direct naar inhoud van 3.3 Provinciaal beleid
Plan: Hoefweg-Noord (Prisma)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1621.BP0111-VAST

3.3 Provinciaal beleid

Provinciale Structuurvisie (2012)

De kern van Visie op Zuid-Holland is het versterken van samenhang, herkenbaarheid en diversiteit binnen Zuid-Holland. Dit draagt bij aan een goede kwaliteit van leven en een sterke economische concurrentiepositie. Duurzame ontwikkeling en klimaatbestendigheid zijn belangrijke pijlers. Dit wil Zuid-Holland bereiken door realisering van een samenhangend stedelijk en landschappelijk netwerk. Goede bereikbaarheid, een divers aanbod van woon- en werkmilieus in een aantrekkelijk landschap met ruimte voor water, landbouw en natuur, zijn daarin kenmerkende kwaliteiten.

De visie op Zuid-Holland is opgebouwd uit vijf integrale hoofdopgaven, namelijk:

  • aantrekkelijk en concurrerend internationaal profiel;
  • duurzame en klimaatbestendige deltaprovincie;
  • divers en samenhangend stedelijk netwerk;
  • vitaal, divers en aantrekkelijk landschap;
  • stad en land verbonden.

Aantrekkelijk en concurrerend internationaal profiel

Zuid-Holland wil in 2040 de goede woon-, werk- en leefomgeving voor haar inwoners verder hebben uitgebouwd. Versterken van de economische positie staat daarbij centraal. Voor de gehele provincie geldt dat de focus ligt op het behouden, maar vooral ook aantrekken van werkgelegenheid en bedrijvigheid die past bij de verschillende gebieden.

Het provinciaal belang voor het aantrekken van bedrijvigheid en werkgelegenheid is benaderd vanuit de grote economische clusters van Zuid-Holland. De ontwikkeling van de clusters staat niet op zichzelf en hangt samen met de economische ontwikkeling van de gehele provincie. Een gevarieerde economische structuur met sterk aan elkaar gerelateerde sectoren bevordert de concurrentiekracht van Zuid-Holland. Een cultuur van samenwerking, kennisuitwisseling en openheid voor nieuwe ideeën versterkt die kracht.

Het plangebied is in de structuurvisie aangegeven als 'bedrijventerrein' (zie figuur 3.2). Voor een aantrekkelijk en concurrerend vestigingsmilieu is de beschikbaarheid van een op de vraag afgestemd areaal bedrijventerreinen een belangrijke randvoorwaarde.

De Hogesnelheidslijn doorkruist het bestemmingsplan in noord-zuidelijke richting. Aan de westzijde, ter hoogte van de A12, is de aanduiding 'regionaal centrum' opgenomen. Dit gebied heeft beleidsmatig ontwikkelingsmogelijkheden voor gemengde functies (wonen, werken, voorzieningen) van regionale betekenis. De structuurvisie gaat uit van een nieuw station op de spoorlijn Den Haag - Utrecht.

afbeelding "i_NL.IMRO.1621.BP0111-VAST_0008.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.1621.BP0111-VAST_0009.png" afbeelding "i_NL.IMRO.1621.BP0111-VAST_0010.png" afbeelding "i_NL.IMRO.1621.BP0111-VAST_0011.png"

Figuur 3.2 Uitsnede functiekaart structuurvisie

In de Provinciale Structuurvisie is binnen het plangebied een reservering opgenomen voor leidingstroken ten noorden van de A12. De reserveringen zijn echter fysiek niet bruikbaar als gevolg van een samenloop van diverse vormen van infrastructuur en ruimtelijke ontwikkelingen. Het ministerie van Infrastructuur & Milieu heeft gezocht naar een alternatief tracé, waarbij de keuze is gevallen op een alternatief dat buiten het plangebied is gelegen. Dit alternatief is opgenomen in de ontwerp-Structuurvisie buisleidingen. Dat betekent dat na vaststelling van het de Structuurvisie buisleidingen de reserveringen binnen het plangebied komen te vervallen.

Verordening Ruimte (tm actualisering 2012)

Het plangebied is in de verordening aangeduid als bedrijventerrein binnen de bebouwingscontouren.

In de Verordening is opgenomen dat voor gronden binnen bestemmingsplannen die zijn gelegen op bedrijventerreinen geen bestemmingen worden aangewezen die nieuwe (bedrijfs)woningen mogelijk maken. Voorliggend bestemmingsplan voldoet hieraan.

