direct naar inhoud van Artikel 9 Tuin
Plan: Doorn Noord
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1581.bpDOOnoord-oh01

Artikel 9 Tuin

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen met daarbij behorend (ontsluitings)wegen, paden, waterhuishoudingvoorzieningen en parkeren op eigen terrein;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' bijgebouwen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bos' uitsluitend:
    • 1. bos en bebossing;
    • 2. de instandhouding en ontwikkeling van ter plaatse voorkomende dan wel daaraan eigen natuur- en landschapswaarden;
    • 3. (ontsluitings)wegen, paden, parkeren op eigen terrein en waterhuishoudingvoorzieningen.

9.2 Bouwregels
9.2.1 Bouwen van gebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. overkappingen mogen niet worden gebouwd;
  • b. gebouwen mogen uitsluitend in de vorm van erkers aan aanliggende woningen worden gebouwd voor zover deze erkers voldoen aan de volgende regels:
    • 1. de erkers worden gebouwd vòòr de voorgevel van het aangrenzend hoofdgebouw en op zijgevels, welke zicht hebben op of gelegen zijn aan de zijde van een openbare weg of openbaar groen;
    • 2. gemeten vanuit de gevel van het hoofdgebouw waaraan uitgebouwd wordt, mag de erker maximaal 1,5 m worden uitgebouwd;
    • 3. de afstand vanaf de bouwperceelgrens tot aan de te bouwen erker is minimaal 2,5 m;
    • 4. de bouwhoogte bedraagt maximaal 3 m, dan wel 0,25 m boven de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw;
    • 5. de breedte bedraagt maximaal 2/3 van de breedte van de gevel van het hoofdgebouw waaraan uitgebouwd wordt;
    • 6. de afstand van de zijkant van de erker tot beide zijgevels/zijkanten van de gevel waaraan uitgebouwd wordt bedraagt minimaal 1 m.
  • c. in afwijking van lid b mogen ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' bijgebouwen worden gebouwd met een maximale goot- en bouwhoogte van maximaal respectievelijk 3 m en 3 m bedragen, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' een andere goot- en bouwhoogte staat aangegeven.

9.2.2 Bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde (niet zijnde overkappingen)

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde (niet zijnde overkappingen) geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan hieronder is aangegeven:

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde (niet zijnde overkappingen)   Maximale bouwhoogte  
erf- en terreinafscheidingen die worden geplaatst voor (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw   1 m  
erf- en terreinafscheidingen die worden geplaatst achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw   2 m  
vlaggenmasten   6 m  
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde (niet zijnde overkappingen)   3 m  

9.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
9.3.1 Verbod

Ter plaatse van de aanduiding 'bos' is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. het ontginnen, afgraven, verlagen, ophogen of egaliseren van de bodem;
  • b. het graven, dempen, dan wel verdiepen, vergroten, of op andere wijze herprofileren van waterlopen, sloten en greppels;
  • c. het verlagen van de waterstand anders dan door sloten/greppels of drainage met uitzondering van grondwateronttrekkingen;
  • d. het vellen of rooien van bos en/of het verwijderen van houtopstanden;
  • e. het verwijderen van natuur- en landschapselementen;
  • f. het verwijderen van perceelsindelingen, paden en onverharde wegen;
  • g. het aanleggen en/of verharden van wegen, paden en parkeergelegenheden waaronder ook begrepen het aanbrengen van oppervlakteverhardingen, met uitzondering van het aanleggen van paden en verhardingen ten behoeve van in- en uitritten.

9.3.2 Uitzonderingen

Het gestelde verbod in lid 9.3.1 is niet van toepassing op werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden welke:

  • a. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden;
  • b. het normale onderhoud en/of gebruik betreffen;
  • c. noodzakelijk zijn voor archeologisch onderzoek en het doen van opgravingen, mits verricht door een ter zake deskundige;
  • d. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het inwerkingtreden van het plan.

9.3.3 Toelaatbaarheid

De werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden als bedoeld in lid 9.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien:

  • a. door die werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer natuur- en landschapswaarden van de betreffende gronden, niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind, en
  • b. door aanvrager een rapport is overgelegd, dat de natuur- en landschapswaarden van de betreffende gronden, die blijkens de aanvraag kunnen worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld.