direct naar inhoud van Regels
Plan: bestemmingsplan Hooghkamer 2011, 1e herziening
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1525.BP2013VHT07003-0401

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan:

het bestemmingsplan "Hooghkamer 2011, 1e herziening" met identificatienummer NL.IMRO.1525.BP2013VHT07003-0401 van de gemeente Teylingen;

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en bijlagen

1.3 bestemmingsplan Hooghkamer 2011:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1525.BP2010VHT07001-0401 met bijbehorende regels en bijlagen.

Artikel 2 Relatie met het bestemmingsplan Hooghkamer 2011

2.1 Algemeen

De regels en de verbeelding van het bestemmingsplan Hooghkamer 2011 (NL.IMRO.1525.BP2010VHT07001-0401) blijven onverminderd van kracht, met uitzondering van:

  • a. de in dit plan gegeven aanvullingen/wijzigingen van de planregels en de verbeelding;
  • b. een vernummering van de planregels en de verwijzingen

2.2 Begrippen

Aan hoofdstuk 1 van het bestemmingsplan Hooghkamer 2011 worden de volgende begrippen toegevoegd:

1.14 beeldkwaliteitplan Hooghkamer:
het beeldkwaliteitplan voor het plangebied Hooghkamer, behorende bij het op 23 juni 2011 door de gemeenteraad van Teylingen vastgestelde bestemmingsplan Hooghkamer 2011;

1.43 geschakelde woning
bebouwing waarvan het hoofdgebouw door middel van een bijbehorend bouwwerk verbonden is aan een ander hoofdgebouw en waarbij één zijgevel van het hoofdgebouw in de zijdelingse perceelsgrens is gebouwd, dan wel ten minste 1 m uit de zijdelingse perceelsgrens is gebouwd;

1.64 sociale woning:
een sociale huurwoning of een sociale koopwoning.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Algemene wijzigingen

De tekst in hoofdstuk 2 van de regels van het bestemmingsplan Hooghkamer 2011 wordt aangepast aan de SVBP2012, dat betekent dat in het gehele hoofdstuk, alsmede op de verbeelding, de volgende wijzigingen worden doorgevoerd:

  • a. de aanduiding "maximale bouwhoogte (m)" wordt vervangen door de aanduiding "maximum bouwhoogte (m)";
  • b. de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte (m)" wordt vervangen door de aanduiding "maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)";
  • c. de aanduiding "maximaal aantal wooneenheden" wordt vervangen door de aanduiding "maximum aantal wooneenheden";
  • d. de aanduiding "horeca tot en met horecacategorie 3" wordt vervangen door "horeca tot en met categorie 3";
  • e. de aanduiding "evenemententerrein" wordt vervangen door "overige zone - evenemententerrein".

Artikel 4 Specifieke wijzigingen

4.1 Bestemmingsomschrijving van de bestemming Tuin

Aan de bestemmingsomschrijving van de bestemming Tuin (artikel 6.1) wordt een sub g toegevoegd, luidende:

  • g. ter plaatse van de aanduiding “langzaam verkeer” tevens een voet- en/of fietspad.

4.2 Bouwregels van de bestemming Tuin
4.2.1 Erfafscheidingen

Aan de bouwregels voor bouwwerken geen gebouw zijnde en geen overkappingen zijnde (6.2.4) wordt een sub d tussengevoegd, luidende:

  • d. in afwijking van sub a bedraagt de bouwhoogte van de erfafscheidingen ter plaatse van de aanduiding "bijgebouwen" ten hoogste 3 meter

4.2.2 Specifieke bouwregel

Aan de bouwregels van de bestemming Tuin wordt een lid 6.2.6 toegevoegd, luidende:

6.2.6 Specifieke bouwregels bijgebouwen

In afwijking van het bepaalde in 6.2.1 is het toegestaan:

  • a. ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - bergingen" bijbehorende bouwwerken in de vorm van bergingen, entreeportalen en overkappingen te realiseren ten behoeve van de in 9.1, onder a, 10.1, onder a en c en 11.1, onder a en d bedoelde functies, met dien verstande dat:
    • 1. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3 meter;
    • 2. de oppervlakte niet meer bedraagt dan 4 m2.
  • b. ter plaatse van de aanduiding "bijgebouwen" bijbehorende bouwwerken in de vorm van bergingen en overkappingen te realiseren ten behoeve van de in 9.1, onder a, 10.1, onder a en c en 11.1, onder a en d bedoelde functies, met dien verstande dat:
    • 1. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3 meter;
    • 2. de oppervlakte niet meer bedraagt dan10 m2.

