Artikel 14 Algemene wijzigingsregels
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in diƩ zin dat:
-
a. de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' wordt aangebracht, indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat de begrenzing van de gronden met deze dubbelbestemming, gelet op de ter plaatse aanwezige archeologische waarden, aanpassing behoeft;
-
b. de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' wordt aangebracht, indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat de begrenzing van de gronden met deze dubbelbestemming, gelet op ter plaatse aanwezige archeologische waarden, aanpassing behoeft;
-
c. de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 4' wordt aangebracht, indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat de begrenzing van de gronden met deze dubbelbestemming, gelet op ter plaatse aanwezige archeologische waarden, aanpassing behoeft;
-
d. de dubbelbestemming 'Leiding - Buisleiding' wordt aangebracht, mits:
-
1. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast indien er sprake is van het verleggen van een bestaande leiding dan wel het leggen van een nieuwe leiding met een lengte van ten hoogste:
- 1 kilometer, indien sprake is van een buisleiding voor het transport van gas (geen aardgas), olie of chemicaliƫn;
- 5 kilometer, indien sprake is van een buisleiding voor het transport van aardgas;
- 10 kilometer, indien sprake is van een buisleiding met een doorsnede van ten hoogste 1,00 m;
-
2. de leiding wordt gelegd op een diepte van minimaal 2,00 m beneden het maaiveld;
-
3. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de natuurlijke en landschappelijke waarden, de bodemkundige, de cultuurhistorische en archeologische waarden, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;