direct naar inhoud van 3.3 Gemeentelijk beleid
Plan: Kom Bleiswijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1621.BP0107-VAST

3.3 Gemeentelijk beleid

Structuurvisie Lansingerland (2010)

Met de Structuurvisie Lansingerland wil de gemeente sturing geven aan 'aantrekkelijk wonen, werken, recreëren en leven'. Het plangebied is in de structuurvisie aangeduid als dorpslint en bestaand stedelijk gebied.

Kwaliteitsverbetering bestaand stedelijk gebied

Beheer en kwaliteitsverbetering van het suburbane woon- en leefklimaat in de bestaande woongebieden staat voorop. Binnen het stedelijk gebied wordt de komende jaren een aantal woningbouwlocaties afgerond. Daarnaast is incidenteel herstructurering van verouderde delen van de woningvoorraad aan de orde. Waar mogelijk worden kansen benut voor het uitplaatsen van (milieu)hinderlijke bedrijven en functies (die qua schaal en of activiteit niet meer passen in de stedenbouwkundige structuur) uit de kernen. Bij inbreiding wordt gewaakt voor teveel verdichting, om het landelijke groene (suburbane) karakter van de gemeente te behouden.

Behoud cultuurhistorisch waardevolle karakter linten

De linten zijn belangrijke dragers van de identiteit van Lansingerland. Behoud en versterking van het cultuurhistorisch waardevolle karakter van de linten is uitgangspunt. Dit houdt onder andere in dat de diversiteit aan functies, bebouwingsvormen en de openheid behouden moeten blijven. Daar waar functies zijn gevestigd die qua aard of schaal als niet meer passend moeten worden beschouwd, is ontwikkeling en of transformatie mogelijk. Ontwikkelingen moeten passen bij de schaal en de maat van het lint. Transformatie is geen doel op zich maar een middel om bij te dragen aan verbetering van de stedenbouwkundige kwaliteit van het lint.

De linten zijn als volgt te typeren: dorpslinten, landelijke linten en groene linten. In elk van de linten zijn ter verbetering van de stedenbouwkundige kwaliteit en met behoud van de waardevolle open plekken ontwikkelingen mogelijk die passen bij de karakteristiek van het betreffende lint. Het lint ter plaatse van het plangebied is aangeduid als dorpslint.

Dorpslinten

De linten in het dorp (dorpslinten) zijn voor het grootste deel 'uitontwikkeld'. De nog open gebieden behouden hun open karakter. Daar waar zich nog mogelijkheden voordoen, zullen vooral kleinschalige woningbouwmogelijkheden worden geboden. Daarbij is uitgangspunt dat wordt aangesloten op de bebouwingsstructuur van het lint.

afbeelding "i_NL.IMRO.1621.BP0107-VAST_0010.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.1621.BP0107-VAST_0011.png"

Figuur 3.1 Uitsnede structuurvisiekaart

Woonvisie gemeente Lansingerland 2009-2013 (2009)

Doel van de woonvisie is om de aantrekkelijke mix van de drie kernen in Lansingerland voor de toekomst veiligstellen. De gemeente Lansingerland wil samen met haar partners bouwen aan een groene en duurzame leefomgeving, waar alle inwoners veilig en prettig kunnen wonen, werken en recreëren, met een gevarieerd woningaanbod, passend bij de sociale en demografische opbouw van de samenleving, rekening houdend met historische en culturele waarden. Het motto is: 'Samen bouwen aan een groen en duurzaam Lansingerland'.

Hieruit volgen drie beleidsdoelen:

  • 1. vergroten van keuzevrijheid en een gevarieerd woningaanbod;
  • 2. bieden van gevarieerde en veilige woonmilieus;
  • 3. versterken van een duurzame woon- en leefomgeving.

Ad 1. Vergroten van keuzevrijheid en een gevarieerd woningaanbod

Met aandacht voor:

  • ouderen;
  • (koop)starters;
  • huishoudens met een laag inkomen;
  • bijzondere doelgroepen:
    • 1. tijdelijke arbeidsmigranten;
    • 2. gepardonneerden en vergunninghouders;
    • 3. mensen met een beperking;
    • 4. woonwagenbewoners.

