-P). Middels de dubbelbestemming is geborgd dat eerst een archeologisch onderzoek zal worden uitgevoerd.

4.8.3 Conclusie

Het aspect archeologie vormt geen planologische belemmering voor de voorgenomen plannen.

4.9 Cultuurhistorie

4.9.1 Inleiding

Conform het bepaalde in artikel 3.1.6 Bro moet bij ruimtelijke ontwikkelingen rekening gehouden worden met de aanwezige cultuurhistorische waarden.

4.9.2 Analyse

Binnen de deelgebieden zijn geen cultuurhistorisch waardevolle elementen aanwezig. Het plan tast geen waardevolle elementen aan.

4.9.2.1 Locatie Leijenstraat, Reusel

Deze locatie maakt deel uit van het cultuurhistorische ensemble Lensheuvel. Dit is een oud buurtschap, waarbij de bebouwing zich voornamelijk concentreert rondom de gelijknamige weg. Daarnaast is de Leijenstraat aangewezen als een historisch geografische lijn met een redelijk hoge cultuurhistorische waarde. De ruimtelijke onderbouwing, bijgevoegd bij de toelichting als bijlage 1, onderbouwt desalniettemin dat het aspect Cultuurhistorie geen belemmering vormt voor deze locatie.

4.9.2.2 Locatie Schoolstraat 31-33, Reusel

Deze locatie bevat geen cultuurhistorische waarden. De ruimtelijke onderbouwing, bijgevoegd bij de toelichting als bijlage 2, onderbouwd dat het aspect Cultuurhistorie geen belemmering vormt voor deze locatie.

4.9.3 Conclusie

Het aspect cultuurhistorie vormt geen planologische belemmering voor de voorgenomen plannen.

4.10 Natuurwaarden

4.10.1 Inleiding

Ten behoeve van de bescherming van natuurwaarden geldt de Wet natuurbescherming. De daarin opgenomen bescherming omvat de onderdelen:

  • gebiedsbescherming;
  • soortenbescherming;
  • bescherming van houtopstanden.
4.10.2 Analyse
4.10.2.1 Locatie Leijenstraat, Reusel

Uit de Quickscan Flora en Fauna (als bijlage 7 bij deze toelichting toegevoegd) is gebleken dat:

  • 1. Er binnen het plangebied geen beschermde wilde soorten zijn aangetroffen. Deze soorten zijn ook niet te verwachten. Om deze redenen zullen er door de voorgenomen plannen geen nadelige effecten optreden ten aanzien van deze soortgroep en zijn er, naast de zorgplicht, vanuit de Wnb geen verdere verplichtingen.
  • 2. Er geen vogelnesten c.q. verblijfplaatsen aangetroffen zijn van vogels waarvan de nest- en verblijfslocaties jaarrond zijn beschermd.
  • 3. Binnen het plangebied geen vaste verblijf- of voortplantingsplaatsen zijn vastgesteld van soorten die zijn beschermd bij de Habitatrichtlijn of van soorten die niet zijn vrijgesteld door de provincie.
  • 4. Er geen vaste verblijf- of voortplantingsplaatsen aanwezig zijn binnen het plangebied. Mogelijk wordt er gefoerageerd binnen en nabij het plangebied. Foerageergebied is alleen beschermd wanneer dit gebied noodzakelijk is om de functionaliteit van een vaste verblijfplaats te behouden. In de directe omgeving van het plangebied is echter voldoende alternatief foerageergebied aanwezig in de vorm van weilanden en akkers en tuinen van woningen.
  • 5. Binnen het plangebied zijn geen vaste verblijf- of voortplantingsplaatsen vastgesteld van soorten die zijn beschermd bij de Habitatrichtlijn of van soorten die niet zijn vrijgesteld door de provincie.

Voor wat betreft soortenbescherming geldt dat er geen overtreding van verbodsbepalingen uit de Wet natuurbescherming wordt verwacht.

4.10.2.2 Locatie Schoolstraat 31-33, Reusel

Uit de Quickscan Flora en Fauna (als bijlage 8 bij deze toelichting toegevoegd) is gebleken dat:

  • 1. nader onderzoek naar de gierzwaluw en gebouwbewonende vleermuizen noodzakelijk is;
  • 2. de omschreven werkwijzen met betrekking tot zowel de zorgplicht als ten aanzien van vogels in acht genomen dienen te worden zodat een overtreding van de natuurwetgeving wordt voorkomen;
  • 3. om een verstorend effect op foeragerende vleermuizen uit te sluiten, de voorgenomen sloop- en bouwwerkzaamheden overdag dienen worden uitgevoerd;
  • 4. voor algemeen voorkomende soorten een algemene vrijstelling geldt als het ruimtelijke ingrepen betreft.

