direct naar inhoud van 4.16 Samenvatting en conclusie
Plan: Hoefweg-Noord (Prisma)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1621.BP0111-VAST

4.16 Samenvatting en conclusie

Opzet planMER

Het bestemmingsplan Hoefweg-Noord (Prisma) is planmer-plichtig vanwege de vestigingsmogelijkheden voor bedrijven die in het kader van de vergunningenprocedure mer-plichtig of mer-beoordelingsplichtig zijn. Dit bestemmingsplan vormt daarmee het kader voor mogelijke toekomstige besluiten over mer-(beoordelings)plichtige activiteiten. Het milieuhoofdstuk in de toelichting is om deze reden opgezet als planMER, waarbij per milieuthema is ingegaan op het toetsingskader, de referentiesituatie en de te verwachten milieueffecten. Het bestemmingsplan biedt geen nieuwe ontwikkelingsmogelijheden ten opzichte van de vigerende bestemmingsplannen. Wel is sprake van onebnutte bouwmogelijkheden. Op dit moment is circa 30 van de in totaal 80 hectare (netto) bedrijventerrein uitgegeven. In de effectbeschrijvingen is waar mogelijk gebruik gemaakt van beschikbare onderzoeksgegevens, bijvoorbeeld de studies die in het kader van het planMER voor de intergemeentelijke structuurvisie voor Bleizo en Het Kwadrant zijn uitgevoerd.

Resultaten en conclusies

Uit de sectorale analyses blijkt dat er geen ongewenste situaties ontstaan als gevolg van de uitvoering van het bestemmingsplan. Door middel van een milieuzonering worden grenzen gesteld aan de toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten, waarmee onaanvaardbare milieuhinder ter plaatse van woningen in de directe omgeving van het bedrijventerrein wordt voorkomen. De ontwikkeling van het bedrijventerrein genereert verkeer en leidt daarmee tot een verkeerstoename op de ontsluitende wegen. Uit de sectorale analyses blijkt dat het bestemmingsplan geen onaanvaardbare toenames van de concentraties luchtverontreinigende stoffen en geluidbelasting tot gevolg heeft. daarbij is in het bijzonder gekeken naar de situatie ter plaatse van de woningen aan de Kruisweg. De ontwikkeling van het bedrijventerrein is mogelijk binnen de sectorale wettelijke toetsingskaders. Binnen de procedure van dit bestemmingsplan worden geen maatregelen afgedwongen omdat aan de normen van sectorale wetgeving wordt voldaan. Als er middelen en mogelijkheden zijn om maatregelen te nemen ten behoeve van het woonklimaat, dan worden deze te zijner tijd afgewogen.

Leemten in kennis en evaluatie

In een planMER dient op grond van het Besluit milieueffectrapportage aandacht te worden besteed aan eventuele leemten in kennis. Als gevolg van onvolledige informatie, het detailniveau van milieuonderzoeken, de beperkingen van rekenmodellen en het feit dat milieuonderzoeken soms door actuele (beleids)ontwikkelingen worden achterhaald, kunnen leemten in kennis ontstaan. Daarbij vormen de effecten op het gebied van verkeer, luchtkwaliteit en geluid bijzondere aandachtspunten: Door milieueffecten te monitoren en te evalueren kunnen leemten in kennis worden gedicht en tijdig maatregelen worden getroffen indien er sprake is van grotere milieueffecten dan gedacht. Voor een deel kan daarbij worden aangesloten bij bestaande evaluatieprogramma's. Daarnaast kunnen actuele en meer gedetailleerde berekeningen worden gemaakt op het moment dat concrete vergunningaanvragen worden ingediend.