Enkele relevante uitvoeringsmaatregelen hierbij zijn:

  • zoveel mogelijk nieuwe woningen moeten (grotendeels) voldoen aan de WoonKeur;
  • in nieuwe bestemmingsplannen met woningbouwlocaties aangeven hoeveel sociale huur- en/of koopwoningen en/of kavels voor particulier opdrachtgeverschap.

Ad 2. Bieden van gevarieerde en veilige woonmilieus

  • levensloopbestendig;
  • leefbaar;
  • veilig;
  • bereikbaar;
  • groen.

Enkele relevante uitvoeringsmaatregelen:

  • vier van de vijf woonservicezones uiterlijk eind 2013 realiseren;
  • bij uitwerking bouwplannen binnen bebouwde kom goed ervoor zorgen dat de openbare ruimte is afgestemd op gebruik door ouderen;
  • bij ontwerpen nieuwe woningbouwplannen en herinrichting bestaande gebieden goed kijken dat aan veiligheidseisen wordt voldaan;
  • doorgaan met verbetering van de bereikbaarheid van bushaltes en meewerken aan plannen voor versterken openbaar vervoer;
  • uiterlijk in 2010 inventariseren in welke wijken zich parkeerproblemen voordoen;
  • in 2010 samen met andere partijen pilot wijkgericht werken evalueren en opstellen van beleid hierover;
  • definiëren aan welke groeneisen nieuwe woningbouwplannen moeten voldoen > meer groen in de wijken.

Ad 3. Versterken van een duurzame woon- en leefomgeving

Onder andere door:

  • energiebesparing;
  • meer speelvoorzieningen.

Enkele relevante uitvoeringsmaatregelen:

  • uitvoeren van het klimaatbeleid van de gemeente;
  • vaststellen milieubeleidsplannen van 3B Wonen en de gemeente;
  • vaststellen van Speelruimteplan.

Economische visie Lansingerland 2011-2016 (2011)

De gemeente heeft deze visie samen met het bedrijfsleven en de belangenorganisaties opgesteld. Hierin staat, naast het overkoepelende economisch beleid, ook het beleid van de gemeente richting het (Oostlandse) bedrijfsleven, belangenorganisaties en andere overheidsinstanties. De visie gaat vooral in op de ambities van de gemeente, de lokale economische structuur, het ondernemersklimaat en de koppeling met scholing en arbeidsmarkt; zaken waar de gemeente zelf, in samenspraak met het bedrijfsleven, invloed op uit kan oefenen.

Glastuinbouw en aanverwante bedrijvigheid vormen het hart van de gemeentelijke economie. De gemeente streeft naar een duurzame economie met gevarieerde bedrijvigheid en diversiteit en heeft zowel aandacht voor nieuwe ontwikkelingen als voor de bestaande situatie. Het behoud van de levendigheid, aantrekkingskracht en charme van de drie dorpskernen en goede voorzieningen op het gebied van leisure en recreatie zijn andere speerpunten.

De gemeente zet in de periode 2011-2016 (in willekeurige volgorde) in op:

  • constructieve samenwerking met partners;
  • kwaliteit op bedrijventerreinen door parkmanagement;
  • benutting van de goede concurrentiepositie;
  • unieke verbinding van functies op Bleizo;
  • aantrekkingskracht voor alle typen bedrijvigheid;
  • kantorenmarkt aanvulling op economie;
  • ontwikkeling tot kenniscentrum voor de Greenport;
  • realiseren van duurzaamheidsdoelstellingen;
  • ruimte voor groei glastuinbouw;
  • nadrukkelijk ontwikkelen en promoten recreatie en leisure;
  • aantrekkelijke en goed functionerende dorpskernen;
  • uitbreiding van het openbaar vervoernetwerk;
  • toevoeging middelbaar beroepsonderwijs;
  • versterking samenwerking onderwijs en bedrijfsleven;
  • stimuleren starters;
  • gemeentelijke dienstverlening.

