direct naar inhoud van Artikel 33 Algemene aanduidingsregels
Plan: Kom Oudenbosch
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1655.BP1000-C001

Artikel 33 Algemene aanduidingsregels

33.1 Luchtvaartverkeerzone

Al dan niet in afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 geldt ter plaatse van de aanduiding ‘luchtvaartverkeerzone (met nummer)’ dat ten behoeve van het obstakelvrije (start- en landings)vlak met zijkanten de bouwhoogte van een bouwwerk niet meer mag bedragen dan de bouwhoogte die wordt verkregen door lineaire interpolatie van:

  • a. ter plaatse van de aanduiding ‘Luchtvaartverkeerzone – 8’ van 73,98 m en 83,12 m boven NAP;
  • b. ter plaatse van de aanduiding ‘Luchtvaartverkeerzone – 9’ van 83,12 m en 92,26 m boven NAP;
  • c. ter plaatse van de aanduiding ‘Luchtvaartverkeerzone – 10’ van 92,26 m en 101,4 m boven NAP;
  • d. ter plaatse van de aanduiding ‘Luchtvaartverkeerzone – 11’ van 101,4 m en 110,54 m boven NAP;

in verband met het beschermingsgebied van in- en uitvliegfunnel van vliegtuigen.

33.2 Veiligheidszone - leiding
33.2.1 Algemeen

Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone – leiding' zijn geen nieuwe kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten toegestaan.

33.2.2 Afwijken

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 33.2.1 teneinde (beperkt) kwetsbare objecten toe te staan ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone – leiding', met dien verstande dat het bouwen uitsluitend is toegestaan als voldaan wordt aan de wet- en regelgeving ten aanzien van het aspect externe veiligheid.

Daarbij wordt een verantwoording gegeven van het groepsrisico in het invloedsgebied.

33.2.3 Verwijderen / aanpassen aanduiding

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen teneinde (een gedeelte van) de 'veiligheidszone - leiding' te verwijderen of te wijzigen en de bijbehorende regels en begrippen op dit punt aan te passen indien de leiding wordt verwijderd of verplaatst, danwel indien door het nemen van technische maatregelen blijkt dat de aan te houden afstand kan worden verkleind.