4.3 Bestemmingsomschrijving bestemming Wonen 1

Aan de bestemmingsomschrijving van de bestemming Wonen - 1 (artikel 9.1) wordt een nieuw lid c toegevoegd, luidende:

  • c. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van wonen - bollenschuur" een bollenschuur.

4.4 Bouwregels van de bestemming Wonen 1

In de bouwregels van de bestemming Wonen - 1 wordt in de bouwregels onder:

  • a. 9.2.1 een lid f tussengevoegd, luidende:

Bollenschuur

  • f. In afwijking van het bepaalde onder a t/m c geldt dat ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van wonen - bollenschuur" een bestaande bollenschuur buiten een bouwvlak is toegestaan, waarvan:
    • 1. de bestaande bouwhoogte niet mag worden verhoogd;
    • 2. de bestaande oppervlakte niet mag worden vergroot.

  • c. 9.2.1, sub g1 het maximum aantal woningen gewijzigd in 211.
  • d. c. 9.2.1, sub g2 het percentage woningen dat via particulier opdrachtgeverschap tot stand wordt gebracht gewijzigd in minimaal 0,1% van het in 12.2.1 onder a genoemde aantal woningen.

4.5 Bestemmingsomschrijving Wonen - 2

In de bestemmingsomschrijving van de bestemming Wonen - 2 (artikel 10.1) worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  • a. aan sub a wordt het woningtype "geschakelde woningen" toegevoegd;
  • b. een sub c toegevoegd, luidende: in afwijking van het bepaalde onder a. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van wonen - afwijkend woningtype" tevens het wonen in vrijstaande woningen;
  • c. een sub d toegevoegd, luidende: ter plaatse van de aanduiding "langzaam verkeer" tevens een voet- en/of fietspad.

4.6 Bouwregels van de bestemming Wonen - 2

In de bouwregels van de bestemming Wonen - 2 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  • a. de bouwregel onder 10.2.1, sub a komt als volgt te luiden: hoofdgebouwen mogen uitsluitend in de vorm van geschakelde woningen, twee-aaneengebouwde woningen en aaneengebouwde woningen, en in het geval als bedoeld in 10.1 onder c in de vorm van vrijstaande woningen, binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. in 10.2.1, sub e1 wordt het maximum aantal woningen gewijzigd in 211;
  • c. er wordt een nieuwe regel 10.2.1, sub e2 tussengevoegd, luidende: het percentage sociale woningen dat tot stand wordt gebracht minimaal 4,2% van het in 12.2.1 onder a genoemde aantal woningen bedraagt;
  • d. in 10.2.1, sub e3 (sub e2 oud) wordt het percentage woningen dat via particulier opdrachtgeverschap tot stand wordt gebracht gewijzigd in minimaal 1,5% van het in 12.2.1 onder a genoemde aantal woningen;
  • e. 10.2.1, sub e4 (sub e3 oud) komt als volgt te luiden: in afwijking van het bepaalde in 10.2.1, onder b, bedraagt de maximale goot- en bouwhoogte respectievelijk 6,5 meter en 10,5 meter, tenzij: ter plaatse van de aanduiding "maximum bouwhoogte (m)" de aangegeven afwijkende maximum bouwhoogte geldt, of ter plaatse van de aanduiding "maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)" de aangegeven afwijkende maximum goot- en bouwhoogte geldt;
  • f. 10.2.1, sub e5 komt als volgt te luiden: de inhoud van het hoofdgebouw bij aaneengebouwde woningen bedraagt maximaal 400 m3, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding "maximum volume (m3)" het aangegeven maximum volume geldt;
  • g. 10.2.1, sub e6 (sub e4 oud) komt als volgt te luiden: de inhoud van het hoofdgebouw bij geschakelde woningen en twee-aaneengebouwde woningen bedraagt maximaal 500 m3, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding "maximum volume (m3)" het aangegeven maximum volume geldt;
  • h. er wordt een nieuwe regel 10.2.1, sub e7 tussengevoegd, luidende: de inhoud van het hoofdgebouw bij vrijstaande woningen bedraagt maximaal 700 m3;
  • i. 10.2.1, sub e8 (sub e5 oud) komt als volgt te luiden: de afstand van het hoofdgebouw bij geschakelde woningen en twee-aaneengebouwde woningen tot de zijdelingse begrenzing van het bouwperceel bedraagt aan één zijde minimaal 3 meter;
  • j. er wordt een nieuwe regel 10.2.1, sub e9 toegevoegd, luidende: de afstand van het hoofdgebouw bij vrijstaande woningen tot de zijdelingse begrenzing van het bouwperceel bedraagt minimaal 2 meter;
  • k. 10.2.1, sub e10 (sub e6 oud) komt als volgt te luiden: de afstand van de achtergevel van het hoofdgebouw bij aaneengebouwde woningen tot de naar de weg gekeerde zijde van het bestemmingsvlak bedraagt maximaal 11 meter, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - afwijkende bouwdiepte" een afstand van maximaal 12,5 meter geldt;
  • l. 10.2.1, sub e11 (sub e7 oud) komt als volgt te luiden: de afstand van de achtergevel van het hoofdgebouw bij geschakelde woningen en twee-aaneengebouwde woningen tot de naar de weg gekeerde zijde van het bestemmingsvlak bedraagt maximaal 12 meter;
  • m. er wordt een nieuwe regel 10.2.1, sub e12 tussengevoegd, luidende: de afstand van de achtergevel van het hoofdgebouw bij vrijstaande woningen tot de naar de weg gekeerde zijde van het bestemmingsvlak bedraagt maximaal 16 meter;
  • n. 10.2.2, sub c komt als volgt te luiden: de gezamenlijke breedte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en -overkappingen, gemeten vanuit de zijgevel van het hoofdgebouw, bedraagt ter plaatse van de betreffende zijgevel ten hoogste 4 meter, met dien verstande dat in het geval als bedoeld in 10.1 onder c het bepaalde in 9.2.2, onder c geldt;
  • o. 10.2.2, sub d komt als volgt te luiden: de gezamenlijke diepte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en -overkappingen, gemeten vanuit de achtergevel van het hoofdgebouw, bedraagt ter plaatse van de betreffende achtergevel ten hoogste 3 meter, met dien verstande dat in het geval als bedoeld in 10.1 onder c het bepaalde in 9.2.2, onder d geldt.

4.7 Nadere eisen in de bestemming Wonen - 2

Er wordt een nieuwe regel 10.3 "Nadere eisen" tussengevoegd, luidende:

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan:

  • a. de situering van de voorgevels van hoofdgebouwen voor zover dit noodzakelijk is voor een goede uitvoering van het "beeldkwaliteitplan Hooghkamer";
  • b. de situering van bouwpercelen voor zover dit noodzakelijk is voor een goede uitvoering van het in 10.1, onder d bedoelde voet- en/of fietspad.

4.8 Afwijking bouwregels in Wonen - 2

Aan de afwijkingsregel in 10.4 (10.3 oud) wordt een nieuwe afwijkingsmogelijkheid toegevoegd waardoor een vernummering in sub a, b en c ontstaat. De nieuwe afwijkingsmogelijkheid in sub b en c komen als volgt te luiden:

  • b. het bepaalde in 10.1 onder c om vrijstaande woningen toe te staan op plaatsen zonder de aanduiding "specifieke vorm van wonen - afwijkend woningtype", mits wordt voldaan aan de in 10.2 gegeven bouwregels ten aanzien van vrijstaande woningen en met dien verstande dat de afwijking alleen betrekking kan hebben op de gronden met de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - bouwen zonder bouwvlak";
  • c. het bepaalde in 10.2.1. onder e9 om toe te staan dat het hoofdgebouw bij vrijstaande woningen in één van de zijdelingse begrenzingen van het bouwperceel wordt opgericht, met dien verstande dat:
    • 1. deze afwijking alleen kan worden toegepast op bouwpercelen die gesitueerd zijn aan de Jacoba van Beierenweg en niet kan worden toegepast aan de zijde van openbaar toegankelijk gebied;
    • 2. de inhoud van de vrijstaande woning, in afwijking van het bepaalde in 10.2.1, onder e7, niet meer bedraagt dan 600 m3;
    • 3. wordt voldaan aan parkeergelegenheid op eigen terrein volgens de gemeentelijke parkeernota;
    • 4. indien daardoor ook overigens geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

4.9 Bestemmingsomschrijving Wonen - 3

In de bestemmingsomschrijving van de bestemming Wonen - 3 (artikel 11.1) een sub d toegevoegd, luidende: in afwijking van het bepaalde onder a. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van wonen - afwijkend woningtype" tevens het wonen in vrijstaande, aaneengebouwde, geschakelde en twee-aaneengebouwde woningen.

