direct naar inhoud van Regels

Oostland - Berkel

Status: Vastgesteld
Idn: NL.IMRO.1621.BP0120-VAST

Artikel 8 Groen

 

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Groen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. groenvoorzieningen;

  2. voet- en fietspaden;

  3. ruiterpaden;

  4. water;

  5. waterhuishoudkundige voorzieningen;

  6. ondergrondse afvalinzamelingpunten;

  7. objecten van beeldende kunst;

  8. speelplaatsen, speelvoorzieningen en speeltoestellen;

  9. bruggen en overige kunstwerken;

  10. dijken en taluds;

  11. hondenuitlaatplaatsen;

  12. in- en uitritten;

  13. voorzieningen van algemeen nut;

  14. ontsluitingen ten behoeve van calamiteitenverkeer;

 

met de daarbij behorende:

  1. verhardingen;

  2. kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen;

  3. bouwwerken, zoals straatmeubilair, kunstwerken, infiltratievoorzieningen, kleinschalige infrastructurele voorzieningen en overige voorzieningen, die wat betreft aard en afmetingen passen bij en ten dienste staan aan de bestemming.

 

8.2 Bouwregels

 

8.2.1 Algemeen

Op de in lid 8.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

 

8.2.2 Gebouwen

Op of in de in lid 8.1 bedoelde gronden mogen gebouwen worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  1. de oppervlakte van gebouwde nutsvoorzieningen mag niet meer bedragen dan 25 m²;

  2. de bouwhoogte van gebouwde nutsvoorzieningen mag niet meer bedragen dan 3 m;

 

8.2.3 Andere bouwwerken

Op of in de in lid 8.1 bedoelde gronden mogen andere bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemmingen worden gebouwd.

 

8.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bouwwerken ten behoeve van:

  1. de kwaliteit van de openbare ruimte, zoals een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;

  2. de verkeersveiligheid;

  3. de sociale veiligheid;

  4. het behoud van parkeervoorzieningen;

  5. de functionele en ruimtelijke structuur, zoals aansluiting op (structurele) groenelementen en waterelementen;

  6. de bebouwingsmogelijkheden, gebruiksmogelijkheden en/of bezonning van de aangrenzende gronden en bouwwerken;

  7. het milieu.