Plan: | Stadscentrum Groenlo |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1586.BPGRO400-VA05 |
De Monumentenwet 1988 bevat de implementatie in de Nederlandse wetgeving van het Europees Verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed, (ook wel het Verdrag van Malta genoemd, naar het eiland en de plaats waar het Verdrag in 1992 door verscheidene EU-lidstaten is ondertekend). De Monumentenwet 1988 verplicht gemeenten om bij de vaststelling van een bestemmingsplan en bij de bestemming van de in het plan begrepen gronden, rekening te houden met de in de bodem aanwezige, dan wel te verwachten, archeologische waarden.
IKAW en AMK
Archeologische waarden zijn in Nederland veelal onzichtbaar, omdat ze grotendeels verborgen liggen in de bodem, waardoor ze niet eenvoudig te karteren zijn. Voor de onbekende waarden heeft Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW) opgesteld. Voor de bekende waarden is de Archeologische Monumentenkaart (AMK) opgesteld.
Bij het opstellen en uitvoeren van ruimtelijke plannen wordt rekening gehouden met zowel de bekende als de te verwachten archeologische waarden. De gemeente Oost Gelre heeft een archeologische beleidsadvieskaart. Op deze kaart is aangegeven welke gebieden archeologisch waardevol zijn en welke gebieden de verwachting hebben archeologisch waardevol te zijn. Het beleid dient direct door te werken in het bestemmingsplan. Bescherming (behoud/conservering) van gebieden met archeologische (verwachtings)waarden is uitgangspunt bij de zorg voor het archeologische erfgoed in het plangebied.
Afhankelijk van de verstoring moeten de gebieden eerst nader worden onderzocht, voordat hier bebouwing of grondbewerking (=verstoring) plaatsvindt. Tijdens het onderzoek gevonden archeologische resten, moeten zo mogelijk onaangetast in de grond bewaard blijven of anders op verantwoorde wijze worden opgegraven. De kosten hiervan komen voor degene die de grond wil verstoren. Met behulp van een dubbelbestemming wordt voornoemde bescherming van archeologische waarden, dan wel archeologische verwachtingswaarden, in het bestemmingsplan geregeld.
Het stadscentrum van Groenlo en de contouren van de (oorspronkelijke) vestingwallen zijn grotendeels aangemerkt als Archeologisch Waardevol Gebied (AWG categorie 4). Het uitgangspunt is binnen dit gebied:
Het overige deel is aangewezen als Archeologisch Waardevol Verwachtingsgebied. Hier voor geldt AWV categorie 6 (geomorfologische eenheden met een plaggendek, gebieden met een hoge archeologische verwachting). Hier zijn eventuele archeologische resten afgedekt door >50 cm dik plaggendek en daardoor waarschijnlijk goed geconserveerd. Het uitgangspunt is binnen dit gebied:
Daarnaast geldt voor het gehele plangebied dat, indien er tijdens werkzaamheden archeologische vondsten of waarnemingen worden gedaan, het verplicht is, zoals aangegeven staat in de Monumentenwet 1988, om dit te melden bij het bevoegde gezag, in deze: de minister.
Uitgangspunten voor het bestemmingsplan
Het plangebied is grotendeels aangewezen als archeologisch waardevol gebied en gedeeltelijk als archeologisch waardevol verwachtingsgebied. Het plangebied wordt dan ook voorzien van een tweetal dubbelbestemmingen:
Bestemming | Categorie gemeentelijke archeologische beleidskaart en bijbehorend beleid |
Waarde - Archeologische verwachtingswaarde 1 |
AWG categorie 4: Onder voorwaarden bodemingrepen dieper dan 30 cm -Mv en groter dan 30 m² |
Waarde - Archeologische verwachtingswaarde 2 | AWV categorie 6: Onder voorwaarden bodemingrepen dieper dan 30 cm -Mv en groter dan 100 m² |
Plangebieden kleiner dan 100 m2 zijn normaal gesproken vrijgesteld van de verplichting tot archeologisch onderzoek (wettelijke vrijstelling conform Monumentenwet 1988), maar deze vrijstelling geldt niet voor gebieden die zijn aangewezen als archeologisch monument.