Buitengebied Doorn 2011

Artikel 13 Tuin - Arboretum

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin - Arboretum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

• a. arboretum, zijnde een wetenschappelijke verzameling van aangeplante boomsoorten,
• b. tuinen,
• c. waterpartijen en watergangen, en
• d. bij een en ander behorende voorzieningen.

13.2 Bouwregels

13.2.1 Toegestane bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in lid 13.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:

• a. niet voor bewoning bestemde gebouwen ten dienste van de bestemming, zoals ontvangstruimten en bergingen, en
• b. andere bouwwerken, zoals erf- of perceelafscheidingen en tuinmeubilair.

13.2.2 Bouwen

Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 13.2.1, gelden de volgende bepalingen:

• a. de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen mag niet meer bedragen dan de bestaande oppervlakte;
• b. de goothoogte en bouwhoogte van gebouwen mogen niet meer bedragen dan de bestaande goothoogte en bouwhoogte;
• c. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:

  bouwwerken	max. bouwhoogte
  erf- of perceelafscheidingen	2 m
  overige, andere bouwwerken, zoals antenne- en vlaggenmasten	10 m

• d. in voorkomend geval artikel 28, lid 28.3 (Afstanden tot wegen en water).

13.3 Afwijken van de bouwregels

13.3.1 Afwijking oppervlakte gebouwen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in sublid 13.2.2, onder a, ten behoeve van het bouwen van gebouwen tot een oppervlakte die ten hoogste 10% meer bedraagt dan de bestaande oppervlakte van de gebouwen. Bij een omgevingsvergunning kunnen ter bewerkstelliging van een redelijke visuele inpassing van een en ander in het landschap voorwaarden worden gesteld betreffende situering en afscherming door beplanting of anderszins.