direct naar inhoud van Artikel 9 Horeca
Plan: Bestemmingsplan Buitengebied Oost Gelre 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1586.BPBUI100-VG01

Artikel 9 Horeca

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. horeca, met de nadere bestemming welke is weergegeven in de onderstaande tabel:

Adres   Nr   Nadere bestemming  
Varsseveldseweg   105   Café  
Holterhoekseweg   6   Restaurant, café, speeltuin en het houden van kleinvee.  
Oude Winterswijkseweg   35   Café  

met de daarbij behorende voorzieningen, waaronder begrepen:

  • b. tuinen, erven en groenvoorzieningen;
  • c. ontsluitingen/inritten;
  • d. parkeervoorzieningen.

Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan, tenzij de gronden zijn gelegen ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'. Het aantal bedrijfswoningen ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' mag niet meer bedragen dan 1.

In de bedrijfswoning is de uitoefening van een aan huis verbonden beroep toegestaan, met dien verstande dat maximaal 40% van de vloeroppervlakte van de bedrijfswoning en 100% van de vloeroppervlakte van de bijbehorende bouwwerken mag worden gebruikt met een gezamenlijk maximum van 50 m². De activiteit mag niet leiden tot belemmeringen voor de omliggende functies en geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer. Ten behoeve van de activiteit wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein.

9.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bebouwing gelden de volgende regels:

  • a. de maatvoering van de bebouwing mag niet meer bedragen dan in de onderstaande tabel is aangegeven:
Adres   Nr   Maximale goothoogte in m   Maximale bouwhoogte in m   Maximale oppervlakte in m²   Maximale bouwhoogte bouwwerken geen gebouwen zijnde in
m  
Varsseveldsweg   105   xx   xx   xx   xx  
Holterhoekseweg   6   xx   xx   xx   xx  
Oude Winterswijkseweg   35   xx   xx   xx   xx  

xx = bestaande bebouwing op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan

  • b. voor het bouwen van een bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' gelden de volgende regels:
    • 1. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan respectievelijk 4,5 m en 9 m;
    • 2. de inhoud mag niet meer bedragen dan 750 m3;
    • 3. de goot- en bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning mogen niet meer bedragen dan respectievelijk 4 m en 6 m;
    • 4. de oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 150 m2.
  • c. de bouwhoogte van palen en masten mag niet meer bedragen dan 8 m;
  • d. indien de bestaande bebouwing afwijkt van het bepaalde onder a, b en c dan geldt de bestaande bebouwing op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan, mits deze op een legale wijze tot stand is gebracht.

9.3 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. lid 9.2 ten behoeve van uitbreiden van de maximale bebouwde oppervlakte met 15%, met dien verstande dat:
    • 1. de bebouwing een compact geheel dient te vormen met de bestaande bebouwing;
    • 2. natuur- en landschapswaarden door de uitbreiding niet onevenredig worden aangetast;
    • 3. er sprake dient te zijn van een zorgvuldige landschappelijke inpassing door middel van een erfinrichtingsplan;
    • 4. er geen sprake is van een onevenredige aantasting van:
      • de milieusituatie;
      • de verkeersveiligheid;
      • de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
      • het landschaps- en bebouwingsbeeld.
  • b. lid 9.2 sub b.4 ten behoeve van het vergroten van de oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning tot 200 m2, met dien verstande dat;
    • 1. er sprake is van een zorgvuldige landschappelijke en stedenbouwkundige inpassing door middel van een erfinrichtingsplan.

9.4 Afwijken van de gebruiksregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. lid 9.1 ten behoeve van het toestaan van mantelzorg in de bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken dan wel voor het bouwen van een mantelzorgunit, onder de voorwaarden dat:
    • 1. er aantoonbaar behoefte bestaat aan mantelzorg in verband met medische, psychische en/of sociale omstandigheden, in welk kader een indicatie voor mantelzorg aanwezig is;
    • 2. de totale oppervlakte ten behoeve van mantelzorg per bouwperceel niet meer dan 55 m² mag bedragen;
    • 3. er maximaal sprake mag zijn van 1 bouwlaag;
    • 4. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
    • 5. een vrijstaande mantelzorgunit binnen een afstand van 10 m gerekend van de bedrijfswoning wordt gebouwd;
    • 6. in alle gevallen sprake is en blijft van afhankelijke woonruimte;
    • 7. indien de noodzaak van mantelzorg is vervallen, de omgevingsvergunning wordt ingetrokken en de situatie in en om de bedrijfswoning wordt teruggebracht in de oude staat (voor units), dan wel in overeenstemming met het bestemmingsplan;
  • b. lid 9.1 ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf in de bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', mits de woonfunctie in overwegende mate wordt behouden en onder de voorwaarden dat:
    • 1. het medegebruik van ondergeschikte betekenis moet zijn en maximaal 30% mag beslaan van de totale nettovloeroppervlakte van de bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken tot een gezamenlijk maximum van 50 m²;
    • 2. slechts bedrijven toelaatbaar zijn, die behoren tot de categorie 1 van de in Bijlage 1 opgenomen Lijst aan huis verbonden bedrijven;
    • 3. geen detailhandel mag plaatsvinden, behoudens een beperkte verkoop -als ondergeschikte nevenactiviteit- van producten die ter plaatse zijn vervaardigd, dan wel direct verband houden met het aan huis verbonden bedrijf;
    • 4. het gebruik geen nadelige invloed mag hebben op de verkeersafwikkeling, casu quo niet onevenredig veel extra verkeer wordt aangetrokken;
    • 5. het gebruik niet mag leiden tot een onevenredige aantasting van de leefomgeving;
    • 6. op eigen terrein moet worden geparkeerd door eigenaar/huurder en bezoekers;
  • c. in lid 9.1 jo 9.4 sub b ten behoeve van het toestaan van:
    • 1. aan huis verbonden bedrijven welke niet zijn genoemd in de in Bijlage 1 opgenomen Lijst aan huis verbonden bedrijven of,
    • 2. aan huis verbonden bedrijven die worden genoemd in categorie 2 van de in Bijlage 1 opgenomen Lijst aan huis verbonden bedrijven, mits deze naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van de aangrenzende woongebieden, al dan niet onder te stellen voorwaarden, wat betreft geur, stof, geluid en gevaar, kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven behorende tot categorie 1,
      mits geen onevenredige aantasting ontstaat van:
      • het straat- en bebouwingsbeeld;
      • de milieusituatie;
      • de verkeersveiligheid;
      • de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.