Plan: | Lint-Zuid 2017 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1621.BP0184-VAST |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan 'Lint-Zuid 2017' van de gemeente Lansingerland.
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1621.BP0184-VAST met de bijbehorende regels.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een uitbreiding van het hoofdgebouw die qua afmetingen ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en in functioneel opzicht deel uitmaakt van het hoofdgebouw.
de van de weg gekeerde gevel van een gebouw, exclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken, die parallel of nagenoeg parallel loopt aan de voorgevel.
de lijn waarin de achtergevel van een gebouw is gelegen alsmede het verlengde daarvan.
een locatie waar consumenten de goederen af kunnen halen die zij via internet of via andere communicatiemiddelen hebben besteld, inclusief bijbehorende logistiek en opslag, zonder dat sprake is van uitstalling of het te koop aanbieden van goederen.
geheel of gedeeltelijk onder peil gelegen bouwwerken / voorzieningen ten behoeve van de inzameling van huishoudelijk afval, glas en dergelijke;
Bedrijven welke zich richten op persoonlijke of zakelijke dienstverlening zoals kapsalons, wasserettes, kantoren al dan niet met baliefunctie, worden hieronder niet begrepen.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde.
een werk, geen bouwwerk zijnde zoals het aanleggen van of aanbrengen van oppervlakteverhardingen, of het aanbrengen van ondergrondse drainage-, transport-, energie-, of telecommunicatieleidingen en de daarmee verbandhoudende constructies, installaties of apparatuur.
een antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.
een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
een door burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van de archeologie.
de aan een gebied toegerekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit het verleden.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
de op de kaart, blijkens een daarop voorkomende verklaring als zodanig aangegeven lijnen, welke bij het bouwen van gebouwen naar de zijde vanwaar deze hoofdzakelijk toegankelijk zijn (voorgevelbouwgrens) of naar de andere zijde van het bebouwingsvlak (achtergevelbouwgrens) of zijdelings (zijgevelbouwgrens) niet mogen worden overschreden, tenzij in deze voorschriften anders is bepaald;
het percentage van de oppervlakte van een bestemmings- of bouwvlak dat mag worden bebouwd.
een aan een woning ondergeschikte toeristisch-recreatieve voorziening, niet zijnde een zelfstandige wooneenheid, gericht op het bieden van een mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt, voor een kortdurend verblijf (waaronder ook zakelijk toerisme). Onder een Bed & Breakfast wordt niet verstaan:
het, onder voorwaarden, uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten aan huis:
in de woning en de daarbij behorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie.
een gebouw, geen kas zijnde, dat blijkens zijn indeling en inrichting kennelijk is bestemd om te worden gebruikt als bedrijfsruimte voor de uitoefening van een of meer bedrijfsactiviteiten.
een activiteit, gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen.
de totale oppervlakte van alle bouwlagen van kantoren, winkels en/of bedrijven met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten, zoals werkkasten, kantine, toiletten en douches.
een werkruimte waarbinnen beroeps- of bedrijfsmatig diensten worden verleend - geen dienstverlenend bedrijf zijnde - en ambachtelijke en/of verzorgende bedrijvigheid plaatsvindt, overwegend door middel van handwerk, waarbij de aard (qua milieuplanologische hinder) en omvang van de bedrijfsactiviteiten zodanig is dat deze activiteiten in een woning kunnen worden uitgeoefend en de activiteiten geen onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving.
een woning in of bij een bedrijf(sgebouw) of op dan wel bij een bedrijfsterrein bestemd voor één huishouden waarvan huisvesting daar, gelet op de aard, inrichting en omvang van het betreffende bedrijf, noodzakelijk is.
het beroepsmatig uitoefenen van in hoofdzaak niet publieksaantrekkende en kleinschalige activiteiten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, educatief, kunstzinnig, ontwerptechnisch, maatschappelijk of daarmee gelijk te stellen gebied, in de woning en de daarbij behorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie.
het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, educatief, kunstzinnig, ontwerptechnisch, maatschappelijk of hiermeedaarbij gelijk te stellen gebied, die door de aard (qua milieuplanologische hinder) en de omvang in een woning en behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie kunnen worden uitgeoefend en de activiteiten geen onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving.
een werkruimte waarbinnen beroepsmatig diensten worden verricht op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, educatief, kunstzinnig, ontwerptechnisch, maatschappelijk of hiermede naar de aard gelijk te stellen beroep dat door zijn aard en omvang zodanig is dat deze activiteiten in een woning kunnen worden uitgeoefend en de activiteiten geen onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving.