SWOT-analyse

Uit de SWOT-analyse blijkt dat Lansingerland vooral hoog scoort op beschikbare ruimte, de centrale ligging, het lage werkloosheidscijfer, de goed opgeleide beroepsbevolking, het aantrekkelijke woon- en leefmilieu en de goede voorzieningen. Aandachtspunten voor de gemeente zijn het verbeteren van de bereikbaarheid van de bedrijventerreinen per openbaar vervoer, de bekendheid van de naam Lansingerland en de aanwezigheid van middelbaar- en hoger beroepsonderwijs. Kansen liggen er vooral bij de ontwikkeling van Bleizo, ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen, parkmanagement, de benutting van de kennis en kunde van het glastuinbouwcluster en de ruimte voor nieuwe voorzieningen. Tot slot vormen de concurrentie binnen de regio, de economische crisis en het ontbreken van betaalbare huisvesting voor jongeren bedreigingen.

Milieubeleidsplan 2009-2010 (2009)

Het milieubeleidsplan heeft per onderwerp concrete doelen. Hieronder de belangrijkste doelstellingen voor het plangebied (per onderwerp):

Energie:

  • 2025 energieneutrale gemeente;
  • Wildezijde van energie voorzien door middel van koude/warmteopslag;
  • opstellen energievisie (gemeentebreed);
  • onderzoek naar mogelijkheden van gemeentelijk klimaatbeleid.

Duurzaam:

  • gemeentelijke woningbouwplannen EPC (Energie Prestatie Coëfficiënt) van 0,7;
  • inzet duurzaamheidscan bij bedrijven.

Water:

  • vitale (waterhabitat) voor flora en fauna;
  • in 2050 benodigde waterberging gerealiseerd.

Externe veiligheid:

  • actualiseren risicokaart.

Geluid:

  • minimaliseren van het aantal woningen met een geluidsoverlast van > 60 dB (A);
  • beperken van de geluidsoverlast door vliegverkeer.

Bodem:

  • reduceren aantal saneringslocaties;
  • opstellen nieuw bodembeleid (regionaal oppakken);
  • in het lint en dorpskern (waar mogelijk) verbeteren van de bodemkwaliteit.

Lucht:

  • voldoen aan norm stikstofdioxide, zwevende deeltjes, koolmonoxide en benzeen.

Nota Cultuurhistorie Plus (concept 2010)

De Nota Cultuurhistorie Plus is bedoeld om de ruimtelijke kwaliteiten van de bestaande omgeving in Lansingerland te benoemen en te beschermen.

Op 26 april 2012 heeft de gemeenteraad de Nota CultuurhistoriePlus vastgesteld. Het ontwerpbestemmingsplan "Kom Bleiswijk" heeft met ingang van 19 april 2012 ter visie gelegen. Derhalve is er niet voor gekozen om behoudens de in het plangebied aanwezige monumenten, de als vastgestelde cultuurhistorisch waardevolle objecten alsnog in het onderhavige bestemmingsplan op te nemen.

In de nota zijn in Bleiswijk de Kruisweg (lint), Hoefweg en de Hoekeindseweg aangewezen als historische linten. De kern van Bleiswijk is aangewezen als historische kern.

In Bleiswijk is het beleid gericht op behoud van de authenticiteit van de dorpskern, gecombineerd met de aanwezigheid van dagelijkse voorzieningen. In het gemeentelijk beleid is vastgelegd dat het dorpse karakter behouden moet blijven. De bestaande karakteristiek vormt daarbij het uitgangspunt.

De volgende zaken worden in ieder geval vastgelegd in het bestemmingsplan:

  • maximale afmetingen bebouwing;
  • bruggen op de grens van kernen en polderlinten maximaal 2,3 m, bij uitzondering 3 m breed;
  • ringgracht bestemmen als water, niet dempen of overwelven.

Visiedocument verkeer en vervoer 2009-2020 (2008)

Het visiedocument beschrijft de visie op het verkeer en het vervoer in en rond Lansingerland tot 2020 en vormt, samen met een op te stellen maatregelenpakket, het Mobiliteitsplan Lansingerland.

