direct naar inhoud van Artikel 7 Maatschappelijk
Plan: Boterdorp Zuidwest en Oosthoeck
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1621.BP0109-VAST

Artikel 7 Maatschappelijk

7.1 Bestemmingsomschrijving
7.1.1 Algemeen

De als 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen, en indien aangeduid uitsluitend overeenkomstig het bepaalde in artikel 7.1.2;

met daaraan ondergeschikt:

  • b. wegen en paden;
  • c. tuinen en erven;
  • d. parkeervoorzieningen;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. water.
7.1.2 Specifiek

Ter plaatse van de aanduiding:

  • a. 'cultuur en ontspanning' zijn de gronden bestemd voor een muziekschool;
  • b. 'jeugdopvang' zijn de gronden bestemd voor kinderopvang;
  • c. 'kantoor' zijn de gronden tevens bestemd voor kantoren op de verdieping;
  • d. 'onderwijs' zijn de gronden bestemd voor een onderwijsinstelling;
  • e. 'specifieke vorm van maatschappelijk - apotheek' zijn de gronden bestemd voor een apotheek;
  • f. 'specifieke vorm van maatschappelijk - medische dienstverlening' zijn de gronden bestemd voor medische dienstverlening op de begane grond;
  • g. 'specifieke vorm van waarde - cultuurhistorie' zijn de gronden tevens bestemd voor het behoud, de bescherming en/of herstel van het aanwezige monument en/of cultuurhistorisch waardevol object;
  • h. 'zorginstelling' zijn de gronden bestemd voor een zorginstelling met maximaal 24 zorgkamers.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Algemeen

Op de in artikel 7.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

7.2.2 Hoofdgebouwen
  • a. een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bebouwingspercentage ten opzichte van het bouwvlak bedraagt maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven percentage, indien geen aanduiding is opgenomen mag het bebouwingspercentage ten opzichte van het bouwvlak maximaal 100 bedragen;
  • c. de goothoogte en/of bouwhoogte van de bedrijfsgebouwen bedraagt maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' en/of 'maximale bouwhoogte' aangegeven goothoogte en/of bouwhoogte;
  • d. voor zover binnen een bouwvlak een aanduiding 'specifieke vorm van waarde - cultuurhistorie' is aangegeven, is de bestaande maatvoering van goothoogte en/of bouwhoogte de maximale goothoogte en/of maximale bouwhoogte;
  • e. gebouwde parkeervoorzieningen zijn slechts toegestaan voor zover gebouwd onder maaiveld en/of binnen het bedrijfsgebouw met uitzondering van toegangen tot de voorziening. 
7.2.3 Andere bouwwerken

Bij ieder hoofdgebouw mogen andere bouwwerken worden gebouwd, waarbij buiten het bouwvlak de hoogte niet meer mag bedragen dan:

  • a. 1 m voor erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel;
  • b. 2 m voor erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevel;
  • c. 3 m voor overige andere bouwwerken.
7.2.4 Bestaande bouwwerken

Bouwwerken, welke niet voldoen aan het bepaalde in artikel 7.2.1 t/m 7.2.3, zijn toegestaan voor zover deze rechtsgeldig zijn gebouwd of een rechtsgeldige bouwtitel hebben op het tijdstip van ter inzage legging van het ontwerp van dit plan. De bestaande, afwijkende maatvoering geldt dan als maximale maatvoering.

7.3 Afwijken van de bouwregels

Bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor:

7.3.1 Bijgebouwen en overkappingen buiten het bouwvlak

Bijgebouwen en overkappingen buiten het bouwvlak ten dienste van de maatschappelijke voorziening, zoals bergingen en fietsenstallingen, waarbij:

  • a. De gezamenlijke oppervlakte niet meer mag bedragen dan 150 m² en het perceelsgedeelte met de bestemming “Maatschappelijk” buiten het bouwvlak voor niet meer dan 25% van de oppervlakte mag worden bebouwd;
  • b. De bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 5 m;
  • c. De goothoogte niet meer bedraagt dan 3 m.
7.3.2 Andere bouwwerken
  • a. het bouwen van een terreinafscheiding met een maximum hoogte van 3 m, mits:
    • 1. dit aantoonbaar bedrijfmatig, waaronder begrepen de beveiliging, noodzakelijk is;
    • 2. het een volledig open hekwerk betreft, zodanig dat het zicht op het voorterrein vanaf de openbare weg behouden blijft;
  • b. het oprichten van vlaggenmasten tot een hoogte van 10 m;
  • c. het oprichten van ten hoogste 1 oriëntatie- en/of reclamezuil per bedrijf of instelling tot een hoogte van 5 m.
7.3.3 Algemene randvoorwaarden voor afwijken van de bouwregels

De genoemde afwijkingen bij een omgevingsvergunning kunnen slechts worden verleend mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de kwaliteit van de openbare ruimte, zoals een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. het aantal parkeervoorzieningen;
  • e. de functionele en ruimtelijke structuur, zoals aansluiting op (structurele) groenelementen en waterelementen;
  • f. de bebouwingsmogelijkheden, gebruiksmogelijkheden en/of bezonning van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • g. het milieu.
7.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik:

  • a. van bouwwerken voor bewoning;
  • b. van gronden en/of bouwwerken voor prostitutie;
  • c. van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
  • d. van onbebouwde terreinen voor de opslag van caravans, boten en overige zaken;
  • e. van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van vuurwerk.
7.5 Afwijken van de gebruiksregels

Bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de gebruiksregels voor:

7.5.1 Andere maatschappelijke functie

Het gebruik van gronden en bouwwerken voor andere maatschappelijke voorzieningen dan ter plaatse is aangeduid.

7.5.2 Kantoren op de verdieping

Het gebruik van de gronden en bouwwerken voor kantoren op de verdieping anders dan bedoeld in artikel 7.1.2c.

7.5.3 Algemene randvoorwaarden voor afwijken van de gebruiksregels

De genoemde afwijkingen bij een omgevingsvergunning kunnen slechts worden verleend mits:

  • a. de geluidsbelasting op de gevel van geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende grenswaarde uit de Wet geluidhinder of de vastgestelde hogere grenswaarde;
  • b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. de kwaliteit van de openbare ruimte, zoals een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de verkeersveiligheid;
    • 3. de sociale veiligheid;
    • 4. het gewenste voorzieningenniveau;
    • 5. de functionele en ruimtelijke structuur, zoals aansluiting op (structurele) groenelementen en waterelementen;
    • 6. de bebouwingsmogelijkheden, gebruiksmogelijkheden en/of bezonning van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
    • 7. het milieu;
  • c. de verkeersaantrekkende werking in overeenstemming is met de functie en vormgeving van de wegen in de nabije omgeving;
  • d. voorzien wordt in de (extra) parkeerbehoefte.