Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Uithuizermeeden Dorpscentrum
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1651.BP09-0401

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. agrarische cultuurgrond;

    met daaraan ondergeschikt:
     
  2. nutsvoorzieningen;
  3. extensief dagrecreatief medegebruik;
  4. wegen en paden;
  5. sloten, poelen, en naar de aard daarmee gelijk te stellen waterlopen en -partijen.
Ten dienste van en in verband met de bestemming zijn op deze gronden gebouwen, andere bouwwerken, beplantingen, alsmede verhardingen en andere bijbehorende voorzieningen toegestaan.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen
Het bouwen van gebouwen is niet toegestaan.
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde is niet toegestaan.
3.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
  1. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van niet-grondgebonden agrarische bedrijfsactiviteiten;
  2. het opslaan van mest en/of andere landbouwproducten;
  3. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen en/of de aanleg van wegen en paden anders dan ten behoeve van het agrarisch gebruik (buiten het bouwvlak) of de noodzakelijke bereikbaarheid van bebouwde percelen.
3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.4.1 Omgevingsvergunning
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijk vergunning (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden), het volgende uit te voeren:
  1. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van het extensief dagrecreatief medegebruik en/of het educatief medegebruik;
  2. het aanleggen en/of verharden van paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, met uitzondering van het aanleggen en/of verharden van wegen ter ontsluiting van percelen.
3.4.2 Uitzondering
Het in artikel 3 lid 4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
  1. het normale onderhoud of normale agrarische gebruik betreffen;
  2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
3.4.3 Voorwaarden
De in artikel 3 lid 4.1 genoemde vergunningen kunnen slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden en de bodemkundige, cultuurhistorische en archeologische waarden.