Het visiedocument constateert de volgende belangrijkste ontwikkelingen voor het plangebied:

  • de N209 laat de grootste doorstromings- en leefbaarheidsproblemen zien, voor zowel personenverkeer als goederenvervoer;
  • de netwerken van OV- en fietsverbindingen zijn nog onvoldoende concurrerend en vertonen weinig samenhang, in zichzelf en onderling;
  • op de gemeentelijke wegen is een dalende trend in de verkeersongevallen waarneembaar, maar een toename van het aantal (ernstige) verkeersongevallen in de gehele gemeente;
  • de N209 veroorzaakt leefbaarheidsproblemen; daarnaast krijgen sommige oude linten te veel verkeer te verwerken;
  • de parkeercapaciteit in wijken uit de jaren '70 en '80 vraagt aandacht;
  • diverse ruimtelijke ontwikkelingen in en rond Lansingerland zorgen de komende jaren voor aanzienlijke extra druk op het bestaande wegennet;
  • tussen 2009 en 2020 wordt het autonetwerk op enkele punten aangepast, wordt het fietsnetwerk verbeterd en wordt het (regionale) openbaar vervoer aanzienlijk uitgebreid;
  • de gemeente en stadsregio zetten met recente beleidsplannen reeds in op verduurzaming van het verkeer en vervoer;
  • de verkeersveiligheidsstreefcijfers voor 2020 liggen aanzienlijk lager dan de meest actuele cijfers in Lansingerland;
  • er zijn geen beleidskaders voor routering van zware transporten noch voor vervoer van gevaarlijke stoffen, noch voor uniformering van weginrichting en (voorrangs)regelingen.

Aan de hand van de beleidskaders, bovenstaande ontwikkelingen en berekeningen met het verkeersmodel is het verkeer en vervoer in Lansingerland geanalyseerd. De volgende belangrijkste conclusies voor het plangebied zijn getrokken:

  • de aanzienlijke ontwikkelingen in het regionale openbaar vervoer bieden kansen voor een betere ketenmobiliteit, als alternatief voor verplaatsingen met de auto;
  • fietsmaatregelen zijn in Lansingerland kansrijk en kosteneffectief. Daarnaast kunnen ze het openbaar vervoer versterken. Wel dient er maatwerk te worden geboden;
  • het opstellen van kaders voor vervoer van gevaarlijke stoffen kan bijdragen aan de verkeers- en externe veiligheid;
  • om de negatieve verkeersveiligheidstrend in Lansingerland om te buigen in een positieve lijn zijn drie typen maatregelen van belang:
    • 1. aandacht voor (brom)fietsverkeer;
    • 2. uniformering in wegbeeld: Duurzaam Veilig;
    • 3. maatregelen 'black spots' voor wegen met hoge snelheden en gemengd verkeer; onder andere parallelwegen N209, de huidige linten en tuinbouwwegen;
  • de N209 staat centraal in de bereikbaarheids- en leefbaarheidsproblematiek en vereist daarom een integrale oplossing;
  • bij het ontwikkelen van nieuwe gebieden en ontwerpen van buitenruimte is meer aandacht voor voetgangers nodig.

De volgende ambities zijn van belang voor het plangebied:

  • Lansingerland wil mobiliteit mogelijk maken, door voor de verschillende vervoerswijzen hoogwaardige netwerken te bieden die onderling gekoppeld zijn;
  • de gemeente stelt voor haar eigen organisatie een vervoerplan op;
  • de gemeente wil het openbaar vervoer en ketenmobiliteit stimuleren en zorgt zowel voor voldoende P+R-plaatsen en fietsenstallingen bij de stations van Randstadrail en Bleizo als voor een goede bereikbaarheid van deze stations;
  • de gemeente wil een dekkend netwerk van bushaltes in stedelijk gebied, uitgaande van een maximale loopafstand 900 m voor ZoRo-bus en Randstadrail (HOV-lijnen); voor het aanvullende busnet wordt rekening gehouden met een maximale loopafstand van 400 m;
  • Lansingerland ziet de fiets als hét vervoermiddel binnen de kernen en zorgt voor een fijnmazig fietsnetwerk en goede stallingsvoorzieningen aldaar;
  • voor de doorstroming op en leefbaarheid langs de N209 wordt een integrale oplossing uitgewerkt en uitgevoerd;
  • de gemeente wil de verkeersveiligheid verbeteren, met bijzondere aandacht voor (brom)fietsers, de schoolomgeving, een consistent duurzaam veilig wegbeeld en 'black spots'.

