direct naar inhoud van Artikel 22 Algemene bouwregels
Plan: Molenweg e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1621.BP0098-VAST

Artikel 22 Algemene bouwregels

22.1 Uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening

De voorschriften van de bouwverordening ten aanzien van de stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:

  • a. de richtlijnen voor het verlenen van vrijstellen van de stedenbouwkundige bepalingen;
  • b. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
  • c. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
  • d. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
  • e. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden;
  • f. de ruimte tussen de bouwwerken.
22.2 Overschrijding bouwgrenzen

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwgrenzen en bestemmingsgrenzen worden ondergeschikte bouwdelen van bouwwerken, zoals:

  • a. schoorstenen, antennes, lift- en dakopbouwen, zonnepanelen en daarmee gelijk te stellen onderdelen waarvan de overschrijding van de bouwgrens of de bestemmingsgrens niet meer bedraagt dan 1 meter of 10%;
  • b. plinten, pilasters, luifels, kozijnen, gevelversieringen, balkons, brandtrappen, ventilatiekanalen, uitspringende schoorsteenwanden, gevel- en kroonlijsten, overstekende daken en daarmee gelijk te stellen onderdelen waarvan de overschrijding van de bouwgrens of de bestemmingsgrens niet meer bedraagt dan 1 meter;
  • c. luifels bij winkels waarvan de overschrijding van de bouwgrens of de bestemmingsgrens niet meer dan 2 meter bedraagt;

buiten beschouwing gelaten.

22.3 Bestaande bouwwerken

Bouwwerken, welke niet voldoen aan het bepaalde in de in hoofdstuk 2, zijn toegestaan voor zover deze rechtsgeldig zijn gebouwd of een rechtsgeldige bouwtitel hebben op het tijdstip van ter inzage legging van het ontwerp van dit plan. De bestaande, afwijkende maatvoering geldt dan als maximale maatvoering.

22.4 Veiligheidszone - leiding brandstof
22.4.1 Algemeen

Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidzone - leiding brandstof' mogen, onverminderd het elders in dit plan bepaalde, geen nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten worden gerealiseerd die voorzien in een regelmatig verblijf van personen.

22.4.2 Afwijken met een omgevingsvergunning

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 22.4.1 voor de bouw van beperkt kwetsbare objecten indien:

  • a. de voorgenomen omgevingsvergunning voor afwijken is getoetst aan de meest recente regelgeving op het gebied van externe veiligheid, in casu het Besluit externe veiligheid buisleidingen (28 augustus 2009);
  • b. schriftelijk advies is ingewonnen bij de leidingbeheerder;
  • c. de voorgenomen ontwikkelingen uit oogpunt van groepsrisico verantwoord worden geacht.
22.5 Vrijwaringszones airport
22.5.1 Verbod

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 2 is het niet toegestaan binnen de (gebieds)aanduiding "vrijwaringszone - Rotterdam The Hague Airport 15,17 m" bouwwerken op te richten met een grotere hoogte dan 15,17 m +N.A.P.

22.5.2 Afwijken met een omgevingsvergunning

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 22.5.1 tot een grotere bouwhoogte, een en ander met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 2, op voorwaarde, dat daardoor geen verstoring optreedt van de veiligheid van het luchtvaartverkeer.

Alvorens toepassing te geven aan deze bepaling winnen burgemeester en wethouders vooraf advies in bij de Luchtverkeersleiding Nederland.