3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. groenvoorzieningen, bermen, beplanting bomen en parken;
-
b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - hertenweide', een hertenweide;
met daaraan ondergeschikt:
-
c. parkeervoorzieningen;
-
d. speelvoorzieningen;
-
e. (ontsluitings-) wegen en paden;
-
f. water, waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen, waterpartijen en (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
-
g. kunstobjecten;
-
h. leidingen en kabels;
-
i. (openbare) nutsvoorzieningen;
met de daarbij behorende:
-
j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.3 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik van de grond en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c. Wabo wordt in elk geval verstaan:
-
a. standplaats voor één of meerdere kampeermiddelen;
-
b. opslag-, stort-, lozings- of bergplaats van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen of producten, behoudens voorzover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
-
c. het al dan niet voor de verkoop opslaan en opstellen van ongebruikte en/of gebruikte dan wel geheel of gedeeltelijk of gebruikte onderdelen samengestelde machines en voer- of vaartuigen c.q. onderdelen daarvan, welke bruikbaar en niet aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken zijn, behoudens voor zover het betreft parkeren in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
-
d. opslagplaats van bouw- en/of aannemersmaterialen.
3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwken zijnde, of van werkzaamheden
3.4.1 Verboden uitvoering van andere werken
Het is verboden op of in de in 3.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) de volgende werken, niet zijnde bouwwerken, of werkzaamheden uit te voeren:
-
a. aanbrengen van oppervlakteverharding groter dan 100 m².
3.4.2 Voorwaarden
De in 3.4.1 genoemde werken en/of werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar indien:
-
a. zij verband houden met de in 3.1 genoemde doeleinden;
-
b. door het uitvoeren van deze werken of werkzaamheden noch direct noch indirect onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden en kwaliteiten van de desbetreffende gronden zoals omschreven in de desbetreffende bestemming met eventuele aanduiding.
3.4.3 Uitzonderingen
Het verbod bedoeld in 3.4.1 is niet van toepassing op andere werken die:
-
a. normaal onderhoud, gebruik en beheer (werkzaamheden in de bodem tot een diepte van maximaal 0,40 m) ten dienste van de bestemming betreffen;
-
b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
-
c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.