direct naar inhoud van Artikel 3 Gemengd
Plan: Tivoliplein
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1655.BP1005-C003

Artikel 3 Gemengd

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woningen in de vorm van appartementen;
  • b. detailhandel, dienstverlening, waaronder grafische en maatschappelijke dienstverlening en horeca I tot een maximum gezamenlijk oppervlak van 1350 m2 uitsluitend op de begane grond, met dien verstande dat detailhandel in de vorm van een supermarkt niet is toegestaan en dat ten hoogste 2 horecavestigingen zijn toegestaan met elk een oppervlak van ten hoogste 250 m2;
  • c. horeca III, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 3';
  • d. het behoud, beheer en herstel van de aanwezige cultuurhistorische en monumentale waarden van beschermde monumenten, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - rijksmonument';
  • e. woonstraten en pleinen;
  • f. voet- en rijwielpaden;

met de daarbij behorende en ondergeschikte voorzieningen zoals:

  • g. erven en tuinen;
  • h. groenvoorzieningen;
  • i. water;
  • j. nutsvoorzieningen;
  • k. fietsenstallingen, abri's, telefooncellen, straatmeubilair en dergelijke;
  • l. speel- en verblijfsvoorzieningen;
  • m. terrassen.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Hoofdgebouwen

Binnen deze bestemming mogen hoofdgebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden gesitueerd binnen het bouwvlak;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan de op de verbeelding aangegeven bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)';
  • c. de goothoogte mag niet meer bedragen dan de op de verbeelding aangegeven goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)';
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken ten behoeve van verlichting, geleiding, beveiliging en regeling van verkeer mag ten hoogste 8 meter bedragen;
  • b. de bouwhoogte van beeldende kunstwerken mag ten hoogste 5 meter bedragen;
  • c. de bebouwde oppervlakte van beeldende kunstwerken mag niet meer bedragen dan 25 m2;
  • d. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogte 2 meter bedragen;
  • e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 4 meter bedragen.

3.3 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 en tevens toestaan dat de gronden gebruikt worden voor kantoren, mits het gebruik niet leidt tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluiting en wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid, conform de op dat moment geldende gemeentelijke parkeernormen.