4.10 Bouwregels van de bestemming Wonen - 3

In de bouwregels van de bestemming Wonen - 3 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  • a. de bouwregel onder 11.2.1, sub a komt als volgt te luiden: hoofdgebouwen mogen uitsluitend in de vorm van gestapelde woningen, en in het geval als bedoeld in 11.1 onder d in de vorm van vrijstaande, aaneengebouwde, geschakelde en twee-aaneengebouwde woningen, binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. in 11.2.1, sub c1 wordt het maximum aantal woningen gewijzigd in 211;
  • c. 11.2.1, sub c2 wordt gewijzigd, luidende: het percentage sociale woningen dat tot stand wordt gebracht minimaal 3,1% van het in 12.2.1 onder a genoemde aantal woningen bedraagt;
  • d. 11.2.1, sub c3 wordt gewijzigd, luidende in afwijking van het bepaalde in 11.2.1, onder b, bedraagt de maximale goot- en bouwhoogte respectievelijk 10 meter en 12 meter en in het geval van vrijstaande, aaneengebouwde, geschakelde en twee-aaneengebouwde woningen respectievelijk 6,5 meter en 10,5 meter;
  • e. er wordt een nieuwe regel 11.2.1, sub c4 tussengevoegd, luidende: de inhoud van het hoofdgebouw bij aaneengebouwde woningen bedraagt maximaal 400 m3;
  • f. er wordt een nieuwe regel 11.2.1, sub c5 tussengevoegd, luidende: de inhoud van het hoofdgebouw bij vrijstaande woningen bedraagt maximaal 700 m3;
  • g. er wordt een nieuwe regel 11.2.1, sub c6 toegevoegd, luidende: de inhoud van het hoofdgebouw bij geschakelde woningen en twee-aaneengebouwde woningen bedraagt maximaal 500 m3;
  • h. er wordt een nieuwe regel 11.2.1, sub c7 toegevoegd, luidende: de afstand van het hoofdgebouw bij vrijstaande woningen tot de zijdelingse begrenzing van het bouwperceel bedraagt minimaal 2 meter;
  • i. er wordt een nieuwe regel 11.2.1, sub c8 toegevoegd, luidende: de afstand van het hoofdgebouw bij geschakelde woningen en twee-aaneengebouwde woningen tot de zijdelingse begrenzing van het bouwperceel bedraagt aan één zijde minimaal 3 meter;
  • j. er wordt een nieuwe regel 11.2.1, sub c9 toegevoegd, luidende: de afstand van de achtergevel van het hoofdgebouw bij vrijstaande woningen tot de naar de weg gekeerde zijde van het bestemmingsvlak bedraagt maximaal 16 meter;
  • k. er wordt een nieuwe regel 11.2.1, sub c10 toegevoegd, luidende: de afstand van de achtergevel van het hoofdgebouw bij aaneengebouwde woningen tot de naar de weg gekeerde zijde van het bestemmingsvlak bedraagt maximaal 11 meter;
  • l. er wordt een nieuwe regel 11.2.1, sub c11 toegevoegd, luidende: de afstand van de achtergevel van het hoofdgebouw bij geschakelde woningen en twee-aaneengebouwde woningen tot de naar de weg gekeerde zijde van het bestemmings-vlak bedraagt maximaal 12 meter;
  • m. 11.2.2, sub c komt als volgt te luiden: de gezamenlijke breedte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en -overkappingen, gemeten vanuit de zijgevel van het hoofdgebouw, bedraagt ter plaatse van de betreffende zijgevel ten hoogste 4 meter, met dien verstande dat in het geval van vrijstaande woningen als bedoeld in 11.1 onder d het bepaalde in 9.2.2, onder c geldt;
  • n. 11.2.2, sub d komt als volgt te luiden: de gezamenlijke diepte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en -overkappingen, gemeten vanuit de achtergevel van het hoofdgebouw, bedraagt ter plaatse van de betreffende achtergevel ten hoogste 3 meter, met dien verstande dat in het geval van vrijstaande woningen als bedoeld in 11.1 onder d het bepaalde in 9.2.2, onder d geldt.

