direct naar inhoud van Artikel 22: Kantoor - Borgterrein
Plan: Bestemmingsplan Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1651.0711602-VG01

Artikel 22: Kantoor - Borgterrein

22.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Kantoor - Borgterrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een woonhuis met allure al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit;
  • b. een gebouw ten behoeve een conferentieoord en/of kantoor;
  • c. een duiventil, ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van recreatie - duiventil”;
  • d. een theehuis, ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van recreatie - theehuis”;
  • e. een schuur, ter plaatse van de aanduiding “bijgebouwen”;
  • f. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke, cultuurhistorische en natuurlijke waarden van de gronden, de bestaande erfbeplanting, en de bestaande grachten ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van waarde - gracht”;

met de daarbijbehorende:

  • g. tuinen en erven;
  • h. wegen en paden;
  • i. parkeervoorzieningen, ter plaatse van de aanduiding “parkeerterrein”;
  • j. water;
  • k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

22.2. Bouwregels
22.2.1. Gebouwen als bedoeld in lid 22.1 onder a t/m e

Voor het bouwen van de gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de in lid 22.1. onder a en b genoemde gebouwen zullen worden gebouwd binnen een bouwvlak;
  • b. de in lid 22.1. onder c t/m e genoemde gebouwen zullen worden gebouwd binnen het gebied dat is voorzien van de daartoe specifiek opgenomen aanduiding;
  • c. de goothoogte, dakhelling en bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste de bestaande goothoogte, dakhelling en bouwhoogte bedragen.

22.2.2. Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:

  • de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 3,00 m bedragen.

22.3. Ontheffing van de bouwregels
22.3.1. Bouwen buiten bouwvlak

Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 22.2.1. onder a en/of b en toestaan dat de gebouwen als gevolg van een uitbreiding van de bestaande gebouwen deels buiten een bouwvlak of deels buiten de aanduidingsgrens worden gebouwd, mits:

  • a. de bestaande oppervlakte van de gebouwen met ten hoogste 10% wordt vergroot;
  • b. de grenzen van een bouwvlak of een aanduiding met ten hoogste 3,00 m worden overschreden;
  • c. voorafgaand aan het verlenen van de ontheffing advies is ingewonnen van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg;
  • d. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke, cultuurhistorische en natuurlijke waarden van de gronden, de bestaande erfbeplanting, en de bestaande grachten.

22.4. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van woonhuizen in combinatie met bedrijfsdoeleinden anders dan een aan-huis-verbonden beroep en/of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit;
  • b. het gebruik van een woonhuis voor meer dan één woning;
  • c. het gebruik van de schuur anders dan koetsruimte, stal, wagenschuur, bergruimte en opslagruimte dan wel een naar de aard daarmee gelijk te stellen gebruik;
  • d. het dempen van grachten voor zover deze zijn voorzien van de aanduiding “specifieke vorm van waarde - gracht;
  • e. het gebruik van gronden ten behoeve van het parkeren, tenzij de gronden zijn voorzien van de aanduiding “parkeerterrein”;
  • f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden;
  • g. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel;
  • h. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horecadoeleinden.

22.5. Aanlegvergunning
22.5.1. Aanlegvergunningplichtige werken en werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijk vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning), de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het kweken van bomen en fruitteelt;
  • b. het kappen van bomen.

22.5.2. Uitzondering

Het in lid 22.5.1. vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

22.5.3. Voorwaarden

De in lid 22.5.1. genoemde vergunningen kunnen slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke, cultuurhistorische en natuurlijke waarden van de gronden en de bestaande erfbeplanting.