Plan: | Woon-werkgebied Elsendorp |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1652.BPwwgelsendorp-VA01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Woon-werkgebied Elsendorp met identificatienummer NL.IMRO.1652.BPwwgelsendorp-VA01 van de gemeente Gemert-Bakel.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
een in het plan aangegeven percentage dat de grootte van het in de regels aangegeven terrein aangeeft dat ten hoogste mag worden bebouwd.
een bedrijf, dat vanuit bedrijfsbebouwing wordt uitgeoefend en dat is gericht op het vervaardigen van producten danwel het op een externe locatie uitvoeren van werkzaamheden. De bedrijfsactiviteiten worden uitgevoerd door ten minste de bewoner of bewoonster van de op hetzelfde bouwperceel aanwezige woning. Het betreft bedrijfsvormen in de milieucategorieën 1 of 2 (bijlage 1), of daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen bedrijfsactiviteiten.
bebouwing, in de vorm van een gebouw of een gedeelte van een gebouw, met uitzondering van de bedrijfswoning, die dient voor de uitoefening van één of meer bedrijfsactiviteiten.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een groenelement, bestaande uit beplanting en / of andere groenelementen, zoals een poel of een vlinderweide, dat gelegen is binnen een bestemmingsvlak. De groene erfinrichting is van belang voor het behoud of versterken van de beeldkwaliteit ter plaatse.
Een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
de milieucategorie die aan een bepaalde bedrijfsactiviteit is toegekend in de Brochure Bedrijven en milieuzonering, editie 2009, uitgebracht door de Vereniging van Nederlandse Gemeente ISBN 9789012130813 zoals deze luidt op de datum van ter inzage legging van het ontwerp van dit bestemmingsplan.
afscheiding bestaande uit houten palen met bedrading c.q. draadwerk, dan wel in gaasvorm.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
bij gebouwen waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg grenst, is het peil de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang. In andere gevallen is het peil de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
de gevel van een gebouw, die is gekeerd naar de weg of het openbaar gebied waarop het bouwperceel overwegend georiënteerd is (bij een hoekperceel is er slechts sprake van één voorgevel)
de denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de zijdelingse perceelgrenzen
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede waterkering, wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, waterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan onder meer gedacht worden aan infiltratievoorzieningen (zoals infiltratiekratten, wadi's, infiltratiegreppels, doorlatende bestrating en infiltratie-en transportriolen), dijken, dammen, grondwallen, duikers, stuwen en gemalen
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren
tussen de verst van elkaar gelegen punten van die werken, horizontaal gemeten
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk
afstanden tussen bouwwerken onderling en ook afstanden van bouwwerken tot erfscheidingen worden daar gemeten, waar deze afstanden het kleinst zijn
de vloeroppervlakte van alle voor mensen toegankelijke ruimten binnen een gebouw.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op of in de voor 'Natuur' aangewezen gronden mogen geen bouwwerken worden opgericht, met uitzondering van:
Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 3.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 3.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien zij verband houden met de doeleinden, die aan de bestemming zijn toegekend en door het uitvoeren van deze werken of werkzaamheden noch direct noch indirect onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden en kwaliteiten van de desbetreffende gronden zoals omschreven in de bestemming.
De voor 'Wonen - Woon-werkgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor het bouwen op of in de voor 'Wonen - Woon-werkgebied' aangewezen gronden gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van woningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken van openbaar nut geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 3 meter mag bedragen en de oppervlakte niet meer dan 15 m² mag bedragen.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Bij het bouwen van bouwwerken op grond van het bepaalde in artikel 4.2 dient op eigen terein voldoende parkeergelegenheid te worden gerealiseerd en vervolgens in stand te worden gehouden. Er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid indien wordt voldaan aan de Parkeerbeleidsnota Gemert-Bakel 2013, als vastgesteld door de gemeenteraad op 21 november 2013, dan wel wanneer deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, wordt voldaan aan de actuele vastgestelde nota op het moment dat de aanvraag omgevingsvergunning wordt ingediend.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning met maximaal 20% afwijken van de afstanden en inhouds- en hoogtematen als genoemd in artikel 4.2 indien daarmee geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het stedenbouwkundig beeld ter plaatse en de gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen percelen niet onevenredig nadelig worden beïnvloed.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2.7 indien bij de aanvraag omgevingsvergunning wordt aangetoond dat anderszins is geborgd dat onevenredige parkeeroverlast in het openbaar gebied wordt voorkomen.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.2.3 sub a. ten behoeve van het realiseren van bedrijfsgebouwen op een afstand van minimaal 8 meter uit de naar de weg gekeerde bouwperceelsgrens, mits:
Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - geluidscherm' dient een geluidscherm van 3 m1 hoog te worden gerealiseerd en duurzaam in stand te worden gehouden. De binnen het plangebied aanwezige woningen mogen, voor zover daarvoor een hogere grenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder voor dient te worden vastgesteld parallel aan de vaststellingsprocedure voor dit plan, niet in gebruik worden genomen alvorens voornoemd scherm is gerealiseerd.
