direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf
Plan: Kom Stampersgat
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1655.BP5000-C001

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving
4.1.1 Algemene bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven;
  • b. detailhandel;
  • c. kantoren;
  • d. bedrijfswoning;

één en ander met bijbehorende voorzieningen zoals tuinen, erven, groen, parkeervoorzieningen e.d. en overeenkomstig de in 4.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.

4.1.2 Nadere detaillering van de bestemming

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 4.1.1:

a Bedrijven

Voor bedrijfsactiviteiten geldt het volgende:

  • 1. bedrijven zijn uitsluitend toegestaan indien deze behoren tot de categorieën 1 en 2 uit de staat van bedrijfsactiviteiten als opgenomen in de bijlage, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduidingen tevens de onderstaande bedrijven zijn toegestaan:
    • a. een grondwerk- en machineverhuurbedrijf ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van bedrijf - grondwerk- en machineverhuurbedrijf';
b Detailhandel

Detailhandel is uitsluitend in de volgende vormen toegestaan:

  • 1. verkoop als ondergeschikte nevenactiviteit in ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen;
  • 2. detailhandel in auto's, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - garagebedrijf'.
c Kantoren

Uitsluitend zijn niet-zelfstandige kantoren toegestaan.

d Bedrijfswoning

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is een bedrijfswoning toegestaan en maximaal één per aanduidingsvlak.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen

Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, die ten dienste staan van deze bestemming.

4.2.2 Gebouwen

Voor gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend worden gesitueerd ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
  • b. de inhoud van de bedrijfswoning mag maximaal 750 m3 bedragen;
  • c. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • d. het bebouwingspercentage van het bouwvlak mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' is aangegeven.
4.2.3 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij de bedrijfswoning

Voor aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij de bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen:

  • a. de goothoogte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 3 m dan wel 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van de woning;
  • b. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 3 m;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5,5 m;
  • d. de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 60 m².
4.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erf- of terreinafscheidingen mag buiten het “bouwvlak” niet meer bedragen dan 1 m en binnen de overige gronden niet meer dan 2 m;
  • b. de bouwhoogte van licht- en vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 6 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 4 m.
4.3 Afwijken van de bouwregels
4.3.1 Omgevingsvergunning bouwhoogte terreinafscheidingen

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2.4 teneinde voor erf- en terreinafscheidingen een bouwhoogte toe te staan van maximaal 2 m, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. uit veiligheidsoverwegingen en/of beveiligingsoogpunt van het bedrijf is de verhoging noodzakelijk;
  • b. tenminste het deel van de erf-/ terreinafscheiding tussen 1 m en 2 m hoogte dient een open constructie te zijn;
  • c. het uitzicht wordt niet dusdanig belemmerd dat daardoor de verkeersveiligheid in gevaar wordt gebracht;
  • d. de omgevingsvergunning leidt niet tot een onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving;
  • e. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt.
4.3.2 Omgevingsvergunning carnavalswagens

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 4.2.1 voor het bouwen van een gebouw ten behoeve van het bouwen van carnavalswagens met inachtneming van de volgende regels:

  • a. De oppervlakte van het gebouw mag niet meer bedragen dan 200 m² en de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6 m.
4.4 Specifieke gebruiksregels
4.4.1 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming ten behoeve van:

  • a. geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
  • b. BEVI-inrichtingen;
  • c. seksinrichtingen.
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.5.1 Omgevingsvergunning vergelijkbare bedrijven

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in 4.1.2 onder a voor het toestaan van bedrijven die niet zijn opgenomen in de als bijlage toegevoegde Staat van bedrijfsactiviteiten, danwel zijn opgenomen in een hogere bedrijfscategorie, en deze bedrijven naar aard en milieubelasting en ruimtelijke impact (verkeersaantrekkende werking, ruimtebeslag, aantal arbeidsplaatsen e.d.) vergelijkbaar zijn met de toegestane bedrijven, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. een onevenredige toename van de aantasting van het woon- en leefklimaat is niet toegestaan;
  • b. er vindt geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken plaats.