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet of de Wabo.
een bouwwerk dat op het moment van inwerkingtreding van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van inwerkingtreding is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;.
het gebruik dat op het moment van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaat en in overeenstemming is met het voorheen geldend planologische regime.
bebouwing aanwezig ten tijde van de in artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening bedoelde terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan;
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bedrijven zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
een (vrijstaand) niet voor bewoning bestemd gebouw, dat in functioneel opzicht en qua afmeting ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
de begane grond of een verdieping van een gebouw, een onderhuis en een zolder worden hier niet onder begrepen.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
een overkapping ten behoeve van het stallen van auto's zonder tot de constructie behorende wanden.
een door burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van de cultuurhistorie.
de aan een bouwwerk of object eigen zijnde waarde in verband met de herkenbaarheid van de in het verleden ontstane elementen van het bouwwerk in relatie tot de geschiedkundige ontwikkeling van het gebied. Architectonische waarde wordt hieronder mede begrepen.
hoogste punt van een schuin dak.
laagste punt van een schuin dak.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Onder detailhandel wordt niet begrepen een afhaalpunt en een webwinkel.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder een uitzendbureau, een bankfiliaal, een makelaar, een reisbureau, een kapsalon en een apotheek.
een complex van ruimten dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van één huishouden.
het al dan niet bebouwde perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat hoofdgebouw.
schuttingen, muren, terrasschermen en andere gebouwde verticale afscheidingen welke al dan niet op de erfgrens zijn geplaatst.
bijbehorende bouwwerken bij een hoofdgebouw.
commerciële kinderopvang in een gezinssituatie door een ander dan de ouders in de woning waar de gastouder zijn hoofdverblijf heeft.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
de krachtens de Wet geluidhinder geldende maximaal toegestane geluidbelasting;
een geluidsgevoelige gebouw, terrein en/of ruimte zoals gedefinieerd in de Wet geluidhinder.
een woning in een gebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan personen of instellingen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit;
Het geven van trainingen aan honden en het opvangen van honden gedurende de dag;
de krachtens de Wet geluidhinder vastgestelde hogere maximaal toegestane geluidbelasting;
een gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
een bedrijf dat in zijn algemeenheid gericht is op het verstrekken van nachtverblijf, op het verstrekken en/of ter plaatse nuttigen van voedsel en/of dranken en/of het exploiteren van zaalaccommodatie. De volgende specifieke vormen worden onder horeca begrepen.
een tent, een tentwagen, een kampeerauto of caravan, dan wel enig ander onderkomen en enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, waarvoor ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht een omgevingsvergunning is vereist, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend of tijdelijk zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
een gebouw of een deel van een gebouw welke door haar indeling en inrichting kennelijk is bestemd om uitsluitend te worden gebruikt voor administratieve en daarmee gelijk te stellen werkzaamheden (al dan niet met een baliefunctie).
een dakafdekking van een gebouw waarbij bij een horizontale projectie ten minste 50% van het gebouw wordt afgedekt met hellende dakvlakken;
zie lid 1.10 onder 3;
een voorziening waar zelfstandige kinderopvang plaatsvindt, anders dan gastouderopvang.
het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen en opvoeden van kinderen, zoals gastouderopvang, een kindercentrum, buitenschoolse opvang (BSO) en een peuterspeelzaal.
Kwetsbare objecten:
Beperkt kwetsbare objecten:
een overheids-, medische, educatieve-, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, recreatieve en/of vergelijkbare maatschappelijke voorziening, een voorziening ten behoeve van sportbeoefening, kinderdagverblijf, kinderopvang, een voorziening ten behoeve van bejaarden, alsmede ondergeschikte vormen van niet zelfstandige detailhandel, niet zelfstandige dienstverlening ten dienste van de gebruikers van deze voorziening.
een aan een bedrijfsactiviteit toegekende categorie volgens de in de bijlage bij de regels opgenomen Staat van bedrijfsactiviteiten 1.
een complex van ruimten met een hoogte van ten hoogste 1.50 meter ten opzichte van het peil welke gesitueerd is onder de eerste bouwlaag van een gebouw en als zodanig niet wordt aangemerkt als bouwlaag.
een voor verblijf geschikt, al dan niet aan hun bestemming onttrokken, voer- of vaartuig, ark, woonboot, kampeermiddel en soortgelijke verblijfsmiddelen, voor zover deze niet als bouwwerk zijn aan te merken.
openbaar toegankelijk gebied: weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer.
een kapconstuctie over een ruimte of ander bouwwerk met maximaal twee gesloten wanden (al dan niet tot de constructie behorend).
Een en ander voor zover in deze regels niet anders is bepaald.
zie 'bouwperceel'.
zie 'bouwperceelgrens'.
een beroepsmatige werkruimte voor beoefenaren van vrije beroepen, zoals medische, paramedische, administratieve, kunstzinnige en daarmee naar de aard gelijk te stellen beroepen,
het zich beschikbaar stellen voor het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
gebruik van gronden voor dagrecreatieve en sportieve voorzieningen, zoals speelweiden en veldsporten;
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden.
Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan:
al dan niet in combinatie met elkaar.
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarbinnen detailhandel in goederen van erotisch-pornografische aard plaatsvindt.
de Staat van bedrijfsactiviteiten 1 en Staat van bedrijfsactiviteiten 2 die van deze regels deel uitmaken.
al dan niet zijnde bouwwerken ten behoeve van openbare (nuts)voorzieningen, zoals:
de uitwendige hoofdvorm van een gebouw, bepaald door grondoppervlak, goot-hoogte, dakhelling, nokrichting en hoogte en, in mindere mate de gevelindeling;
de kaart van het bestemmingsplan ‘Lint-Zuid 2017’ bestaande uit 3 kaartbladen.
