direct naar inhoud van Artikel 12 Recreatie - Verblijfsrecreatie
Plan: Stevensweert
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1641.BPL017-VG01

Artikel 12 Recreatie - Verblijfsrecreatie

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning', een recreatiewoning;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - vakantiepark 1', verblijfsrecreatie in de vorm van vakantiewoningen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - vakantiepark 2', verblijfsrecreatie in de vorm van vakantiewoningen;
  • d. wegen, paden en verhardingen;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. speelvoorzieningen;
  • h. (ondergrondse) waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen, waterpartijen en andere wateroppervlaktes;
  • i. voorzieningen van algemeen nut.
12.2 Bouwregels
12.2.1 Recreatiewoningen

Ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend worden opgericht binnen het bouwvlak;
  • b. de goothoogte van gebouwen bedraagt niet meer dan 6,00 meter en de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 9,00 meter.
12.2.2 Bijgebouwen bij recreatiewoningen

Het bouwen van aangebouwde en vrijstaande bijgebouwen bij recreatiewoningen is toegestaan tot een maximale oppervlakte van 70 m2 per recreatiewoning en uitsluitend binnen het bouwvlak.

12.2.3 Vakantiepark 1

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - vakantiepark 1' gelden de volgende bepalingen:

  • a. er mogen maximaal 146 vakantiewoningen worden gebouwd;
  • b. de vakantiewoningen hebben een maximale oppervlakte van 60 m2;
  • c. de vakantiewoningen hebben een maximale goothoogte van 3,00 meter;
  • d. de vakantiewoningen hebben een maximale bouwhoogte van 7,50 meter;
  • e. per vakantiewoning mag één aangebouwd bijgebouw worden gerealiseerd met een maximale oppervlakte van 20 m2, een maximale goothoogte van 2,50 meter en een maximale bouwhoogte van 4,50 meter;
  • f. het bouwen van vrijstaande bijgebouwen is niet toegestaan.
12.2.4 Vakantiepark 2

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - vakantiepark 2' gelden de volgende bepalingen:

  • a. er mogen maximaal 50 vakantiewoningen worden gebouwd;
  • b. de vakantiewoningen hebben een maximale inhoud van 500 m3;
  • c. de vakantiewoningen hebben een maximale goothoogte van 5,50 meter;
  • d. de vakantiewoningen hebben een minimale dakhelling van 25o en een maximale dakhelling van 60o;
  • e. per vakantiewoning mag één aangebouwd bijgebouw worden gerealiseerd met een maximale oppervlakte van 20 m2, een maximale goothoogte van 2,50 meter en een maximale bouwhoogte van 4,50 meter;
  • f. het bouwen van vrijstaande bijgebouwen is niet toegestaan.
12.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:

  • a. de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt 2 meter;
  • b. de maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt 8 meter.
12.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
12.4 Specifieke gebruiksregels
12.4.1 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik van gronden en opstallen wordt in elk geval verstaan het gebruik voor:

  • a. detailhandel;
  • b. permanente of tijdelijke bewoning;
  • c. horeca, met uitzondering van ondergeschikte horeca;
  • d. erotisch getinte bedrijven en prostitutie;
  • e. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • f. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.