direct naar inhoud van 2.2 Ontstaansgeschiedenis
Plan: Lange Dreef 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1581.bpDBGlangedreef-va01

2.2 Ontstaansgeschiedenis

Geologie en bodem
Het plangebied is gelegen net buiten de Utrechtse Heuvelrug, op de overgang tussen de hoger gelegen zandgronden behorende bij de stuwwal in het noordoosten en de lager gelegen, nattere kleigronden in het zuidwesten.

Uit de geologische overzichtskaarten van Nederland blijkt dat binnen het plangebied afzettingen van de Formatie van Boxtel (voorheen de Formatie van Twente), bestaande uit dekzanden, aan het oppervlak voorkomen. De afzettingen van de "Formatie van Twente" zijn gelegen op afzettingen van de Formatie van Drente.

Historische ontwikkeling
De naam Driebergen komt waarschijnlijk van Thribergen, een benaming die halverwege de 12e eeuw al vermeld wordt. De exacte betekenis van deze naam is echter niet bekend. Op het kruispunt van de huidige wegen Hoofdstraat, Traaij en Engweg is het dorp ontstaan en later verder uitgegroeid. Na de aanleg van de Langbroekerwetering in de eerste helft van de 12e eeuw werd begonnen met de ontginningen in het Driebergerbroek, waarna in het gebied rondom de wetering verschillende ridderhofsteden werden gesticht. Rijsenburg dankt haar naam aan de voormalige ridderhofstad Rijsenburgh, een kasteel gelegen aan de Langbroekerdijk.

Driebergen-Rijsenburg ligt aan de voet van de Utrechtse Heuvelrug. De kern van het dorp ligt op oude enkeerdgronden, de nieuwbouwwijken zijn gebouwd op de overgang van de oorspronkelijke natte komgronden in het gebied van de Langbroekerwetering.

Het plangebied bestaat op dit moment voor het grootste deel uit grasland, dat voornamelijk gebruikt wordt voor agrarische doeleinden. Ten oosten van het plangebied ligt het landgoed Dennenburg, welke vermoedelijk halverwege de 15e eeuw is gebouwd door Jacob, heer van Abcoude. Het landgoed is in de loop van de tijd in bezit geweest van verschillende eigenaren, onder andere van de bisschop van Utrecht, Karel V en Philips II.

De bodem van het plangebied bestaat in het noordelijke gedeelte uit hoge zwarte enkeerdgronden uit leemarm en zwak lemig zand met een zogenaamde grondwatertrap VI. Dit houdt voor de gronden in het noordelijke deel in dat de gemiddelde hoogste grondwaterstand zich tussen de 40 en 80 cm beneden maaiveld bevindt en dat de gemiddelde laagste grondwaterstand meer dan 120 cm beneden maaiveld bedraagt.

Hoge zwarte enkeerdgronden hebben zich ontwikkeld als gevolg van een eeuwenlange bemesting met (pot)stalmest, huisafval, bosstrooisel, heideplaggen en dikwijls ook vrij veel zand, aangezien de zandgronden zeer onvruchtbaar zijn. Hierdoor werden de bouw- en graslanden geleidelijk opgehoogd, zodat er een dikke humushoudende bovengrond ontstond, die een dikte kon bereiken tot meer dan 50 cm. Deze enkeerdgronden worden ook wel aangeduid met de term essen, esdek of kampen. Doordat zich in de loop van de tijd een deklaag heeft ontwikkeld, bieden esdekken een goede conservering voor archeologische waarden die zich daaronder bevinden. Bovendien zijn esdekken vaak aangelegd op plaatsen die in de daaraan voorgaande periode(n) als een gunstige locatie voor vestiging werden gezien.

In het zuidelijke deel bestaat de bodem uit beekeerdgronden uit leemarm en zwak lemig fijn zand met een grondwatertrap III. Dit betekent dat hier de gemiddelde hoogste grondwaterstand minder dan 40 cm beneden maaiveld bedraagt en dat de gemiddelde laagste grondwaterstand zich tussen de 80 en 120 cm beneden maaiveld bevindt. De beekeerdgronden worden tot de zogenaamde natte eerdgronden gerekend. Deze zijn ontstaan in de lagere, nattere delen van het landschap, waar plantaardig materiaal van nature moeilijker afbreekt en de uitspoeling van humus gering is. Als gevolg hiervan is een natuurlijke humushoudende bovenlaag ontstaan.

Bebouwing en functies
Het plangebied heeft voornamelijk een agrarische functie (weidegrond) en is vrijwel onbebouwd. Aan de noordelijke en oostelijke randen zijn verschillende bebouwingsvormen aanwezig. Ten noorden van de Lange Dreef bevindt zich de rationele verkaveling van de nieuwere woonwijken van Driebergen-Rijsenburg. Ten zuiden van het plangebied is een agrarisch bedrijf gevestigd (Engweg 38a). De oostelijke begrenzing van het plangebied wordt gevormd door het landgoed Dennenburg.