de naar de weg of naar het openbaar gebied gekeerde gevel van een gebouw, exclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken, of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg of het openbaar gebied gekeerde gevel, de gevel die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op de uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
het al dan niet hobbymatig dan wel bedrijfsmatig verkopen van goederen via internet, waarbij de goederen elders worden bezorgd en er geen sprake is van een voor het publiek toegankelijke winkelruimte of showroom.
de geldende wet houdende regels inzake het voorkomen of beperken van geluidhinder.
een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van één huishouden.
een woning, woonwagen of bedrijfswoning met bijbehorende gebouwen;
de bouwgrens evenwijdig aan de zijgevel van een gebouw.
een gedeelte van een gebouw waarvan de oppervlakte, voor zover de hoogte groter is dan 1,50 meter, niet meer bedraagt dan 50% van de oppervlakte van de onderliggende laag.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren (op 1 meter boven peil). Wanneer de gevels niet evenwijdig lopen of verspringen wordt het gemiddelde genomen van de kleinste en grootste maat.
vanaf het dichtst bij de perceelsgrens gelegen punt van bouwwerk tot die perceelsgrens op 1 meter boven peil en haaks op de perceelsgrens, exclusief ondergeschikte bouwonderdelen.
van een (bouw)perceel, een bouwvlak of ander terrein, buitenwerks en neerwaarts geprojecteerd, als het totaal van de (grond)oppervlakten van alle op het terrein gelegen gebouwen en andere bouwwerken.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk geen gebouw zijnde, exclusief ondergeschikte bouwonderdelen.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren (op 1 meter boven peil). Wanneer de gevels niet evenwijdig lopen of verspringen wordt het gemiddelde genomen van de kleinste en grootste maat.
binnenwerks als het totaal van alle vloeroppervlakten ten dienste van kantoren, winkels en/of bedrijven, met inbegrip van de daarbij behorende magazijnen en overige dienstruimten.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. Een dakkapel die voldoet aan de voor dakkapellen gestelde voorschriften in deze regels, dient los te worden gezien van de goothoogte van het hoofdgebouw.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
tussen de onderzijde van de beganegrondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd waarbij:
Burgemeester en Wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2 voor de bouw van kleine dierenverblijven en/of veldschuren, waarbij:
Ten aanzien van het gebruik is het bepaalde in lid 43.2 van toepassing.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Agrarisch' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in lid 3.5.1 is niet van toepassing op:
De bepaalde in 3.5.1 is slechts toelaatbaar, mits:
De voor 'Agrarisch - Agrarisch bedrijfsperceel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding:
Op de in sublid 4.1.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van:
Ten aanzien van het gebruik is het bepaalde in lid 43.2 van toepassing.
Onverminderd het bepaalde in lid 43.2 is het in ieder geval verboden de in sublid 4.1.1 bedoelde gronden en bouwwerken te gebruiken voor:
In afwijking van het bepaalde in sublid 4.4.2 is het medegebruik van de gebouwen voor detailhandel in goederen die binnen het bedrijf worden gekweekt/voortgebracht toegestaan op voorwaarde dat er sprake is van een ondergeschikt en niet-zelfstandig onderdeel van de (agrarische) bedrijfsvoering.
Het is met betrekking tot de bebouwing als bedoeld in sublid 4.1.2 ('karakteristiek') verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in sublid 4.5.1 is niet van toepassing:
Een vergunning als bedoeld in sublid 4.5.1 is slechts toelaatbaar, indien de andere werken en/of werkzaamheden:
Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld in sublid 4.5.1 wordt door Burgemeester en Wethouders over de cultuurhistorische gevolgen advies ingewonnen bij een deskundige op het gebied van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing.
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende bouwwerken, waaronder straatmeubilair, bruggen, duikers en/of dammen en overige kunstwerken, die wat betreft aard en afmeting passen bij en ten dienste staan van de bestemming, werken en werkzaamheden.
Bij ieder hoofdgebouw mogen andere bouwwerken, geen over kappingen zijnde, worden gebouwd, waarbij buiten het bouwvlak de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 5.1:
De voor 'Bedrijf - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken en terreinen.
Ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' zijn de gronden tevens bestemd voor het behoud, de versterking en/of het herstel van de cultuurhistorische en/of architectonische waarde van de op deze percelen aanwezige bouwwerken.
Burgemeester en wethouders kunnen een afwijking verlenen van:
Ten aanzien van het gebruik is het bepaalde in lid 43.2 van toepassing.
Het is verboden de gronden te gebruiken voor:
Het is met betrekking tot de bebouwing als bedoeld in sublid 6.1.2 ('karakteristiek') verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in sublid 6.5.1 is niet van toepassing:
Een vergunning als bedoeld in sublid 6.5.1 is slechts toelaatbaar, indien de andere werken en/of werkzaamheden:
Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld in sublid 6.5.1 wordt door Burgemeester en Wethouders over de cultuurhistorische gevolgen advies ingewonnen bij een deskundige op het gebied van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing.
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor nutsvoorzieningen met de daarbij behorende bouwwerken en andere werken.
Ter plaatse van de aanduiding:
Op de in lid 7.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande, dat:
Burgermeester en Wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in sublid 7.2.1 onder d voor het verhogen van de hoogte met ten hoogste 2 m, indien zulks voor een doelmatige bedrijfsuitoefening en/of uit veiligheidsoverwegingen noodzakelijk of gewenst is.
Ten aanzien van het gebruik is het bepaalde in lid 43.2 van toepassing.
Onverminderd het bepaalde in sublid 7.4.1 is het in ieder geval verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken voor de opslag van gevaarlijke stoffen/materialen als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI).
Het is met betrekking tot de bebouwing als bedoeld in sublid 7.1.2 ('karakteristiek') verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in sublid 7.5.1 is niet van toepassing:
Een vergunning als bedoeld in sublid 7.5.1 is slechts toelaatbaar, indien de andere werken en/of werkzaamheden:
Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld in sublid 7.5.1 wordt door Burgemeester en Wethouders over de cultuurhistorische gevolgen advies ingewonnen bij een deskundige op het gebied van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing.
De voor 'Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken en andere werken.
Op de in lid 8.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande, dat:
Burgermeester en Wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 8.1 onder d2 voor de bouw van andere bouwwerken tot een hoogte van ten hoogste 6 m, indien dit voor een doelmatig functioneren van de bestemming noodzakelijk of gewenst is.
De voor 'Detailhandel', aanduiding 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Burgermeester en wethouders kunnen een afwijking verlenen van het bepaalde in lid 9.2 onder e2 tot een hoogte van ten hoogste 5 m, indien zulks voor een doelmatige bedrijfsuitoefening gewenst of noodzakelijk is op voorwaarde dat daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiks- en belevingswaarde van de aangrenzende percelen.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken.
Ter plaatse van de aanduiding:
Op de in lid 10.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waaronder begrepen:
Ten aanzien van het gebruik is het bepaalde in lid 43.2 van toepassing.
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' zijn de gronden tevens bestemd voor het behoud, de versterking en/of het herstel van de cultuurhistorische en/of architectonische waarde van de op deze percelen aanwezige bouwwerken.
Op de in lid 11.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande, dat,
Burgemeester en Wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.2 onder e2 tot een hoogte van ten hoogste 5 m, indien zulks voor een doelmatige bedrijfsuitoefening gewenst of noodzakelijk is op voorwaarde dat daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiks- en belevingswaarde van de aangrenzende percelen.
Ten aanzien van het gebruik is het bepaalde in lid 43.2 van toepassing.
Het is met betrekking tot de bebouwing als bedoeld in sublid 11.1.2 ('karakteristiek') verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in sublid 11.5.1 is niet van toepassing:
Een vergunning als bedoeld in sublid 11.5.1 is slechts toelaatbaar, indien de andere werken en/of werkzaamheden:
Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld in sublid 11.5.1 wordt door Burgemeester en Wethouders over de cultuurhistorische gevolgen advies ingewonnen bij een deskundige op het gebied van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing.
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken en andere werken.
Op de in lid 12.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande, dat:
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de in lid 13.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Op of in de in lid 13.1 bedoelde gronden mogen geen bijbehorende bouwwerken worden gebouwd met uitzondering van een erker, entree- of tochtportaal, waarbij geldt dat:
Er mogen andere bouwwerken worden gebouwd, waarbij geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor:
De bouw van overige andere bouwwerken voor de voorgevelrooilijn tot 3 m.
De voor 'Verkeer - Openbaar Vervoer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de in artikel 14, lid 14.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de in lid 15.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarbij van de gebouwen:
Ter plaatse van de aanduiding 'fietsenstalling' mogen voorzieningen ten behoeve van de stalling van rijwielen worden gebouwd, waarbij:
Ter plaatse van de aanduiding 'ongelijkvloerse kruising' zijn de gronden tevens bestemd voor een ongelijkvloerse kruising.
Ten aanzien van het gebruik is het bepaalde in lid 43.2 van toepassing.
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende andere bouwwerken en andere werken.
Op de in sublid 16.1.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waaronder begrepen straatmeubilair.
Ten behoeve van de in sublid 16.1.1 onder i genoemde bestemming mogen ten behoeve van wachtuimten en fietsenstallingen alsmede ten behoeve van onderhoud en beheer, gebouwen en/of overkappingen worden gebouwd, waarbij:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor de bouw van bouwwerken ten behoeve van bruggen / viaducten op voorwaarde dat daarbij geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de verkeersveiligheid bij aansluiting van de bruggen op de aangrenzende verkeersbestemming.
Ten aanzien van het gebruik is het bepaalde in lid 43.2 van toepassing.
De voor 'Verkeer - Wegverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de in sublid 17.1.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waaronder begrepen straatmeubilair
Ten aanzien van het gebruik is het bepaalde in lid 43.2 van toepassing.
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding:
Op de in lid 18.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemming worden gebouwd, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor de bouw van bruggen buiten de aanduiding 'ontsluiting', indien de waterstaatkundige belangen dit gedogen. Alvorens toepassing te geven aan deze bepaling dient advies te worden ingewonnen bij de waterbeheerder.
Ten aanzien van het gebruik is het bepaalde in artikel 43.2 van toepassing.
De voor 'Water - Boezemwater' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de in lid 19.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd. Bestaande bruggen mogen worden gehandhaafd en herbouwd;
Burgermeester en Wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken voor de bouw van (nieuwe) bruggen. Alvorens een omgevingsvergunning wordt verleend, winnen Burgemeester en Wethouders ten aanzien van waterstaatkundige aspecten schriftelijk advies in bij het Hoogheemraadschap van Delfland.
