direct naar inhoud van Artikel 8 Wonen
Plan: Buurtschap Zwolle 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1586.BPZWO1300-VG01

Artikel 8 Wonen

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. twee-aaneen woningen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen';
  • b. vrijstaande woningen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand';
  • c. vrijstaande woningen en twee-aaneen gebouwde woningen ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding "vrijstaand - twee-aaneen" (sba-vta);
  • d. vrijstaande woningen, twee-aaneen en aaneengebouwde woningen ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding "vrijstaand - twee-aaneen- aaneengebouwd'' (sba-vra);

met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, erven en tuinen.

In de bestemming is de uitoefening van een aan huis verbonden beroep toegestaan, met dien verstande dat maximaal 40% van de vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en 100% van de vloeroppervlakte van de bijbehorende bouwwerken mag worden gebruikt met een gezamenlijk maximum van 50 m². De activiteit mag niet leiden tot belemmeringen voor de omliggende functies en geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer. Ten behoeve van de activiteit wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein

8.2 Bouwregels
8.2.1 Algemeen

Uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemming mogen worden gebouwd.

8.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. het hoofdgebouw dient binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. het hoofdgebouw dient met de voorgevel in of maximaal 2 m achter de bouwgrens aan de zijde van de weg te worden gebouwd;
  • c. de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens dient als volgt te bedragen:
    1. voor vrijstaande woningen minimaal 3 m;
    2. voor halfvrijstaande woningen aan één zijde minimaal 2 m;
    3. voor aaneengebouwde woningen aan de niet-aaneengebouwde zijde van de eindwoningen minimaal 2 m;
  • d. de goothoogte en de bouwhoogte van de gebouwen mogen niet meer zijn dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' mag het aantal woningen binnen het bouwvlak niet meer bedragen dan aangegeven;
  • f. bij (vervangende) nieuwbouw bedraagt de minimale voorgevelbreedte van een woning bij vrijstaande, twee-aaneen en aaneengebouwde woningen 5 m;
  • g. kelders mogen uitsluitend onder een gebouw en ten hoogste 5 meter uit de gevels daarvan worden gebouwd.

8.2.3 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van de in lid 8.2.1, onder b genoemde bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. een bijbehorend bouwwerk mag zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend op minimaal 1 meter achter de voorkant van het hoofdgebouw gebouwd worden;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak mag maximaal 70 m2 bedragen, waarbij het bebouwingspercentage op het erf niet meer dan 50% mag bedragen;
  • d. de goothoogte en bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken mag respectievelijk maximaal 3 meter en maximaal 6 bedragen en mag niet hoger zijn dan de bouwhoogte zijn van de woning;
  • e. een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de voorgevel van het hoofdgebouw mag maximaal 50% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw bedragen met een diepte van maximaal 1,5 meter en een maximale hoogte van 3 meter;
  • f. de breedte van (aangebouwde) bijbehorende bouwwerken aan de zijgevel, gemeten in verlengde van de voorgevel, van het hoofdgebouw mag maximaal 3 meter bedragen;
  • g. de diepte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag aan de achterzijde van vrijstaande woningen de van de weg afgekeerde bouwgrens met maximaal 4 meter overschrijden. Voor alle andere woningtypen mag het aangebouwde bijbehorende bouwwerk de van de weg afgekeerde bouwgrens met maximaal 3 meter overschrijden;
  • h. een strook van minimaal 6 meter, gerekend van de achtergevel van het hoofdgebouw c.q. aangebouwd bijbehorend bouwwerk tot de achterste erfgrens, dient vrij te blijven van aangebouwde bijbehorende bouwwerken;
  • i. de afstand van bijbehorende bouwwerken tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt minimaal 1 meter bij vrijstaande woningen.

8.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag voor de voorgevel maximaal 1 m en achter de voorgevel maximaal 2 m bedragen;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder art. 8.2.4, sub a mag de bouwhoogte van antennes, (tuin)verlichting, vlaggenmasten en vergelijkbare andere bouwwerken maximaal 5 m bedragen.
8.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het elders in dit artikel bepaalde, nadere eisen stellen met betrekking tot:

  • a. dakvormen, dakhellingen en nokinrichtingen van de bebouwing;
  • b. de (goot)hoogte van de gebouwen en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • c. de breedte van de gebouwen en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • d. de oriëntering van de gebouwen en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • e. de wijze van afdekking van de gebouwen en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • f. het aantal en de situering van parkeerplaatsen op het terrein.

