Onder strijdig gebruik, als bedoeld in artikel 7.2 onder b van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval verstaan:
a. gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting en/of escortbedrijf, raamprostitutie en straatprostitutie;
b. het gebruik van gronden voor evenementen;
c. het gebruik van gronden voor kleinschalig kamperen;
d. het gebruik voor wonen van vrijstaande bijgebouwen bij een woning.
8.2 Afwijking gebruiksverbod
a. Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 8.1 sub d en toestaan dat een vrijstaand bijgebouw bij een woning wordt gebruikt als afhankelijke woonruimte, mits:
1. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit het oogpunt mantelzorg;
2. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de in geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
3. de afhankelijke woonruimte binnen de vigerende regeling inzake bijgebouwen wordt ingepast met een maximale oppervlakte van 75 m²;
4. het bijgebouw is gelegen op maximale afstand van 20 meter van het hoofdgebouw.
b. Het bevoegd gezag trekt de omgevingsvergunning, verleend op grond van sub d in, indien de bij het verlenen van de omgevingsvergunning bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.