Om de mogelijk aanwezige natuurwaarden te beschermen dient een nader onderzoek naar de gierzwaluw en gebouwbewonende vleermuizen te worden uitgevoerd. Om deze verplichting te borgen is een voorwaardelijke verplichting met betrekking tot dit onderzoek voor de locatie Schoolstraat opgenomen.

4.10.3 Stikstof

Vrijwel alle ontwikkelingen hebben een zekere mate van stikstofdepositie tot gevolg. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door de geplande activiteiten zelf en anderzijds door de realisatie van de (bouw)plannen. De depositie van stikstof in natuurgebieden is schadelijk voor gevoelige natuur en kan deze onherstelbaar aantasten. Tot voor kort kon men via de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) bepalen of en in welke mate er sprake was van stikstofdepositie op nabijgelegen natuurgebieden. Via deze wetgeving waren activiteiten met een depositie onder een bepaalde drempelwaarde (0,05 mol/ha/jaar) niet vergunningsplichtig in het kader van de Wet natuurbescherming (Wnb). Op 29 mei 2019 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) een streep door deze PAS-regeling gehaald. Hierdoor moet in principe elk plan met enige toename van stikstofdepositie op natuurgebieden een vergunning in het kader van de Wnb worden aangevraagd. Totdat onomstotelijk is aangetoond dat deze ontwikkelingen geen negatief stikstofeffect hebben op de natuurgebieden kan en zal zo'n vergunning niet worden verleend.

4.10.3.1 Locatie Leijenstraat, Reusel

Op 27 februari 2020 is door Tritium Advies een Aerius-berekening omtrent stikstofdepositie uitgevoerd, bijgevoegd in bijlage 9. Uit dit stikstofdepositie-onderzoek blijkt dat het plan, zowel tijdens de bouw- als gebruiksfase, niet leidt tot een toename van de stikstofdepositie op Natura-2000 gebieden.

4.10.3.2 Locatie Schoolstraat 31-33, Reusel

Op 28 oktober 2019 is door Van Empel Milieu Advies een Aerius-berekening omtrent stikstofdepositie uitgevoerd, bijgevoegd in bijlage 10. Uit dit stikstofdepositie-onderzoek blijkt dat het plan, zowel tijdens de bouw- als gebruiksfase, niet leidt tot een toename van de stikstofdepositie op Natura-2000 gebieden.

4.10.4 Conclusie

Het aspect natuurwaarden vormt geen planologische belemmering voor de voorgenomen plannen.

4.11 Waterparagraaf

4.11.1 Inleiding

Water en ruimtelijke ordening hebben met elkaar te maken. Enerzijds is water een sturende factor in de ruimtelijke ordening en kan daarmee beperkingen opleggen aan het ruimtegebruik. Anderzijds kunnen ontwikkelingen in het ruimtegebruik ongewenste effecten hebben op de waterhuishouding. Een goede afstemming tussen beide is derhalve noodzakelijk om problemen, zoals bijvoorbeeld wateroverlast, slechte waterkwaliteit en verdroging te voorkomen. Het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) stelt een watertoets in ruimtelijke plannen verplicht. In deze paragraaf wordt beschreven op welke wijze in het plangebied met water en watergerelateerde aspecten wordt omgegaan.

4.11.2 Analyse
4.11.2.1 Locatie Leijenstraat, Reusel

Het plan voorziet in de realisatie van één woning van 163 m² + bijgebouw van 40 m² en de sloop van een bijgebouw van 266 m² op een perceel binnen het stedelijke gebied van Reusel. Hierdoor neemt het verhard oppervlak met circa 63 m² af. De ruimtelijke onderbouwing, bijgevoegd bij de toelichting als bijlage 1, onderbouwt dat het aspect Water geen belemmering vormt voor deze locatie.

4.11.2.2 Locatie Schoolstraat 31-33, Reusel

Het plan voorziet in de realisatie van 8 appartementen met een gezamenlijke oppervlakte van 970 m² + minimaal 14 parkeerplaatsen. Het planvoornemen zorgt dat het verhard oppervlak toeneemt, maar ruimschoots onder de 2.000 m² blijft. De ruimtelijke onderbouwing, bijgevoegd bij de toelichting als bijlage 2, onderbouwt dat het aspect Water geen belemmering vormt voor deze locatie.

4.11.3 Conclusie

De watertoets vormt geen planologische belemmering voor de voorgenomen plannen.

4.12 Milieueffectrapportage

4.12.1 Inleiding

Het instrument milieueffectrapportage (m.e.r.) is ontwikkeld om het milieubelang volwaardig in de besluitvorming te betrekken. In de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage zijn de activiteiten genoemd waarvoor een m.e.r.-plicht of een m.e.r.-beoordelingsplicht geldt. Andere activiteiten zijn in principe niet m.e.r.-(beoordelings)plichtig.

4.12.2 Analyse

Voor alle deellocaties geldt dat uit voorgaande paragrafen te lezen is dat er geen belemmeringen zijn voor de initiatieven of hinder voor de omgeving is te verwachten. Dit blijkt ook uit de uitgevoerde vormvrije-mer-beoordeling, bijgevoegd als bijlage 11.

4.12.3 Conclusie

De voorgenomen plannen hebben geen belangrijke nadelige milieugevolgen. Een m.e.r.-beoordeling is niet noodzakelijk.

Hoofdstuk 5 Juridische planbeschrijving

5.1 Inleiding

Het bestemmingsplan 'Stedelijk gebied, veegplan 2019' bestaat uit een verbeelding en regels die vergezeld gaan van een toelichting. De verbeelding en de regels zijn juridisch bindend.

De toelichting maakt geen onderdeel uit van het juridisch plangedeelte. Wel fungeert de toelichting als interpretatiekader voor de uitleg van de regels, indien hierover interpretatieverschillen blijken te bestaan. Voor de bestemmingsregeling is grotendeels aansluiting gezocht bij de geldende rechten op basis van de geldende bestemmingsplannen.

5.2 Algemene toelichting verbeelding

Op de verbeelding krijgen alle gronden binnen het plangebied een bestemming. Binnen een bestemming kunnen nadere aanduidingen zijn aangegeven. De juridische betekenis van deze bestemmingen en aanduidingen zijn terug te vinden in de regels. Een gedeelte van de informatie op de analoge verbeelding heeft geen juridische betekenis, maar is slechts opgenomen om de leesbaarheid van en oriëntatie op de verbeelding te vergroten, zoals een topografische ondergrond. Alle letters, aanduidingen en lijnen worden verklaard in de legenda op de verbeelding.

5.3 Algemene toelichting regels

De regels zijn ondergebracht in een viertal hoofdstukken:

  • Hoofdstuk 1: Inleidende regels, met daarin een aantal regels die van belang zijn voor de toepassing en interpretatie van de regels in de overige hoofdstukken en de wijze van meten;
  • Hoofdstuk 2: Bestemmingsregels, met daarin per bestemming onder meer een bestemmingsomschrijving, bouwregels en afwijkingsregels;
  • Hoofdstuk 3: Algemene regels, met daarin algemene bouw-, gebruiks-, afwijkings-, en procedureregels en een aantal andere min of meer standaardregels.
  • Hoofdstuk 4: Overgangs- en slotregels, met daarin het overgangsrecht en de slotregel.

Bij de totstandkoming van de regels van onderhavige bestemmingsplan is aangesloten bij de SVBP2012 en het Handboek Kempengemeenten.

5.4 Bestemmingen

Het plangebied bevat de volgende bestemmingen:

Groen

De voor ‘Groen' aangewezen gronden zijn onder andere bestemd voor groenvoorzieningen, waaronder ook bermen en beplantingen, speelvoorzieningen, inritten, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, voorzieningen voor langzaam verkeer en tot slot nutsvoorzieningen. Nieuwe parkeerplaatsen zijn binnen de bestemming 'Groen' niet toegestaan.

Verkeer

De tot 'Verkeer' bestemde gronden zijn onder andere bedoeld voor voorzieningen voor verkeer en verblijf, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen en tot slot nutsvoorzieningen. Herinrichting van de wegen is, als daar aanleiding toe is, mogelijk binnen deze bestemming.

Op deze gronden zijn alleen gebouwen voor voorzieningen van algemeen nut toegestaan. In de regels zijn nadere bebouwingsregels gegeven.