Ter waarborging van de bereikbaarheid voor hulpdiensten dienen de ontsluitingswegen in het plangebied minimaal 5 meter breed te zijn.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.4.1 sub d. ten behoeve van het gebruik van de gronden voor buitenopslag mits:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.1 sub a. en 4.2.1 sub c. ten behoeve van het gebruik van de gronden voor bedrijfsdoeleinden, zonder de aanwezigheid van een woning mits:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen mag in afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 de bouwgrens, gevellijn of bestemmingsgrens worden overschreden door tot gebouwen behorende ondergeschikte bouwdelen als stoepen, stoeptreden, funderingen, plinten, pilasters, kozijnen, standleidingen voor hemelwater, gevelversieringen, wanden van ventilatiekanalen, gasafvoerkanalen en schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, gevelversieringen, overstekende daken, putten, leidingen, goten en inrichtingen voor de watervoorziening of de afvoer of verzameling van water en rioolstoffen en hiermee vergelijkbare bouwdelen, indien de overschrijding niet meer dan 0,75 m bedraagt.
De voor Milieuzone - beperking geurhinder zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd ter voorkoming van het gebruik van de gronden voor geurgevoelige functie(s) die omliggende (agrarische) bedrijven beperken in het vergunde en/of toekomstige gebruik; en/of waarvoor geen aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd.
Ter plaatse van de aanduiding Milieuzone - beperking geurhinder mogen geen gebouwen en/of bouwwerken worden opgericht die blijkens aard, vorm en functie zijn bedoeld voor een geurgevoelige functie die omliggende (agrarische) bedrijven beperkt in het vergunde en/of toekomstige gebruik; en/of waarvoor geen aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd.
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval aangemerkt:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door de als Milieuzone - beperking geurhinder aangewezen gronden waarvoor, middels een gebiedsaanduiding, een beperking geldt voor het realiseren van geurgevoelige functies en/ of objecten te wijzigen of deze aanduiding geheel of gedeeltelijk van de verbeelding te verwijderen, indien:
De voor Milieuzone - beperking geluidhinder zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd ter voorkoming van het gebruik van de gronden voor geluidgevoelige functie(s) die omliggende (agrarische) bedrijven beperken in het vergunde en/of toekomstige gebruik; en/of waarvoor geen aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd.
Ter plaatse van de aanduiding Milieuzone - beperking geluidhinder mogen geen gebouwen en/of bouwwerken worden opgericht die blijkens aard, vorm en functie zijn bedoeld voor een geluidgevoelige functie die omliggende (agrarische) bedrijven beperkt in het vergunde en/of toekomstige gebruik; en/of waarvoor geen aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd.
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval aangemerkt:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door de als Milieuzone - beperking geluidhinder aangewezen gronden waarvoor, middels een gebiedsaanduiding, een beperking geldt voor het realiseren van geluidgevoelige functies en/ of objecten te wijzigen of de aanduiding geheel of gedeeltelijk van de verbeelding te verwijderen, indien:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van de regels ten aanzien van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op een andere situering en/of begrenzing van de bestemmings- en/of bebouwingsgrenzen, indien bij de uitvoering van het plan mocht blijken dat verschuivingen in verband met de uitvoering van een bouwplan waarvan realisering wenselijk of noodzakelijk wordt geacht, nodig zijn, mits de oppervlakte van een bestemmings- en/of bebouwingsvlak met niet meer dan 10% wordt gewijzigd en grenzen van vlakken niet meer dan 10 meter worden verschoven en slechts indien wordt aangetoond dat de wijziging geen onevenredig nadelige gevolgen heeft voor de gebruiksmogelijkheden van omliggende percelen en het goed woon- en leefklimaat.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Woon-werkgebied Elsendorp'.