Ten aanzien van het gebruik is het bepaalde in lid 43.2 van toepassing.
De voor 'Wonen‘ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de in lid 20.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Dakkappelen zijn toegestaan voor zover wordt voldaan aan de regels zoals opgenomen in artikel 42, lid 42.4.
en het perceelsgedeelte met de bestemming 'Wonen', buiten het bouwvlak, voor niet meer dan 50% van de oppervlakte wordt bebouwd.
Er mogen andere bouwwerken worden gebouwd, waarbij buiten het bouwvlak de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan:
Het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van de functies vermeld in lid 20.1 is uitsluitend toegestaan indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de gemeentelijke parkeernota.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor:
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken.
Op de in lid 21.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Bij ieder hoofdgebouw mogen andere bouwwerken worden gebouwd, waarbij buiten het bouwvlak de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan:
tenzij in overleg met de waterbeheerder anders overeengekomen wordt.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:
Ten aanzien van het gebruik is het bepaalde in artikel 43.2 van toepassing.
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik van de gronden voor woondoeleinden, zonder de aanleg c.q. instandhouding van 514 m2 aan waterbergende voorzieningen.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid onder a en b, indien kan worden aangetoond dat op andere wijze is voorzien in voldoende parkeergelegenheid.
De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de in artikel 22, lid 22.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Dakkappelen zijn toegestaan voor zover wordt voldaan aan de regels zoals opgenomen in artikel 42, lid 42.4.
en het perceelsgedeelte met de bestemming 'Wonen - 2', buiten het bouwvlak, voor niet meer dan 50% van de oppervlakte wordt bebouwd.
Er mogen andere bouwwerken worden gebouwd, waarbij de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor:
De voor 'Wonen - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de in lid 23.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
De goothoogte van een dakkapel (gebouwd aan het voordakvlak of een ander naar het openbaar toegankelijk gebied gekeerd zijdakvlak van het hoofdgebouw) wordt buiten beschouwing gelaten voor zover voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
en het perceelsgedeelte met de bestemming 'Wonen - 3', buiten het bouwvlak, voor niet meer dan 50% van de oppervlakte wordt bebouwd en minimaal 35 m2 onbebouwd en onoverdekt blijft.
Er mogen andere bouwwerken worden gebouwd, waarbij buiten het bouwvlak de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan:
Bouwwerken, welke niet voldoen aan het bepaalde in de leden 23.2.1 t/m 23.2.5, zijn toegestaan voor zover deze rechtsgeldig zijn gebouwd of een rechtsgeldige bouwtitel hebben op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan. De bestaande, afwijkende maatvoering geldt dan als maximale maatvoering.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 43.2, subleden 43.2.1 en 43.2.2 wordt in ieder geval gerekend het gebruik van:
De voor 'Wonen - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de in lid 24.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
Voor bijbehorende bouwwerken in de vorm van aan- en uitbouwen of uitbreidingen van de woonruimte, bijgebouwen en overkappingen gelden navolgende regels:
Bij ieder hoofdgebouw mogen andere bouwwerken mogen worden gebouwd, waarbij:
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van:
Ten aanzien van het gebruik is het bepaalde in lid 43.2 'Algemene gebruiksregels' van toepassing.
De voor 'Wonen - 5' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de in lid 25.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
Voor bijbehorende bouwwerken in de vorm van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden navolgende regels:
Bij ieder hoofdgebouw mogen andere bouwwerken worden gebouwd, waarbij:
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van:
Ten aanzien van het gebruik is het bepaalde in lid 43.2 'Algemene gebruiksregels' van toepassing.
De voor 'Wonen - 6' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de in lid 26.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
Voor bijbehorende bouwwerken in de vorm van aan- en uitbouwen of uitbreidingen van de woonruimte, bijgebouwen en overkappingen gelden navolgende regels:
Bij ieder hoofdgebouw mogen andere bouwwerken worden gebouwd, waarbij:
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in:
Ten aanzien van het gebruik is het bepaalde in lid 43.2 'Algemene gebruiksregels' van toepassing.
De voor 'Wonen - 7' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de in lid 27.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
Voor bijbehorende bouwwerken in de vorm van aan- en uitbouwen, uitbreidingen van de woonruimte, bijgebouwen en overkappingen gelden navolgende regels:
Bij ieder hoofdgebouw mogen andere bouwwerken worden gebouwd, waarbij:
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van:
Ten aanzien van het gebruik is het bepaalde in lid 43.2 'Algemene gebruiksregels' van toepassing.
21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - 8' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de in lid 28.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
Voor bijbehorende bouwwerken in de vorm van aan- en uitbouwen of uitbreidingen van de woonruimte, bijgebouwen en overkappingen gelden navolgende regels:
Bij ieder hoofdgebouw mogen andere bouwwerken worden gebouwd, waarbij:
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van:
Ten aanzien van het gebruik is het bepaalde in lid 43.2 'Algemene gebruiksregels' van toepassing.
