28.1 Luchtvaartverkeerzone
Al dan niet in afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 geldt ter plaatse van de aanduiding ‘luchtvaartverkeerzone (met nummer)’ dat ten behoeve van het obstakelvrije (start- en landings)vlak met zijkanten de bouwhoogte van een bouwwerk niet meer mag bedragen dan de bouwhoogte die wordt verkregen door lineaire interpolatie van:
-
a. ter plaatse van de aanduiding ‘Luchtvaartverkeerzone – 5’ van 46,56 m en 55,7 m boven NAP;
-
b. ter plaatse van de aanduiding ‘Luchtvaartverkeerzone – 6’ van 55,7 m en 64,84 m boven NAP;
-
c. ter plaatse van de aanduiding ‘Luchtvaartverkeerzone – 7’ van 64,84 m en 73,98 m boven NAP;
-
d. ter plaatse van de aanduiding ‘Luchtvaartverkeerzone – 8’ van 73,98 m en 83,12 m boven NAP;
-
e. ter plaatse van de aanduiding ‘Luchtvaartverkeerzone – 9’ van 83,12 m en 92,26 m boven NAP;
-
f. ter plaatse van de aanduiding ‘Luchtvaartverkeerzone – 10’ van 92,26 m en 101,4 m boven NAP;
-
g. ter plaatse van de aanduiding ‘Luchtvaartverkeerzone – 11’ van 101,4 m en 110,54 m boven NAP;
in verband met het beschermingsgebied van in- en uitvliegfunnel van vliegtuigen.