direct naar inhoud van Artikel 15 Leiding - Gas
Plan: Kom Bosschenhoofd
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1655.BP4000-C001

Artikel 15 Leiding - Gas

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een gasleiding, alsmede 5 m aan weerszijden van de op de verbeelding opgenomen aanduiding Leiding - Gas voor de instandhouding van een gasleiding.

15.2 Bouwregels

Op de in 15.1. bedoelde gronden zijn uitsluitend toegestaan bestaande bouwwerke n van geringe omvang ten dienste van de betreffende leiding, met een maximale bouwhoogte van 4 m.

15.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 15.2. teneinde het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende hoofdbestemming toe te staan, mits hierbij uit hoofde van de bescherming van de leidingen geen bezwaar bestaat; dienaangaande wordt voor de verlening van de vergunning door het bevoegd gezag advies ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.

15.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
15.4.1 Vergunningplichtige werken

Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken en werkzaamheden uit te (doen) voeren:

  • a. het aanbrengen van (half-)verhardingen;
  • b. het vergraven, ophogen, diepwoelen, diepploegen of egaliseren van de bodem;
  • c. het aanbrengen van diepwortelende beplanting en/of bomen;
  • d. het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op andere wijze ingraven c.q. indrijven van voorwerpen;
  • e. het uitvoeren van graafwerkzaamheden anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  • f. het graven van sloten en het leggen van (drainage)leidingen.
15.4.2 Uitzonderingen

Het onder 15.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:

  • a. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan een omgevingsvergunning is verleend;
  • b. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren;
  • c. welke het normale onderhoud van de leiding of de onderliggende bestemming betreft;
  • d. welke graafwerkzaamheden als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten vormen.
15.4.3 Voorwaarden

De in 15.4.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien en voorzover door de werken en werkzaamheden geen veiligheidsrisico's ontstaan en de betreffende leiding niet wordt aangetast; dienaangaande vraagt het bevoegd gezag advies van de leidingbeheerder.