Wonen

De voor 'Wonen' bestemde gronden zijn onder andere bedoeld voor wonen, al dan niet in combinatie met beroepsmatige en bedrijfsmatige activiteiten. Ook toegestaan zijn inritten, tuinen, erven en verhardingen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

Op de verbeelding is het bestemmingsvlak 'Wonen' opgenomen voor de percelen waar bouwwerken (hoofdgebouw, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouw zijnde) mogen worden opgericht en voor gronden die gebruikt mogen worden als tuin of erf behorende bij de woning.

Uitsluitend achter het op de verbeelding opgenomen gevellijn mag een hoofdgebouw gebouwd worden. Binnen het bestemmingsvlak mag maximaal het aantal woningen worden opgericht dat is aangeduid.

Verder gelden voor de bestemmingsvlakken op de verbeelding de volgende uitgangspunten:

  • De woningtypologieën zijn per bestemmingsvlak aangeduid op de verbeelding.
  • Standaard wordt een minimale afstand van 3 meter tot de zijdelingse perceelsgrens aangehouden.
  • Voor hoofdgebouwen geldt een standaard diepte van 12 meter bij aaneengesloten woningen en 15 meter bij vrijstaande woningen.
  • De maximale goot- en bouwhoogte zijn per bestemmingsvlak aangeduid op de verbeelding. De dakhelling mag niet meer bedragen dan 60 graden, tenzij anders aangeduid.

Het deel van het achtererfgebied binnen de bestemming 'Wonen' (achter de achtergevel van de woning) mag voor maximaal 50% worden bebouwd tot een maximum oppervlak van 150 m2. Bij grotere percelen is een maximum oppervlak van 200 m2 toegestaan. De maximale goothoogte van bijbehorende bouwwerken bedraagt 3,2 meter. De maximale bouwhoogte bedraagt 5,5 meter, tenzij het hoofdgebouw is uitgevoerd met een plat dak. Dan geldt voor het met het hoofdgebouw verbonden bijbehorend bouwwerk een maximum bouwhoogte van 3,2 meter. In de regels zijn aanvullende bouwregels opgenomen.

Binnen de bestemming zijn verschillende afwijkingsmogelijkheden opgenomen. Voor het uitoefenen van een beroepsmatige of bedrijfsmatige activiteit zijn specifieke gebruiksregels opgenomen. De toegestane beroepsmatige en bedrijfsmatige activiteiten zijn opgenomen in bijlage 1 Lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis verbonden beroepen en bedrijven' bij de regels.

Mantelzorg

Met het oog op de participatiesamenleving is het Bor 1 november 20014 op diverse plaatsen aangepast om meer ruimte te maken voor mantelzorg in woningen en in bestaande of (vergunningsvrij) nieuw te bouwen bijbehorende bouwwerken. Het is niet langer meer nodig om voor mantelzorg in een vrijstaand bijgebouw een vergunning aan te vragen. Zodoende is een specifieke regeling voor mantelzorg niet meer noodzakelijk binnen het bestemmingsplan.

Waarde - Archeologie

Overeenkomstig de gemeentelijke erfgoedverordening zijn dubbelbestemmingen opgenomen voor de bescherming van de archeologische (verwachtings)waarden. Dit bestemmingsplan bevat de dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie 2', 'Waarde - Archeologie 3', 'Waarde - Archeologie 4.1', 'Waarde - Archeologie 4.2' en 'Waarde - Archeologie 5.2'. De systematiek van elke dubbelbestemming is hetzelfde, alleen de ondergrenzen zijn verschillend:

  • 'Waarde - Archeologie 2' kent een vrijstelling bij een oppervlakte kleiner dan 100 m²;
  • 'Waarde - Archeologie 3' kent een vrijstelling bij een oppervlakte kleiner dan 250 m²;
  • 'Waarde - Archeologie 4.1' kent een vrijstelling bij een oppervlakte kleiner dan 500 m² en ondieper dan 0,3 m;
  • 'Waarde - Archeologie 4.2' kent een vrijstelling bij een oppervlakte kleiner dan 500 m², en ondieper dan 0,5 m;
  • 'Waarde - Archeologie 5.2' kent een vrijstelling bij een oppervlakte kleiner dan 2.500 m².