De voor 'Wonen - 9' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de in lid 29.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
Voor bijbehorende bouwwerken in de vorm van aan- en uitbouwen, uitbreidingen van de woonruimte, bijgebouwen en overkappingen gelden navolgende regels:
Bij ieder hoofdgebouw mogen andere bouwwerken worden gebouwd, waarbij:
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van:
Ten aanzien van het gebruik is het bepaalde in lid 43.2 'Algemene gebruiksregels' van toepassing.
De voor 'Wonen - 10' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de in lid 30.1 gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
Voor bijbehorende bouwwerken in de vorm van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden navolgende regels:
bij ieder hoofdgebouw andere bouwwerken mogen worden gebouwd, waarbij:
Ter plaatse van de aanduiding “praktijkruimte” mag ten behoeve van een praktijkruimte/kantoor worden gerealiseerd, met dien verstande, dat:
Burgermeester en Wethouders zijn bevoegd afwijking te verlenen van:
Ten aanzien van het gebruik is het bepaalde in lid 43.2 'Algemene gebruiksregels' van toepassing.
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning) met betrekking tot de bebouwing als bedoeld in sublid 30.1.1 onder e ('karakteristiek') de navolgende werken en/of werkzaam-heden uit te voeren of te doen uitvoeren:
Het bepaalde in sublid 30.5.1 is niet van toepassing:
De voor 'Wonen - 11' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
De voor 'Wonen - 12' aangewezen gronden zijn bestemd voor de stalling van motorvoertuigen alsmede voor huishoudelijke opslag en berging met de daarbij behorende bouwwerken alsmede water.
Ten aanzien van het gebruik is het bepaalde in lid 43.2 'Algemene gebruiksregels' van toepassing.
Het is verboden de bouwwerken als bedoeld in lid 32.1 te gebruiken voor / als beroeps- of bedrijfsmatige werkruimte.
De voor 'Wonen - 13' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding:
Burgermeester en wethouders kunnen een afwijking verlenen van het bepaalde in lid 33.2 onder e2 tot een hoogte van ten hoogste 5 m, indien zulks voor een doelmatige bedrijfsuitoefening gewenst of noodzakelijk is op voorwaarde dat daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiks- en belevingswaarde van de aangrenzende percelen.
De voor Wonen - Uit te werken aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. woondoeleinden;
b. maatschappelijke doeleinden;
c. verkeersdoeleinden;
d. groenvoorzieningen;
e. waterberging;
f. overige bij een woongebied behorende voorzieningen;
met de daarbij behorende bouwwerken en bij de bestemming behorende voorzieningen.
Burgemeester en Wethouders dienen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 Wet Ruimtelijke Ordening, de bestemming uit te werken.
(zie ook sublid 34.2.2 onder e)
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor:
Indien de belangen van de in lid 35.1.1 bedoelde dubbelbestemming in strijd zijn met de belangen van een andere samenvallende dubbelbestemming dan geldt de volgende rangorde:
Op de voor 'Leiding - Gas' bestemde gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken ten behoeve van de leidingen worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 m. Overige gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn niet toegestaan.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor de bouw van bouwwerken ten behoeve van de onderliggende bestemming(en).
De genoemde afwijkingen bij een omgevingsvergunning kunnen slechts worden verleend mits:
Het opslaan van goederen, met uitzondering van het opslaan van goederen t.b.v. inspectie en onderhoud van de gastransportleiding, strijdig is met de betreffende bestemming.
Het is verboden op of boven de in 35.1.1 genoemde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 35.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De in 35.5.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien:
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, primair bestemd voor:
met de daarbij behorende andere bouwwerken en andere werken.
Indien de belangen van de in lid 36.1.1 bedoelde dubbelbestemming in strijd zijn met de belangen van een andere samenvallende dubbelbestemming dan geldt de volgende rangorde:
Op de voor 'Leiding - Water' bestemde gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken ten behoeve van de bestemming worden gebouwd.
Burgemeester en Wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 36.2.1 voor de bouw van bouwwerken ten behoeve van de onderliggende bestemming(en).
De genoemde afwijkingen bij een omgevingsvergunning kunnen slechts worden verleend, met dien verstande dat:
Ten aanzien van het gebruik is het bepaalde in lid 43.2 van toepassing.
Het is verboden op of boven de in 36.1.1 genoemde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 36.5.1 is niet van toepassing op:
De in 36.5.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien daardoor geen schade ontstaat aan de leidingen en geen afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid.
Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld in sublid 36.5.1 wordt door Burgemeester en Wethouders schriftelijk advies ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd, bij beëindiging en/of verplaatsing van de bestaande functie:
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor behoud van de (potentieel) aanwezige archeologische waarden.
Op de in lid 37.1 bedoelde gronden is uitsluitend bebouwing toegestaan voor zover geen bouwwerkzaamheden, niet zijnde heiwerkzaamheden, dienen te worden verricht die dieper reiken dan 0,5 m beneden het maaiveld en die een grondoppervlakte bestrijken die groter is dan 100 m2 en tevens wordt voldaan aan de bepalingen van de onderliggende bestemming(en).
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor de bouw van bouwwerken ten behoeve van de onderliggende bestemming(en).
