direct naar inhoud van 6.2 Rijksbeleid
Plan: Bergweg Zuid e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1621.BP0121-VAST

6.2 Rijksbeleid

6.2.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte en Barro

Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar & veilig. Daar streeft het Rijk naar met een  aanpak die ruimte geeft aan regionaal maatwerk, de gebruiker voorop zet, investeringen scherp prioriteert en ruimtelijke ontwikkelingen en infrastructuur met elkaar verbindt. Een actualisatie van het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid is daarvoor nodig. De verschillende beleidsnota's op het gebied van ruimte en mobiliteit zijn gedateerd door nieuwe politieke accenten en veranderende omstandigheden zoals de economische crisis, klimaatverandering en toenemende regionale verschillen onder andere omdat groei, stagnatie en krimp gelijktijdig plaatsvinden. De structuurvisie Infrastructuur en Ruimte geeft een nieuw, integraal kader voor het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid op rijksniveau en is de 'kapstok' voor bestaand en nieuw rijksbeleid met ruimtelijke consequenties.

De structuurvisie Infrastructuur en Ruimte is vertaald in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). Het Barro omvat alle ruimtelijke rijksbelangen die juridisch doorwerken op het niveau van bestemmingsplannen. Het gaat om kaders voor onder meer het bundelen van verstedelijking, de bufferzones, nationale landschappen, de Ecologische Hoofdstructuur, de kust, grote rivieren, militaire terreinen, mainportontwikkeling van Rotterdam en de Waddenzee. Met het Barro maakt het Rijk proactief duidelijk waar provinciale verordeningen en gemeentelijke bestemmingsplannen aan moeten voldoen. Uit de regels en kaarten behorende bij het Barro kan worden afgeleid welke aspecten relevant zijn voor het ruimtelijke besluit.

Doelen

In de structuurvisie Infrastructuur en Ruimte formuleert het Rijk drie hoofddoelen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar & veilig te houden voor de middellange termijn (2028):

  • het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland;
  • het verbeteren, in stand houden en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat;
  • het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn.

Nationale belangen

Voorgaande (hoofd)doelstellingen zijn in de structuurvisie vertaald naar nationale belangen. Deze zijn - direct of indirect - ook opgenomen in het Barro, waarmee zij juridisch doorwerken in bestemmingsplannen. De volgende rijksbeleidspunten zijn van toepassing op het plangebied.

  • 1. Een excellent en internationaal bereikbaar vestigingsklimaat in de stedelijke regio's met een concentratie van topsectoren. In dit kader blijft het Rijk gebiedsgerichte afspraken maken met de stedelijke regio's over de programmering van verstedelijking (woningbouw), zowel kwantitatief als kwalitatief.
  • 2. Efficiënt gebruik van de ondergrond.
  • 3. Een robuust hoofdnetwerk van weg, spoor en vaarwegen rondom en tussen de belangrijkste stedelijke regio's inclusief de achterlandverbindingen.
  • 4. Betere benutting van de capaciteit van het bestaande mobiliteitssysteem van weg, spoor- en vaarwegen.
  • 5. Het instandhouden van de hoofdnetwerken van weg, spoor- en vaarwegen om het functioneren van de netwerken te waarborgen.
  • 6. Verbeteren van de milieukwaliteit (lucht, bodem, water) en bescherming tegen geluidsoverlast en externe veiligheidsrisico's.
  • 7. Ruimte voor behoud en versterking van (inter) nationale unieke cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten.
  • 8. Zorgvuldige afwegingen en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke plannen.

6.2.2 Structuurvisie Buisleidingen

Op 12 oktober 2012 is de Structuurvisie Buisleidingen vastgesteld door de Minister van Infrastructuur en Milieu in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. In de Structuurvisie Buisleidingen zijn leidingstroken aangewezen waar nieuwe buisleidingen voor het transport van gevaarlijke stoffen over lange afstand kunnen worden gelegd. Door buisleidingen te bundelen wordt er efficiënt met ruimte omgesprongen. Het beleid uit de Structuurvisie Buisleidingen bindt de lagere overheden niet bij de uitoefening van hun bevoegdheden. Omdat het Rijk dit wel gewenst vindt, wordt de doorwerking van de Structuurvisie juridisch bindend vastgelegd in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). Het ligt in de bedoeling dat de gemeenten hierin de verplichting krijgen om bij het wijzigen van bestemmingsplannen rekening te houden met toekomstige leidingen op hun grondgebied. Dat wordt op dit moment uitgewerkt. Een van de leidingstroken uit de Structuurvisie Buisleidingen loopt door het plangebied.

Nu het Barro op dit onderdeel nog niet in werking is getreden, bestaat er nog geen juridische doorwerking c.q. verplichting voor het opnemen van de betreffende leidingstrook met bijbehorende ruimtelijke beperkingen. Het bestemmingsplan bevat hiervoor geen juridische regeling. Dit is feitelijk ook niet nodig nu het bestemmingsplan in zijn geheel en specifiek ter plaatse van de leidingenstrook geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt. Ook het, vooruitlopend hierop, planologisch vastleggen van de leidingenstrook is niet gewenst.

 

6.2.3 Conclusie rijksbeleid

Dit consoliderend bestemmingsplan past binnen de beleidskeuzen en de leidende principes uit de ontwerp Structuurvisie Infrastructuur en het Barro.