Voor de bescherming van de archeologische waarden kunnen burgemeesters en wethouders, als daar op basis van een archeologisch onderzoek aanleiding toe bestaat, voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen. Dit kan in de vorm van het treffen van technische maatregelen, het doen van een opgraving of archeologische begeleiding van werkzaamheden. Daarnaast is een omgevingsvergunningenstelsel voor werken en werkzaamheden opgenomen. Per dubbelbestemming gelden ondergrenzen voor wat betreft de oppervlakte en diepte van de verstoring. Voor verstoringen met een beperkt oppervlak of een beperkte verstoringsdiepte is archeologisch onderzoek niet noodzakelijk. De ondergrenzen variëren, overeenkomstig de erfgoedverordening, per dubbelbestemming.

Waarde - Cultuurhistorie

De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van ter plaatse bestaande cultuurhistorisch waardevolle elementen (monumenten en karakteristieke bebouwing) en patronen (beplantingspatronen).

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

6.1 Economische uitvoerbaarheid

De gemeente Reusel-De Mierden is alleen voor de locatie Zandhorst uitvoerder van onderhavig bestemmingsplan. De kosten van dit plandeel zijn opgenomen in de begroting van de gemeente. Voor de plandelen welke particulier initiatief zijn komen alle kosten voor rekening van de initiatiefnemer. Het plan wordt daarmee economisch uitvoerbaar geacht. De financiële uitvoerbaarheid van dit plan is hiermee gewaarborgd.

Voor het plandeel dat gemeentelijk eigendom is, blijft het risico op planschade die voortvloeit uit onderhavig bestemmingsplan voor rekening van de gemeente. Voor de andere plandelen zal een planschadeovereenkomst tussen de gemeente en de initiatiefnemer worden gesloten.

6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Naast de economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan is het ook belangrijk dat het plan maatschappelijk uitvoerbaar is. Daarom zal een bestemmingsplanprocedure worden doorlopen. In het kader van deze procedure zal het plan ter inzage worden gelegd. Eventuele reacties en zienswijzen kunnen tijdens deze inzagetermijn worden ingediend. De resultaten worden opgenomen in hoofdstuk 7.

6.3 Financiële uitvoerbaarheid

In artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) zijn de bouwactiviteiten genoemd waarvoor het vaststellen van een exploitatieplan verplicht is. De in voorliggend bestemmingsplan opgenomen ontwikkelingen behoren tot deze in het Bro genoemde bouwactiviteiten. Op basis van artikel 6.12 lid 2a Wro is het vaststellen van een exploitatieplan echter niet verplicht, omdat de gemeente deels zelf eigenaar is van de gronden en daarnaast hebben de gemeente en grondeigenaar een (anterieure) overeenkomst gesloten, waarin afspraken zijn gemaakt over het kostenverhaal. Het kostenverhaal is derhalve 'anderszins verzekerd'. Het opstellen van een exploitatieplan is niet vereist.

Hoofdstuk 7 Procedure

7.1 Vooroverleg

In het kader van het wettelijk vooroverleg als bedoeld in artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening is het voorontwerpbestemmingsplan op 29 november 2019 aangeboden aan de provincie Noord-Brabant, waterschap De Dommel en de Veiligheidsregio Brabant Zuidoost.

Door alle aangeschreven instanties is een reactie ingediend. Naar aanleiding van de reacties van de provincie Noord-Brabant en waterschap De Dommel zullen de toelichting en de regels aangevuld worden. De reactie van de Veiligheidsregio Brabant Zuidoost geeft geen aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan.

7.2 Tervisielegging

Het ontwerpbestemmingsplan 'Stedelijk gebied, veegplan 2019' heeft met ingang van woensdag 10 juni 2020 gedurende zes weken ter visie gelegen. Er is binnen de periode van tervisielegging één zienswijze binnengekomen. De zienswijze leidt niet tot (een gedeeltelijke) aanpassing van het bestemmingsplan.

Tijdens de periode van het tervisielegging is een ondergeschikte omissie ontdekt in het ontwerpbestemmingsplan. Per abuis is de verkeerde vaststellingsdatum van het bestemmingsplan “Kom Hulsel” vermeld. Deze omissie, die geen inhoudelijke verandering van het plan met zich meebrengt, is hersteld.

In de Nota van zienswijzen die als bijlage 12 is opgenomen is de beantwoording van de zienswijze en de ambtshalve aanpassing opgenomen.

7.3 Vaststelling

Op 22 september 2020 is het bestemmingsplan 'Stedelijk gebied, veegplan 2019' ongewijzigd vastgesteld.