Welstandsnota

De gemeente Lansingerland heeft de ambitie om uit te groeien tot een aantrekkelijke parkstad waarin het goed wonen, werken en recreëren is. Om die ambitie te verwezenlijken voert de gemeente een uitgesproken ruimtelijk kwaliteitsbeleid. De welstandsnota vormt hierin een belangrijke bouwsteen. De verwachting is dat de nota het einde van dit jaar wordt vastgesteld. De gemeente heeft een gebiedenkaart opgesteld, waarin de verschillende welstandscriteria zijn opgehangen.

afbeelding "i_NL.IMRO.1621.BP0107-VAST_0012.png"

Figuur 3.2 Uitsnede gebiedenkaart

Binnen het plangebied vallen de volgende gebieden uit de gebiedenkaart:

  • rijtjes aan straten (1950 - 1970);
  • stroken en blokken (1970 - 1975);
  • woonerven (1970 - 1990);
  • woongebieden na 1985.

Voor alle gebieden geldt een laag welstandsniveau. Bij dit welstandniveau is de preventieve welstandsbeoordeling primair gericht op het bewaren van de stedenbouwkundige en architectonische samenhang. In deze gebieden worden de openbaarheid en de publieke ruimte vooral beleefd door de mensen die er wonen of werken. Het zijn 'rustige' gebieden waar de leefbaarheid van groot belang is, omdat de mensen er langdurig (moeten) verblijven. Voor de gebiedsgerichte welstandscriteria van het genoemde gebied wordt verwezen naar de welstandsnota.

Bomenverordening 2012

Bij besluit van 26 april 2012 heeft de raad de “Bomenverordening Lansingerland 2012” vastgesteld.

Met de vaststelling van deze verordening zijn de betreffende artikelen in de APV vervallen. De verordening regelt voor bijzondere bomen en ander houtopstanden een specifiek beschermingsregime door middel van een ontheffing en een kapvergunning. De bijzondere bomen en andere houtopstanden worden door middel van een lijst aangewezen. Naast de lijst behoort bij de verordening een vijftal kaarten met hierop aangegeven zogenoemde beschermenswaardige bomen.

De bomenverordening voorziet in eigen beschermingsregime. Het is niet de bedoeling dat ook in bestemmingsplannen maatregelen getroffen worden gericht op de instandhouding van waardevolle houtopstanden. Wel wordt in de toelichting van het bestemmingsplan de bomenverordening genoemd zodat het instrument zoveel mogelijk onder de aandacht wordt gebracht. De lijsten en kaarten met beschermenswaardige en waardevolle houtopstanden worden voortdurend geactualiseerd. Het is vanuit oogpunt van volledigheid niet wenselijk om de betreffende houtopstanden in het onderhavige plangebied specifiek aan te duiden. Volstaan wordt daarom met een verwijzing naar de verordening.

Overig gemeentelijk beleid

Overig gemeentelijk beleid met betrekking op Bleiswijk is onder meer:

  • Woningmarktafspraken stadsregio 2010-2020;
  • Waterplan Lansingerland (ontwerp 2009);
  • Nota integraal speelruimtebeleid 2010-2014;
  • Beleidsnota hogere grenswaarde (2009);
  • Beleidsnota archeologie (concept maart 2011);
  • Gemeentelijke monumentenlijst;
  • Gemeentelijk rioleringsplan 2009-2013;
  • Integraal veiligheidsbeleid gemeente Lansingerland 2010 – 2013.

In de toelichting wordt bij de betreffende thema's, voor zover relevant, ingegaan op bovenstaand beleid.