4.11 Uitwerkingsregels bestemming Woongebied - Uit te werken

In de uitwerkingsregels van de bestemming Woongebied - Uit te werken worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  • a. 12.2.1, sub b wordt gewijzigd, luidende: het totaal van de te projecteren sociale woningen bedraagt niet minder dan 30% van het onder a genoemde aantal woningen;
  • b. 12.2.2, sub b wordt gewijzigd, luidende: het percentage sociale woningen dat tot stand wordt gebracht bedraagt minimaal 4,2% van het in 12.2.1 onder a genoemde aantal woningen;
  • c. 12.2.2, sub c wordt gewijzigd, luidende: het percentage woningen dat via particulier opdrachtgeverschap tot stand wordt gebracht bedraagt minimaal 0,9% van het in 12.2.1 onder a genoemde aantal woningen;
  • d. in 12.2.3, sub a wordt het maximum aantal woningen gewijzigd in 127;
  • e. 12.2.3, sub b wordt gewijzigd, luidende: het percentage sociale woningen dat tot stand wordt gebracht bedraagt minimaal 2,4% van het in 12.2.1 onder a genoemde aantal woningen;
  • f. 12.2.3, sub c wordt gewijzigd, luidende: het percentage woningen dat via particulier opdrachtgeverschap tot stand wordt gebracht bedraagt minimaal 0,5% van het in 12.2.1 onder a genoemde aantal woningen;
  • g. in 12.2.4, sub a wordt het maximum aantal woningen gewijzigd in 93;
  • h. 12.2.4, sub b wordt gewijzigd, luidende: het percentage sociale woningen dat tot stand wordt gebracht bedraagt minimaal 2,4% van het in 12.2.1 onder a genoemde aantal woningen;
  • i. 12.2.4, sub c komt te vervallen;
  • j. 12.2.4, sub d komt te luiden: het percentage woningen dat via particulier opdrachtgeverschap tot stand wordt gebracht bedraagt minimaal 0,3% van het in 12.2.1 onder a genoemde aantal woningen;
  • k. 12.2.6, sub a wordt het maximum aantal woningen gewijzigd in 145;
  • l. 12.2.6, sub b wordt gewijzigd, luidende: het percentage sociale woningen dat tot stand wordt gebracht bedraagt minimaal 11,5% van het in 12.2.1 onder a genoemde aantal woningen;
  • m. 12.2.6, sub c komt te vervallen;
  • n. 12.2.6, sub c (nieuw, sub d oud) wordt gewijzigd, luidende: het percentage woningen dat via particulier opdrachtgeverschap tot stand wordt gebracht bedraagt minimaal 0,4% van het in 12.2.1 onder a genoemde aantal woningen;
  • o. 12.2.6, sub d (nieuw, sub e oud) wordt gewijzigd, luidende: ten behoeve van maatschappelijke en culturele voorzieningen mogen voorzieningen worden gerealiseerd met een maximaal oppervlak van 600 m2;
  • p. 12.2.7, sub b wordt gewijzigd, luidende: het percentage woningen dat via particulier opdrachtgeverschap tot stand wordt gebracht bedraagt minimaal 0,8% van het in 12.2.1 onder a genoemde aantal woningen;
  • q. in 12.2.8, sub a wordt het maximum aantal woningen gewijzigd in 112;
  • r. 12.2.8, sub b wordt gewijzigd, luidende: het percentage sociale woningen dat tot stand wordt gebracht bedraagt minimaal 2% van het in 12.2.1 onder a genoemde aantal woningen;
  • s. 12.2.8, sub c komt te vervallen;
  • t. 12.2.8, sub c (nieuw, sub d oud) wordt gewijzigd, luidende: het percentage woningen dat via particulier opdrachtgeverschap tot stand wordt gebracht bedraagt minimaal 1% van het in 12.2.1 onder a genoemde aantal woningen;
  • u. 12.2.12, sub b wordt gewijzigd, luidende: de percentages voor sociale woningen, alsmede particulier opdrachtgeverschap binnen de clusters van deelgebieden gehandhaafd blijven.

4.12 Wijzigingsbevoegdheid bestemming Woongebied – Uit te werken

12.4.2, onder b wordt gewijzigd, luidende: de percentages voor sociale woningen, alsmede particulier opdrachtgeverschap binnen de clusters van deelgebieden, als bedoeld in 12.2.10 en 12.2.11, gehandhaafd blijven.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 5 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 6 Algemene aanduidingsregels

6.1 Vervanging geluidzone bestemmingsplan Hooghkamer 2011

De aanduiding "geluidzone" op de verbeelding van het bestemmingsplan Hooghkamer 2011 komt te vervallen en wordt vervangen door de in dit plan opgenomen geluidzone

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 7 Overgangsrecht

7.1 Bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het bestemmingsplan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk met maximaal 10%.
  • c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

7.2 Gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het bepaalde in onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

 

Artikel 8 Slotregel

Deze regels kunnen worden aangehaald als "Regels van het bestemmingsplan Hooghkamer 2011, 1e herziening ".