Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Obdam, Dorpsstraat 183
Status: onherroepelijk
Plan identificatie: NL.IMRO.1598.BPKherzOBHB0005-oh01

Artikel 1 Begrippen

1. Plan:
het bestemmingsplan "Obdam, Dorpsstraat 183", van de gemeente Koggenland;
2. Bestemmingsplan:
de geometrische bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1598.BPKherzOBHB0005-oh01 , met bijbehorende regels;
3. Verbeelding:
De kaart met bijbehorende verklaring,waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden zijn aangegeven;
4. aanbouw:
een als functioneel onderdeel van een hoofdgebouw (woning) aan te merken aangebouwde uitbreiding, die uit architectonisch oogpunt herkenbaar is als afzonderlijke en duidelijk ondergeschikte aanvulling op dat hoofdgebouw en in ieder geval 1m¹ minder hoog is dan het
hoofdgebouw ;
5. achtergevel:
een van de weg afgekeerde gevel van een hoofdgebouw die parallel of nagenoeg parallel loopt aan de voorgevel; 
9. bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
10. bebouwingspercentage:
een in de voorschriften aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een bouwvlak aangeeft dat minimaal dan wel maximaal mag worden bebouwd; hierbij worden ondergrondse bouwwerken die zichtbaar zijn boven peil meegerekend, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen;
11. bedrijfsmatige activiteiten in een woning:
het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door middel van handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een
woning en daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend;
13. beroepsmatige activiteiten: 
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, therapeutisch,  maatschappelijk, kunstzinnig, en ontwerp-technisch of hiermee gelijk te stellen gebied, niet zijnde kapsalon en rijschool;
14. bestaand:
Ten aanzien van de bij of krachtens de Woningwet en of de Wabo aanwezige bouwwerken en de werken, geen gebouwen zijnde, en werkzaamheden, en het overige gebruik:
  • bestaand ten tijde van het in werking treden van het bestemmingsplan;
15. bijgebouw:
een met het hoofdgebouw verbonden of daarvan vrijstaand gebouw, dat ten dienste staat van het hoofdgebouw en door zijn ligging,  constructie of afmeting ondergeschikt is aan dat hoofdgebouw;
16. bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
17. bouwgrens:
een op de plankaart aangegeven lijn die niet door gebouwen mag worden overschreden, behoudens krachtens deze voorschriften toegelaten afwijkingen;
18. bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met uitsluiting van onderbouw en zolderverdieping;
19. bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar horende bebouwing is toegelaten;
20. bouwvlak:
een op de plankaart aangegeven vlak dat door bouwgrenzen omsloten is en waarop gebouwen zijn toegelaten;
21. bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
22. detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen, die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, alsmede anders dan voor verbruik ter plaatse;
25. eindwoning:
een woning die aan één zijgevel verbonden is met een andere woning en waarvan één zijgevel in de zijdelingse perceelgrens staat;
26. erf:
het gedeelte van een perceel, vanaf 0,5 m¹ achter de voorgevellijn en niet gelegen binnen het bouwvlak;
27. escortbedrijf:
de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersonen die bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte kan worden uitgeoefend;
29. gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
33. hoofdgebouw:
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn ligging, constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;
35. obstakelvrij:
het niet aanwezig zijn van belemmeringen;
36. ondergeschikt bouwdeel:
een buiten de gevel of dakvlakken uitstekend ondergeschikt deel van een bouwwerk met uitzondering van een uitgebouwd gedeelte van een gebouw dat dient ter uitbreiding van het oppervlak;
37. ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden:
werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden die onder peil plaatsvinden;
38. ondergronds bouwwerk:
een (gedeelte van een) bouwwerk, waarvan de vloer is gelegen op minimaal 1,75 m¹ onder peil;
39. overkapping:
elk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt met maximaal 1 wand;
40. parkeervoorzieningen:
elke al dan niet overdekte stallingsgelegenheid ten behoeve van gemotoriseerd verkeer;
41. parkeren:
het laten stilstaan van een voertuig anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van passagiers of voor het onmiddellijk laden of lossen van goederen;
42. peil:
voor gebouwen, waarvan de toegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van de hoofdingang; in andere gevallen, de gemiddelde hoogte van het aanslui tende afgewerkte terrein;
43. perceelsgrens:
grens van een bouwperceel;
44. seksuele dienstverlening:
een bedrijfsmatige activiteit gericht op het verrichten van seksuele handelingen en/of het verrichten van erotische/ pornografische vertoningen;
45. stedenbouwkundige kwaliteit:
de aan een gebied toegekende waarde in verband met stedenbouwkundige elementen, zoals situatie en infrastructuur alsmede de ligging van bouwwerken in het gebied;
47. voorgevel:
de op de weg georiënteerde gevel van een hoofdgebouw dat maximaal één voorgevel heeft;
48. voorgevellijn:
denkbeeldige of op de plankaart aangegeven lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen; op een hoekperceel wordt de zijgevellijn, die naar de weg of het openbaar groen is gekeerd, ook beschouwd als voorgevellijn
;
49. voorgevelrooilijn:
bestaand gebied: de langs de weg gelegen lijn, welke zoveel mogelijk een regelmatige of nagenoeg regelmatige ligging heeft ten opzichte van de voorgevels van de bestaande hoofdgebouwen op de naastgelegen bouwpercelen; nieuw gebied: de langs de weg gelegen lijn, welke zoveel mogelijk een regelmatige of nagenoeg regelmatige ligging heeft en evenwijdig of nagenoeg evenwijdig loopt met de as van de weg;
51. weg:
een voor het openbaar verkeer openstaande weg of pad, met inbegrip van de daarin gelegen bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten;
53. woning:
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de zelfstandige huisvesting van maximaal één huishouden;
55. zijgevel
:
een van de weg afgekeerde gevel van een hoofdgebouw, niet  zijnde de achtergevel of voorgevel;
56. zijgevellijn:
denkbeeldige of op de plankaart aangegeven lijn die strak loopt langs de zijgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen.