Bijlage 1 Begrippenlijst
De onderstaande lijst verklaart begrippen, die in de toelichting en bijbehorende bijlagen gebruikt zijn.
-
Plankaart: de verbeelding in papieren vorm van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijke informatie;
-
Aardkundig monument: natuurmonument, dat zijn belang vooral aan zijn aardkundige (geologische, geomorfologische, bodemkundige) betekenis ontleend;
-
Aardkundige waarden: een verzamelnaam voor allerlei geomorfologische, geologische, bodemkundige en geohydrologische verschijnselen en processen in het landschap, die een bepaalde waarde vertegenwoordigen. Het begrip aardkundige waarden wordt gebruikt in drie betekenissen: als synoniem voor geodiversiteit, voor aardkundig waardevolle gebieden die op grond van beleids- of wetenschappelijke criteria geselecteerd zijn als waardevol en voor het algehele wetenschappelijke vakgebied dat betrekking heeft op de omgang met aardkundige waarden (zoals ook de term cultuurhistorie wordt gebruikt);
-
Buitenplaats: een onroerende zaak met daarop gelegen een in oorsprong versterkt huis, een kasteel, een buitenhuis of een landhuis, eventueel met bijgebouwen, met een architectonisch daarmee verbonden historische tuin of historisch park van ten minste 1 ha waarvan de aanleg dateert van vóór 1850 en herkenbaar aanwezig is, indien dit complex, dan wel ten minste één van de onderdelen daarvan, een beschermd monument is dat is ingeschreven in een register als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Monumentenwet 1988.
-
Bed and breakfast-appartement: een (deel van een) gebouw, bedoeld voor veelal kortdurend recreatief nachtverblijf door een persoon, gezin of andere groep van personen, die zijn/hun vaste woon- of verblijfplaats elders hebben; onder recreatief nachtverblijf is in ieder geval niet begrepen permanente bewoning door eenzelfde persoon, gezin of andere groep van personen;
-
Dekzand: zand, dat door de wind in een laag over de ondergrond werd uitgespreid. Het in onze omgeving aan de oppervlakte voorkomende dekzand dateert uit de droge fasen van de laatste ijstijd;
-
Dekzandkop: een kleine heuvel, bestaande uit dekzand;
-
Dekzandrug: een lage duinrug, ontstaan door opeenhoping van dekzand op de overgang van onbegroeide en begroeide gebieden;
-
Dekzandvlakte: vlakgelegen dekzandgebied;
-
Ecologische verbindingszone: een verbinding tussen natuurgebieden (met nieuwe en/of herstelde natuur). Ecologische verbindingszones worden aangelegd om het migreren van dieren en planten tussen natuurgebieden mogelijk te maken (uitwisseling van genen);
-
Ecologische hoofdstructuur: een samenhangend netwerk van bestaande, nieuwe en nog te ontwikkelen belangrijke natuurgebieden in Nederland, kortweg EHS. De EHS vormt de basis voor het Nederlandse natuurbeleid. Het is de basis van een beleidsplan dat tot doel heeft de natuurwaarden in Nederland te stabiliseren.
-
Es: Oud bouwland in Nederland en het aangrenzende deel van België en West-Duitsland. De essen zijn eeuwenlang opgehoogd met mest uit de potstallen en zo relatief hoog en humeus geworden. De voor een es karakteristieke bodem noemt men enkeerdgrond;
-
Extensieve openluchtrecreatie: vormen van recreatief medegebruik van het agrarisch of natuurgebied door middel van al dan niet aangelegde en aanwezige voorzieningen, waarbij de recreatie geen specifiek beslag legt op de ruime, zoals wandel-, ruiter- en fietspaden, vis- en picknickplaatsen;
-
Grondgebonden veehouderij: het houden van melkvee en ander vee, geheel of nagenoeg geheel op open grond, waaronder begrepen de teelt van ruwvoedergewassen;
-
Intensieve veehouderij: een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf voor het houden van vee en pluimvee, zelfstandig of als neventak, waarbij dit houden van vee en pluimvee geheel of nagenoeg geheel plaatsvindt in gebouwen. Het biologisch houden van dieren conform een regeling krachtens artikel 2 van de Landbouwkwaliteitswet en het houden van melkrundvee, schapen of paarden wordt niet aangemerkt als intensieve veehouderij;
-
Landgoed: een geheel of gedeeltelijk met bossen en/of andere houtopstanden bezette onroerende zaak - daaronder begrepen die waarop een buitenplaats of andere, bij het karakter van het landgoed passende, opstallen voorkomen - voor zover het blijven voortbestaan van die onroerende zaak in zijn karakteristieke verschijningsvorm wenselijk is voor het behoud van het natuurschoon;
-
Niet-grondgebonden agrarisch bedrijf: een agrarisch bedrijf, waarbij de productie niet of nauwelijks afhankelijk is van de grond als productiemiddel;
-
Permanente bewoning: bewoning van een ruimte als vaste woon- of verblijfplaats, waarbij door betrokkene(n) niet aannemelijk is of kan worden gemaakt dat elders daadwerkelijk over een vaste woon- of verblijfplaats wordt beschikt;
-
Puinwaaier: een bepaald type afzettingsmilieu van sedimentair gesteente;
-
Permafrost: het verschijnsel dat in bepaalde gebieden nabij de polen en in het hooggebergte de ondergrond nooit helemaal ontdooit;
-
Reconstructiegebieden: Aangewezen delen van de hogere zandgronden, waarvoor door het Rijk en provincies strategisch beleid is ontwikkeld om problemen als gevolg van de intensieve veehouderij in banen te leiden;
-
Recreatiewoning: een gebouw, of een deel daarvan, uitsluitend bestemd om te dienen voor recreatief nachtverblijf door een persoon, gezin of andere groep van personen, die zijn vaste woon- of verblijfplaats elders hebben; onder recreatief nachtverblijf is in ieder geval niet begrepen permanente bewoning door eenzelfde persoon, gezin of andere groep van personen;
-
Sandr: een waaiervormig afzettingsgebied van sedimenten, dat door smeltwater voor een gletsjerfront gevormd is;
-
Stacaravan: een als een gebouw aan te merken caravan, uitsluitend bestemd om te dienen voor recreatief nachtverblijf door een persoon, gezin of andere groep van personen, die zijn vaste woon- of verblijfplaats elders hebben; onder recreatief woonverblijf is in ieder geval niet begrepen permanente bewoning door eenzelfde persoon, gezin of andere groep van personen.