De genoemde afwijkingen bij een omgevingsvergunning kunnen slechts worden verleend mits:
In afwijking van het bepaalde onder a en b kan de afwijking bij een omgevingsvergunning worden verleend indien voor de werkzaamheden voortvloeiend uit de bouwaanvraag reeds een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in artikel 37, lid 37.4 is verleend en voor het overige wordt voldaan aan het bepaalde onder c.
Het is verboden op of boven de in artikel 37 , 37.1.1 genoemde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 37.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De in lid 37.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien op basis van een schriftelijk advies van een archeologische deskundige, gebleken is dat de genoemde werken of werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden niet zullen leiden tot onevenredige aantasting van de archeologische waarden.
Voor zover de in lid 37.4.1 genoemde werken of werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van het archeologisch materiaal kan in afwijking van het bepaalde in 37.4.3 de omgevingsvergunning worden verleend indien aan de omgevingsvergunning de volgende nadere voorwaarden worden verbonden:
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor behoud van de (potentieel) aanwezige archeologische waarden.
Op de in lid 38.1 bedoelde gronden is uitsluitend bebouwing toegestaan voor zover geen bouwwerkzaamheden, niet zijnde heiwerkzaamheden, dienen te worden verricht die dieper reiken dan 0,5 m beneden het maaiveld en die een grondoppervlakte bestrijken die groter is dan 1.000 m2 en tevens wordt voldaan aan de bepalingen van de onderliggende bestemming(en).
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor de bouw van bouwwerken ten behoeve van de onderliggende bestemming(en).
De genoemde afwijkingen bij een omgevingsvergunning kunnen slechts worden verleend mits:
In afwijking van het bepaalde onder a en b kan de afwijking bij een omgevingsvergunning worden verleend indien voor de werkzaamheden voortvloeiend uit de bouwaanvraag reeds een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in artikel 38, lid 38.4 is verleend en voor het overige wordt voldaan aan het bepaalde onder c.
Het is verboden op of boven de in artikel 38 , 38.1.1 genoemde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 38.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De in lid 38.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien op basis van een schriftelijk advies van een archeologische deskundige, gebleken is dat de genoemde werken of werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden niet zullen leiden tot onevenredige aantasting van de archeologische waarden.
Voor zover de in lid 38.4.1 genoemde werken of werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van het archeologisch materiaal kan in afwijking van het bepaalde in 38.4.3 de omgevingsvergunning worden verleend indien aan de omgevingsvergunning de volgende nadere voorwaarden worden verbonden:
De voor “Waterstaat - Waterkering” aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor:
Indien de belangen van de in lid 39.1.1 bedoelde dubbelbestemming in strijd zijn met de belangen van een andere samenvallende dubbelbestemming dan geldt de volgende rangorde:
Op de in lid 39.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 1 m.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor de bouw van bouwwerken ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en), met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels.
De genoemde afwijkingen bij een omgevingsvergunning kunnen slechts worden verleend, indien de waterstaatsbelangen dit gedogen. Alvorens toepassing te geven aan deze bepaling dient advies te worden ingewonnen bij de waterbeheerder.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van water als ligplaats en/of opslag van boten en andere daarmee gelijk te stellen zaken.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de gebruiksregels voor het gebruik van water als ligplaats voor boten, indien de waterstaatkundige belangen dit gedogen. Alvorens toepassing te geven aan deze bepaling dient advies te worden ingewonnen bij de waterbeheerder.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Overige zone - groenvoorziening' dient - ongeveer ter plaatse van deze aanduiding - een aangesloten groenvoorziening gerealiseerd en in stand gehouden te worden, waarbij de oppervlakte niet minder mag bedragen dan de oppervlakte van de gebiedsaanduiding, met dien verstande dat de aanleg van waterberging tevens is toegestaan.
Bouwwerken, welke niet voldoen aan het bepaalde in de bouwregels, zijn toegestaan en mogen worden herbouwd voor zover deze rechtsgeldig zijn gebouwd of een rechtsgeldige bouwtitel hebben op het tijdstip van ter inzage legging van het ontwerp van dit plan. De bestaande, afwijkende maatvoering geldt dan als maximale maatvoering.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van goot- en bouwhoogten worden ondergeschikte bouwdelen van bouwwerken, zoals schoorstenen, antennes, liftopbouwen, opbouwen voor technische systemen, zonnepanelen en daarmee gelijk te stellen onderdelen waarvan de overschrijding van de goot- en/of bouwhoogte niet meer bedraagt dan 1 meter of 10%, buiten beschouwing gelaten.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouw-, bestemmings- en aanduidingsgrenzen en bij de bepaling van het bebouwde oppervlakte worden ondergeschikte bouwdelen van bouwwerken, zoals:
buiten beschouwing gelaten.
Bouwwerken, welke niet voldoen aan het bepaalde in de leden 42.2.1 en 42.2.2, zijn toegestaan voor zover deze rechtsgeldig zijn gebouwd of een rechtsgeldige bouwtitel hebben op het tijdstip van ter inzage legging van het ontwerp van dit plan. De bestaande, afwijkende maatvoering geldt dan als maximale maatvoering.
Bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bouwwerken ten behoeve van:
Dakkapellen mogen worden gebouwd voor zover elders in de regels naar dit lid is verwezen, waarbij de volgende regels gelden:
Een dakkapel mag in het voordakvlak of een naar openbaar toegankelijk gebied gekeerd zijdakvlak worden gebouwd, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 42.4.1 sub b2, voor een grotere breedte van een dakkapel.
