De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. wegen, alsmede opstelstroken, busstroken, voet- en fietspaden, hellingbanen, opritten, bermen, bruggen, viaducten en duikers;
b. ter plaatse van de aanduiding 'water': een watergang ten behoeve van de waterdoorstroming ter plaatse van bruggen en duikers;
c. reclame-uitingen;
d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals geluidswerende voorzieningen, groen, parkeervoorzieningen, perceelontsluitingen, nutsvoorzieningen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen, wegmeubilair, duikers, speelvoorzieningen en kunstwerken.
11.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan ten behoeve van de verkeersregeling, de verkeersaanduiding, wegaanduiding, viaducten, bruggen of de verlichting bedraagt ten hoogste 8 m;
c. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 9 m.