De nadere eisen mogen niet op onevenredige wijze het gebruik van bouwwerken en gronden aantasten.

8.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in overeenstemming met de bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken voor (niet zelfstandige) bewoning voor zover de bijbehorende bouwwerken zijn gelegen op niet meer dan 4 m. achter de bebouwingsgrens van de van de weg afgekeerde zijde van het bouwvlak.

8.5 Afwijken van de bouwregels
8.5.1 Afwijken met betrekking tot het aantal woningen

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in art. 8.2.2, sub e, waarbij in het bouwvlak met de groene contour, waarin ten hoogste vijf woningen zijn toegestaan, één woning méér wordt gebouwd dan is aangegeven, onder voorwaarde dat in het bouwvlak met de rode contour, waarin acht woningen zijn toegestaan, één woning minder wordt gerealiseerd, een en ander zoals weergegeven in bijlage 3 van de plan.

8.5.2 Afwijken met betrekking tot voorgevelbreedte

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in art. 8.2.2, sub f, waarbij de minimale voorgevelbreedte bij vrijstaande, twee-aaneen en aaneengebouwde woningen verkleind wordt tot 4,5 m.

8.5.3 Afwijking met betrekking tot bouwhoogte antennes

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in art. 8.2.4, sub b, voor de bouwhoogte van antennes en vlaggenmasten tot maximaal 15 m.

8.6 Afwijken van de gebruiksregels
8.6.1 Aan huis gebonden bedrijf

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.1ten behoeve van de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf, mits de woonfunctie in overwegende mate wordt behouden en onder de voorwaarden dat:

  • a. het medegebruik van ondergeschikte betekenis moet zijn en maximaal 30% mag beslaan van de totale nettovloeroppervlakte van de woning en bijbehorende bouwwerken tot een maximum van 50 m²;
  • b. slechts bedrijven toelaatbaar zijn, die behoren tot de categorie 1 van de in bijlage 1 bijgevoegde 'Lijst aan huis gebonden bedrijven';
  • c. geen detailhandel mag plaatsvinden, behoudens een beperkte verkoop -als ondergeschikte nevenactiviteit- van producten die ter plaatse zijn vervaardigd, dan wel direct verband houden met het aan huis gebonden bedrijf;
  • d. het gebruik geen nadelige invloed mag hebben op de verkeersafwikkeling, casu quo niet onevenredig veel extra verkeer wordt aangetrokken;
  • e. het gebruik mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de leefomgeving;
  • f. op eigen terrein moet worden geparkeerd door eigenaar/huurder en bezoekers.

8.6.2 Andere bedrijfsactiviteiten

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.1ten behoeve van het toestaan van:

a. aan huis verbonden bedrijven welke niet zijn genoemd in de in bijlage 1 opgenomen 'Lijst aan huis gebonden bedrijven' of,

b. aan huis verbonden bedrijven die worden genoemd in categorie 2 van de in bijlage 1 opgenomen 'Lijst aan huis gebonden bedrijven', mits deze naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van de aangrenzende woongebieden, al dan niet onder te stellen voorwaarden, wat betreft geur, stof, geluid en gevaar, kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven behorende tot categorie 1, mits geen onevenredige aantasting ontstaat van:

  • I. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • II. de milieusituatie;
  • III. verkeersveiligheid;
  • IV. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

8.6.3 Mantelzorg

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.1ten behoeve van het toestaan van mantelzorg in een woning, inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken dan wel voor het bouwen van een mantelzorgunit, onder de voorwaarden dat:

  • a. er aantoonbaar behoefte bestaat aan mantelzorg in verband met medische, psychische en/of sociale omstandigheden, in welk kader een indicatie voor mantelzorg aanwezig is;
  • b. de totale oppervlakte ten behoeve van mantelzorg per bouwperceel niet meer dan 55 m² mag bedragen;
  • c. de in 8.6.3, onder b, bepaalde oppervlakte is alleen toegestaan indien niet meer dan 60% van het erf wordt bebouwd;
  • d. mantelzorg slechts wordt toegestaan in één bouwlaag;
  • e. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • f. een vrijstaande mantelzorgunit binnen een afstand van 10 m gerekend van het hoofdgebouw wordt gebouwd;
  • g. in alle gevallen sprake is en blijft van afhankelijke woonruimte;
  • h. indien de noodzaak van mantelzorg is vervallen, de omgevingsvergunning wordt ingetrokken en de situatie in en om de woning wordt teruggebracht in de oude staat (voor units), dan wel in overeenstemming met het bestemmingsplan.