direct naar inhoud van Artikel 11 Wonen-2
Plan: Kom Sterksel
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1658.komsterksel-OHR1

Artikel 11 Wonen-2

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen-2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. vrijstaande woningen, al dan niet met inbegrip van een aan huis verbonden beroep;
  • b. (ondergrondse) bergings- en infiltratievoorzieningen;

met de daarbij behorende voorzieningen, waaronder begrepen nutsvoorzieningen.

11.2 Bouwregels
11.2.1 Algemeen
  • a. het bebouwingspercentage per bouwperceel mag niet meer dan 30% bedragen;
  • b. op ieder bouwperceel moeten ten minste twee parkeerplaatsen aanwezig zijn;
  • c. per bouwvlak is niet meer dan één woning toegestaan.

11.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden in aanvulling op 11.2.1 de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het aangegeven bouwvlak worden opgericht;
  • b. de maximale goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte';
  • c. het hoofdgebouw moet voorzien zijn van een kap met een dakhelling van niet minder dan 20º en niet meer dan 65º;
  • d. de voorgevel moet geplaatst worden in de zone ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – gevelzone'. Daarbij moeten de voorgevels van twee naast elkaar gelegen woningen ten minste 1 m ten opzichte van elkaar verspringen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - nokrichting evenwijdig' dient de nok evenwijdig aan de voor de voorgevel van de woning geprojecteerde weg gerealiseerd te worden;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - nokrichting haaks' dient de nok haaks op de voor de voorgevel van de woning geprojecteerde weg gerealiseerd te worden.

11.2.3 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. aan- en uitbouwen én bijgebouwen mogen alleen binnen het bouwvlak worden opgericht;
  • b. de voorgevel van de aan- en uitbouwen én bijgebouwen moet achter de voorgevel van het hoofdgebouw worden gebouwd op een afstand van niet minder dan 8,50 m;
  • c. voor de voorgevel van het hoofdgebouw mogen erkers, entreeportalen en vergelijkbare bouwwerken worden gebouwd, mits:
  • de afstand van de voorgevel van de erker, entreeportaal of vergelijkbaar bouwwerk tot de voorgevel van het hoofdgebouw maximaal 1,5 m bedraagt;
  • de totale hoogte niet hoger is dan de maximale hoogte van het hoofdgebouw;
  • de breedte van de erker, entreeportaal of vergelijkbaar bouwwerk niet meer bedraagt dat 50% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw;
  • de afstand van de erker, entreeportaal of vergelijkbaar bouwwerk tot de voorste perceelgrens minimaal 2 m bedraagt.
  • d. overkappingen mogen tot 1,50 m voor de voorgevel worden gebouwd, mits de afstand tot de voorste perceelgrens niet minder dan 3,00 m bedraagt en het voor de voorgevel gebouwde niet met enige wand omsloten is;
  • e. de goothoogte van aan- en uitbouwen én bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 3,50 m en de bouwhoogte niet meer dan 2/3 van de bouwhoogte van het hoofdgebouw met een maximum van 6,00 m, met dien verstande dat de hoogte in elk geval moet zijn gelegen binnen een denkbeeldig vlak onder 65º, gaande door de goothoogtelijn van 3,50 m op de zijdelingse perceelgrens;
  • f. de bouwhoogte van een overkapping mag niet meer bedragen dan 3,00 m.

11.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevel mag niet meer bedragen dan 2,00 m en voor de voorgevel niet meer dan 1,00 m;
  • b. de hoogte van pergola's voor de voorgevel mag niet meer bedragen dan 2,70 m;
  • c. de bouw van antennes is toegestaan achter de achtergevel van het hoofdgebouw, mits de hoogte niet meer bedraagt dan 15,00 m;
  • d. de bouw van schotelantennes is toegestaan achter de achtergevel van het hoofdgebouw, mits:
  • de doorsnede niet groter is dan 2,00 m;
  • de hoogte, gemeten vanaf het aansluitend terrein, niet meer bedraagt dan 3,00 m.
  • e. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3,5 m.

11.2.5 Ondergronds bouwen

Voor ondergronds bouwen gelden, met inachtneming van het bepaalde in artikel 13 'Waarde - Archeologie', de volgende regels:

  • a. ondergronds bouwen is alleen toegestaan binnen het bouwvlak;
  • b. de verticaal gemeten diepte mag niet meer bedragen dan 4,00 m.

11.2.6 Openluchtzwembad

Voor het aanleggen van een openluchtzwembad gelden de volgende regels:

  • a. de afstand van het zwembad tot de zijdelingse en achterste bestemmingsgrens mag niet minder bedragen dan 5,00 m;
  • b. de oppervlakte van het zwembad mag niet meer bedragen dan 100 m²;
  • c. het zwembad mag uitsluitend worden gesitueerd achter de achtergevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan, op een afstand van niet meer dan 50 m;
  • d. het zwembad mag uitsluitend voor hobbymatig gebruik worden benut.

11.2.7 Tennisbaan

Voor het aanleggen van een tennisbaan gelden de volgende bepalingen:

  • a. de afstand van de tennisbaan tot de zijdelingse en achterste bestemmingsgrens moet ten minste 5,00 m bedragen;
  • b. de tennisbaan mag uitsluitend worden gesitueerd achter de achtergevel van de woning of het verlengde daarvan, op een afstand van niet meer dan 50 m;
  • c. de tennisbaan mag uitsluitend voor hobbymatig gebruik worden benut.

11.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • een samenhangend stedenbouwkundig beeld.

11.4 Ontheffing van de bouwregels
11.4.1 Afwijkende dakhelling

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in 11.2.2 onder c ten behoeve van een afwijkende dakhelling, mits geen afbreuk wordt gedaan aan een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld.

11.4.2 Voorwaarde

De in 11.4.1 genoemde ontheffingen kunnen slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het samenhangend straat- en bebouwingsbeeld.

11.4.3 Procedure

Voor het toepassen van de in 11.4.1 genoemde ontheffingsbevoegdheid is de in de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde procedure van toepassing.

11.5 Specifieke gebruiksregels
11.5.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in 18.1.1, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van (vrijstaande) bijgebouwen als zelfstandige woonruimte en als afhankelijke woonruimte;

11.5.2 Aan huis verbonden beroep

Gebruik van ruimten binnen de woning of in de bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • a. maximaal 35% van het vloeroppervlak van de woning en bijgebouwen, tot ten hoogste in totaal 50 m² mag worden gebruikt voor het aan huis verbonden beroep;
  • b. degene die de activiteiten in de woning uitvoert, dient tevens de bewoner van de woning te zijn;
  • c. er mag geen detailhandel plaatsvinden.

11.6 Ontheffing van de gebruiksregels
11.6.1 Maximaal vloeroppervlak aan huis gebonden beroep

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 11.5.2. onder a, tot maximaal 75 m², mits de omvang van de activiteit niet meer gaat bedragen dan 50% van de bebouwde oppervlakte van een bouwperceel.

11.6.2 Afhankelijke woonruimte

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 11.5.1. onder b. en toestaan dat een (vrijstaand) bijgebouw gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, mits:

  • een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg;
  • er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
  • de afhankelijke woonruimte binnen de vigerende regeling inzake bijgebouwen wordt ingepast met een maximale oppervlakte van 80 m².

11.6.3 Voorwaarde gebruik afhankelijke woonruimte

Burgemeester en wethouders trekken de ontheffing, verleend op grond van 11.6.2. in, indien de bij het verlenen van de ontheffing bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.

11.6.4 Voorwaarden

De in 11.6.1. en 11.6.2. genoemde ontheffingen kunnen slechts worden verleend mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de goede woonsituatie;
  • b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

11.6.5 Aan huis verbonden bedrijf

Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 11.1. voor het uitoefenen van een aan huis verbonden bedrijf als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, mits:

  • a. de hoofdfunctie wonen blijft en de woning blijft voldoen aan het bepaalde in de gemeentelijke bouwverordening en het Bouwbesluit;
  • b. de omvang van de bedrijfsvloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 40 m2;
  • c. de bedrijven vallen onder de categorieën 1 of 2, zoals aangegeven in de tot de regels behorende Bedrijvenlijst of bedrijven die niet voorkomen in de Bedrijvenlijst, maar naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de categorieën 1 of 2;
  • d. er mag geen detailhandel plaatsvinden, uitgezonderd een beperkte verkoop als onderschikte activiteit en wel in verband met die activiteit;
  • e. eventueel extra benodigde parkeerplaatsen op eigen terrein worden gerealiseerd;

11.6.6 Procedure

Voor het toepassen van de in 11.6.1., 11.6.2. en 11.6.5. genoemde ontheffingsbevoegdheid is de in de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde procedure van toepassing.