In de verordening staat dat bestemmingsplannen voor gronden die zijn gelegen op bedrijventerreinen bedrijven uit de hoogst mogelijke milieucategorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten passend bij de omgeving van het bedrijventerrein mogelijk moeten maken, waarbij rekening wordt gehouden met toekomstige ontwikkelingen. Afwijking is mogelijk indien in regionaal verband afspraken zijn gemaakt over het voorzien in voldoende ruimte voor bedrijven uit de hoogste mogelijke milieucategorie die mogelijk zou zijn op het betreffende bedrijventerrein. De toelichting van het bestemmingsplan moet hierover een verantwoording bevatten. Voorliggend bestemmingsplan voldoet hieraan. Dit is opgenomen in paragraaf 4.3.

afbeelding "i_NL.IMRO.1621.BP0111-VAST_0012.png"

Figuur 3.3 Uitsnede kaart Verordening Ruimte (bedrijventerrein binnen de rode bebouwingscontour)

Ladder voor duurzame verstedelijking

Een bestemmingsplan dat betrekking heeft op een nieuwe ontwikkeling met wonen, bedrijven, zelfstandige kantoren, detailhandel en andere stedelijke voorzieningen houdt rekening met de navolgende voorkeursvolgorde:

  • het benutten van locaties voor herstructurering, intensivering of transformatie binnen bestaand stedelijk en dorpsgebied 2010 als aangegeven op kaart 4a;
  • het benutten van locaties aansluitend aan bestaand stedelijk en dorpsgebied 2010 als aangegeven op kaart 4a.

In paragraaf 2.5 is aandacht besteed aan de ladder voor duurzame verstedelijking.

Detailhandel

Er zijn drie soorten detailhandel:

  • detailhandel in de zogenaamde abc-goederen kunnen bestemd worden zonder provinciale inmenging;
  • bouwmarkten en tuincentra kunnen bestemd worden op voorwaarde van een distributieplanologisch onderzoek en regionale afstemming;
  • voor detailhandel in de meubelbranche is een locatieaanduiding op de kaarten van de provinciale verordening vereist.


Nieuwe perifere detailhandel

In het geldende bestemmingsplan is een afwijkingsmogelijkheid (vrijstelling/ontheffing) opgenomen voor perifere detailhandel op drie deelgebieden. In onderhavig bestemmingsplan worden die geldende rechten vanwege een nieuwe juridische en feitelijke situatie verkleind, geconcentreerd en geconcretiseerd.

  • In het voormalige deelgebied Ia wordt nog steeds voorzien in detailhandelsmogelijkheden.
  • In het voormalige deelgebied Ib, is geen detailhandel meer voorzien. Daar vervalt de afwijkingsmogelijkheid.
  • Het voormalige deelgebied V wijzigt van één smalle, lange strook die onderbroken wordt door de HSL (een gebied van pakweg 83.000 m2) naar een compact, aaneengesloten gebied waarbinnen maximaal 30.000 m2 aan nieuwe perifere detailhandel gevestigd kan worden, waarvan maximaal 26.000 in meubels. Voor dit gebied bestaan concrete plannen voor de vestiging van een meubelboulevard van 26.000 m2 en een bouwmarkt van 3.500 m2. Daarvoor bestaat reeds een distributie-planologisch onderzoek in concept. Dat DPO wordt momenteel geactualiseerd en vervolgens - parallel aan deze bestemmingsplanprocedure - met de regio Haagladen en Rotterdam besproken. Omdat de omvang van die beoogde detailhandel bekend is, is de afwijkingsmogelijkheid daarop aangepast en geconcretiseerd.

Net zoals in het geldende plan gelden er twee voorwaarden voor het meewerken aan de afwijking. Ten eerste is dat een distributie-planologisch onderzoek. Ten tweede was er voorheen de goedkeuring van Gedeputeerde Staten. Nu is dat vervangen door afstemming met het Regionaal Economisch Overleg van beide stadsregio's.

Verhuizing bestaande perifere detailhandel

Een vergelijkbare regeling is opgesteld voor verhuizing van perifere detailhandel in de regio. Als aanvullende voorwaarde is hierbij gesteld dat de oude plek niet meer in aanmerking mag komen voor vestiging van een ander bedrijf in detailhandel. Dit kan dus een intergemeentelijke afstemming/samenwerking vereisen.

Ruimtelijke kwaliteit en beeldkwaliteitsparagraaf

Een bestemmingsplan voor gronden gelegen buiten de bebouwingscontouren, zoals aangegeven op kaart 1, of voor gronden binnen maar aansluitend aan de bebouwingscontouren voor zover er ruimtelijke effecten te verwachten zijn die uitstralen naar het buitengebied, levert een bijdrage aan de ambities behorende bij de kwaliteitskaart van de provinciale structuurvisie door de ruimtelijke kwaliteiten van het gebied te behouden en te versterken. De toelichting van het bestemmingsplan bevat hierover een verantwoording, vervat in een beeldkwaliteitsparagraaf.

In paragraaf 2.6 is een beeldkwaliteitsparagraaf opgenomen, die op bovenstaande punten ingaat in relatie tot de ontwikkeling die dit plan mogelijk maakt.