De geluidsbelasting op de gevel van geluidsgevoelige gebouwen mag niet hoger zijn dan de daarvoor geldende grenswaarde uit de Wet geluidhinder of de vastgestelde hogere grenswaarde, inclusief de bijbehorende randvoorwaarden voor het geluidgevoelige gebouw en buitenruimte van die hogere grenswaarde.
Het gebruik van gronden dat niet voldoet aan de gebruiksregels, niet zijnde bouwregels, van dit plan is toegestaan en mag worden voortgezet, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het is verboden de in dit plan begrepen gronden en bouwwerken te gebruiken in strijd met de bestemming.
Onder strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan:
met uitzondering van:
Onder strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan:
Indien op grond van de bestemming een beroep aan huis is toegestaan, dan mag een gedeelte van de (bedrijfs)woning en/of de bijbehorende bouwwerken bij de (bedrijfs)woning of een gedeelte daarvan gebruikt worden voor beroep aan huis, onder de voorwaarden dat:
Voor zover het gebruik van ondergeschikte bouwdelen zoals bedoeld in lid 42.2 niet past binnen de desbetreffende bestemming, worden deze gebruiksregels buiten beschouwing gelaten.
Het is verboden de gemiddelde hoogte van het maaiveld, zoals dat bestond ten tijde van inwerkingtreding van het plan, gerekend over een oppervlakte van minimaal 50 m2 te verhogen of te verlagen met meer dan 0,3 m.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder lid 43.5 voor het verhogen of verlagen van gronden met meer dan 0,3 m, mits:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het op grond van de bestemming toegestane gebruik voor de uitoefening van een bedrijfaan huis in een gedeelte van de (bedrijfs)woning en/of de bijbehorende bouwwerken, onder de voorwaarden dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het op grond van de bestemming toegestane gebruik, voor bed & breakfast in een gedeelte van de (bedrijfs)woning en/of de bijbehorende bouwwerken, onder de voorwaarden dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van deze regels ten behoeve van:
Afwijken bij een omgevingsvergunning is slechts mogelijk mits:
Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op:
Ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - wijzigingsgebied 1' zijn burgemeester en wethouders, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen in de bestemming(en) Wonen en/of Maatschappelijk met bijbehorende voorzieningen;
Ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - wijzigingsgebied 2' zijn burgemeester en wethouders, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen in de bestemming(en) Wonen en bijbehorende voorzieningen;
Ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - wijzigingsgebied 3' zijn burgemeester en wethouders, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen in de bestemming(en) Wonen en bijbehorende voorzieningen;
Ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - wijzigingsgebied 4' zijn burgemeester en wethouders, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen in de bestemming(en) Wonen en bijbehorende voorzieningen;
Ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - wijzigingsgebied 7' zijn burgemeester en wethouders, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen in de bestemming(en) Wonen en bijbehorende voorzieningen;
Ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - wijzigingsgebied 8' zijn burgemeester en wethouders, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen in de bestemming(en) Wonen en bijbehorende voorzieningen;
Ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - wijzigingsgebied 9' zijn burgemeester en wethouders, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen in de bestemming(en) Maatschappelijk met bijbehorende voorzieningen;
Ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - wijzigingsgebied 10' zijn burgemeester en wethouders, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen in de bestemming(en) Wonen en bijbehorende voorzieningen;
Ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - wijzigingsgebied 11' zijn burgemeester en wethouders, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen in de bestemming(en) Wonen en bijbehorende voorzieningen;
Ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - wijzigingsgebied 12' zijn burgemeester en wethouders, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen in de bestemming(en) Wonen en bijbehorende voorzieningen;
Ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - wijzigingsgebied 13' zijn burgemeester en wethouders, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen in de bestemming(en) Wonen en bijbehorende voorzieningen;
Ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - wijzigingsgebied 15' zijn burgemeester en wethouders, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen in de bestemming(en) Wonen en bijbehorende voorzieningen;
Ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - wijzigingsgebied 16' zijn burgemeester en wethouders, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen in de bestemming(en) Wonen en bijbehorende voorzieningen;
Ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - wijzigingsgebied 18' zijn burgemeester en wethouders, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen in de bestemming(en) Wonen en bijbehorende voorzieningen;
Ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - wijzigingsgebied 19' zijn burgemeester en wethouders, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen in de bestemming(en) Wonen en bijbehorende voorzieningen;
of
Ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - wijzigingsgebied 19' zijn burgemeester en wethouders, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen in de bestemming(en) Bedrijf;
Ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - wijzigingsgebied 20' zijn burgemeester en wethouders, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen in de bestemming(en) Wonen en bijbehorende voorzieningen;
Ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - wijzigingsgebied 21' zijn burgemeester en wethouders, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen in de bestemming(en) Wonen en bijbehorende voorzieningen;
Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op:
Burgemeester en wethouders verlenen slechts medewerking aan een wijziging van het plan, mits:
Een beslissing omtrent het stellen van nadere eisen wordt niet genomen dan nadat belanghebbenden gedurende twee weken, na publicatie van het voornemen tot het stellen van nadere eisen in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, in de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk zienswijzen tegen die voorgenomen nadere eisen bij burgemeester en wethouders in te dienen.
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Lint-Zuid 2017'.