direct naar inhoud van Artikel 9 Tuin
Plan: Molenweg e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1621.BP0098-VAST

Artikel 9 Tuin

9.1 Bestemmingsomschrijving
9.1.1 Algemeen

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen, erven en ongebouwde parkeervoorzieningen behorende bij de op de aangrenzende gronden gesitueerde bestemmingen met de daarbij behorende andere bouwwerken.

9.1.2 Specifiek

De gronden als bedoeld in lid 9.1.1 zijn ter plaatse van de aanduiding

  • a. 'nutsvoorziening' bestemd voor een nutsvoorziening;
  • b. 'carport' bestemd voor een carport.

9.2 Bouwregels

Op de in lid 9.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

9.2.1 Gebouwen en overkappingen

Op de in lid 9.1 bedoelde gronden mogen geen gebouwen, carports of andere overkappingen worden gebouwd met uitzondering van een erker, entree- of tochtportaal, waarbij geldt dat:

  • a. de afstand tot de grens van het openbaar gebied niet minder mag bedragen dan 2 m;
  • b. de diepte, gemeten vanuit de voorgevelrooilijn, niet meer mag bedragen dan 1,5 m voor een erker en 2 m voor een entree- of tochtportaal;
  • c. de totale grondoppervlakte niet meer mag bedragen dan 6 m2;
  • d. de breedte niet meer mag bedragen dan 60% van de breedte van de betreffende gevel van de woning;
  • e. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de eerste bouwlaag van de woning, vermeerderd met 0,25 m tot een maximum van 4 m;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' geldt dat een nutsvoorziening mag worden gebouwd met een bouwhoogte van maximaal 3 m;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'carport' mag een overkapping van maximaal 24m2 worden opgericht.
9.2.2 Andere bouwwerken

Op de in lid 9.1 bedoelde gronden mogen andere bouwwerken worden gebouwd, waarbij geldt dat:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn niet meer mag bedragen dan 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn niet meer mag bedragen dan 2 m;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - tuinmuur' geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m.
9.3 Afwijken van de bouwregels
9.3.1 Afwijken

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.2.2 ten behoeve van de bouw van andere bouwwerken mits de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3 m.

9.3.2 Algemene randvoorwaarden voor afwijken van de bouwregels

De genoemde afwijkingen bij een omgevingsvergunning kunnen slechts worden verleend mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de kwaliteit van de openbare ruimte, zoals een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld en de landschappelijke inrichting;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. het aantal parkeervoorzieningen;
  • d. de functionele en ruimtelijke structuur, zoals aansluiting op (structurele) groenelementen en waterelementen;
  • e. de bouwmogelijkheden, gebruiksmogelijkheden en/of bezonning van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • f. het milieu.
9.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een verbod strijdig met deze bestemming, onverminderd het bepaalde in de leden 23.1 en 23.2 van de Algemene gebruiksregels, is het in ieder geval verboden de gronden en/of bouwwerken te gebruiken voor de opslag van caravans, boten en daarmee aanverwante zaken.