direct naar inhoud van 5.8 Water
Plan: Verbreding A12
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1581.bpUHRa12-va01

5.8 Water

Wettelijk kader / inleiding

In Nederland heeft water een eigen plaats gekregen in de ruimtelijke besluitvorming via de watertoets. De watertoets houdt in dat bij het maken van ruimtelijke plannen al in een vroeg stadium bekeken moet worden wat de gevolgen zijn voor water en de ruimtelijke ordening. De watertoets is een proces waarbij overleg wordt gevoerd met de waterbeheerder. De waterbeheerder stelt in dit proces de kaders vast en geeft een wateradvies voor verschillende waterhuishoudkundige aspecten. De watertoets resulteert uiteindelijk in een waterparagraaf, die in de toelichting van het ruimtelijke plan wordt opgenomen.

Situatie project

In samenspraak met de waterbeheerders is een waterhuishoudingsplan opgesteld. Hiermee is invulling gegeven aan de watertoets. In het gebied is de grondwaterstand van grote betekenis voor de natuur. De werkzaamheden mogen dan ook niet leiden tot een blijvende verlaging van de (huidige) grondwaterstand. Het betekent ook dat de natuurlijke grondwateraanvulling zoveel mogelijk op peil moet worden gehouden. Tijdens de werkzaamheden worden maatregelen genomen die de invloed op de grondwaterstand zo veel mogelijk beperken.

De ont- en afwatering van de A12 wordt in principe geheel verzorgd door berm- of zaksloten die aan weerszijden van de weg liggen. Op trajecten waar dit niet mogelijk is, bijvoorbeeld door ruimtegebrek, gaat de ontwatering via goten of (riolerings)buizen die zijn aangesloten op de bermsloten of bergingsbassins. De locatie van de noodzakelijke specifieke waterbergingen is sterk gekoppeld aan het betreffende gebied, en zorgt daar voor extra ruimtebeslag. Al het wegwater wordt zoveel mogelijk in het gebied vast gehouden, dat wil zeggen zoveel mogelijk (gecontroleerd) infiltreren, bergen en dan pas afvoeren (conform het waterbeleid 21e eeuw).

Verspreiding van eventuele verhoogde gehalten aan milieuvreemde stoffen wordt zoveel mogelijk beperkt. Verspreiding van eventuele milieuvreemde stoffen via het afstromend hemelwater (run-off) van de A12 naar het oppervlaktewater wordt zo veel mogelijk beperkt door gebruik te maken van ZOAB (zeer open asfaltbeton). ZOAB heeft de eigenschap om verontreinigingen in het water te bufferen in de poriën van de wegverharding en met name in de vluchtstrook. Binnen grondwaterbeschermingsgebieden wordt het wegwater via riolering tot buiten het beschermingsgebied geleid en daar in zakgreppels/sloten gebracht. Hierdoor wordt er geen wegwater in grondwaterbeschermingsgebieden geïnfiltreerd.