direct naar inhoud van 4.3 Externe veiligheid
Plan: Sassenheim-Zuid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1525.BP2011SAS04004-0401

4.3 Externe veiligheid

4.3.1 Normstelling en beleid

Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten te worden gekeken, namelijk:

  • bedrijven waar opslag, gebruik en/of productie van gevaarlijke stoffen plaatsvindt;
  • vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water of door leidingen.

In het externe veiligheidsbeleid wordt doorgaans onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen.

Externe veiligheidsbeleid heeft betrekking op gebruik, productie, opslag en transport van gevaarlijke stoffen. De overheid stelt grenzen aan de risico's van inrichtingen met gevaarlijke stoffen. De grenzen zijn vertaald in een norm voor het PR en een oriëntatiewaarde en verantwoordingsplicht voor het GR.

Het beleid voor inrichtingen is vastgelegd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en de Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi).

Voor het transport van gevaarlijke stoffen is de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (Circulaire RNVGS) en de Nota vervoer gevaarlijke stoffen (2006) van toepassing. Sinds 1 januari 2011 is voor wat betreft buisleidingen het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) in werking getreden.

Plaatsgebonden risico

Het PR kent een grenswaarde van 10-6 per jaar voor nieuwe situaties. Binnen de PR 10-6 contour mogen geen kwetsbare objecten aanwezig zijn. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt deze waarde als richtwaarde en in nieuwe situaties moet in beginsel ook aan deze waarde worden voldaan.

Belemmeringstrook buisleidingen

De bedoeling is dat alle PR 10-6 contouren rondom buisleidingen teruggebracht worden tot een afstand binnen de belemmeringstrook. Dit is een strook van +/- 5 meter aan weerszijden van de leidingen die moet worden vrijgehouden ten behoeve van onderhoud en werkzaamheden aan de buisleiding. In de belemmeringenstrook mag niet gebouwd worden, tenzij toestemming is gegeven (via een omgevingsvergunning of een aanlegvergunning) door het bevoegd gezag. Werkzaamheden in deze strook mogen alleen worden uitgevoerd door of met instemming van de leidingbeheerder. De ligging van de leidingen en de belemmeringenstrook moet op de verbeelding worden vastgelegd. In paragraaf 4.4 is een verdere toelichting op de aanwezige leidingen gegeven.

Verantwoordingsplicht groepsrisico

Het groepsrisico is een maat voor de maatschappelijke ontwrichting in situaties waarin zich een ramp met gevaarlijke stoffen voordoet. De verantwoordingsplicht is erop gericht om een weloverwogen afweging te maken over de risico's in relatie tot de (ruimtelijke) ontwikkelingen in het plangebied.

Het groepsrisico wordt vergeleken met de oriëntatiewaarde: de kans op een ongeval met 10 dodelijke slachtoffers van 10-5 per jaar, met de kans op een ongeval met 100 dodelijke slachtoffers van 10-7 per jaar, en met de kans op 1.000 of meer dodelijke slachtoffers van 10-9 per jaar. De oriëntatiewaarde voor het groepsrisico ligt voor het transport van gevaarlijke stoffen en buisleidingen echter een factor 10 lager dan voor inrichtingen.

In de verantwoording van het groepsrisico worden onderwerpen behandeld die van belang zijn bij het maken van een afweging over het risico en de ruimtelijke situatie. Het groepsrisico wordt kwantitatief beoordeeld. Daarnaast komen ook planologische aspecten aan de orde en de mogelijkheden tot rampenbestrijding (zie ook Handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico voor inrichtingen).

Verantwoording van het groepsrisico voor transportassen (weg, spoor en water) is verplicht in geval er sprake is van een ruimtelijk besluit waarbij een toename plaatsvindt van het groepsrisico of van een overschrijding van de oriëntatiewaarde. Voor inrichtingen geldt de verplichting tot verantwoording van het groepsrisico altijd, indien het gebied, waar het ruimtelijk besluit voor geldt, is gelegen binnen het invloedsgebied van een risicobron.

Provinciaal beleid

De provincie Zuid-Holland ambieert een veiliger Zuid-Holland. In de Provinciale Structuurvisie staat als provinciaal belang genoemd het 'beschermen van grote groepen mensen tegen ongevallen met gevaarlijke stoffen'. De provincie wil voorkomen dat risicovolle activiteiten gevestigd worden in de omgeving van grote groepen mensen of dat een nieuwe ontwikkeling gepland wordt binnen het invloedsgebied van een risicovolle activiteit. Het is niet altijd te voorkomen dat dit soort functies gecombineerd worden en het groepsrisico toeneemt. In dat geval vraagt de provincie van de verantwoordelijke bestuurders, dat zij een verantwoording groepsrisico schrijven. Dit is een heldere en transparante toelichting waarin zij uitleggen waarom deze ontwikkeling op deze locatie noodzakelijk is. Op basis van een verantwoording groepsrisico moet aannemelijk worden gemaakt dat op termijn in de eindsituatie wordt voldaan aan de oriëntatiewaarde.

Regio Holland Rijnland

De regio Holland Rijnland heeft in 2008 een Omgevingsvisie externe veiligheid opgesteld. In deze omgevingsvisie heeft de regio een beslismodel opgesteld op basis van zonering van het groepsrisicodiagram (het fN-diagram, ƒ= kans op calamiteit, N=aantal slachtoffers ).

afbeelding "i_NL.IMRO.1525.BP2011SAS04004-0401_0009.png"

Figuur 4.1 Groepsrisicodiagram

Het model, zie figuur 4.1, gaat uit van de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico. Aan de zones in het diagram zijn verschillende handelswijzen gekoppeld. Als de groepsrisicocurve voor een bepaalde activiteit of ruimtelijke ontwikkeling in een bepaalde zone uitkomt, volgt uit het beslismodel onder welke voorwaarden de activiteit of ruimtelijke ontwikkeling is toegestaan.

  • bedrijven waar opslag, gebruik en/of productie van gevaarlijke stoffen plaatsvindt;
  • vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water of door leidingen.

4.3.2 Risicobronnen

Binnen het plangebied is geen sprake van bedrijven waar sprake is van opslag, gebruik en/of productie van gevaarlijke stoffen. Eveneens vindt er geen vervoer plaats van gevaarlijke stoffen.

In de directe omgeving van het plangebied bevinden zich wel enkele risicobronnen. Namelijk:

  • 1. Sport en- Recreatiecomplex de Wasbeek;
  • 2. Wesseling Transport B.V.;
  • 3. J.G. Van der Mey B.V.;
  • 4. vervoer van gevaarlijke stoffen over de rijksweg A44.

afbeelding "i_NL.IMRO.1525.BP2011SAS04004-0401_0010.jpg"

Figuur 4.2 Uitsnede risicokaart.

De Wasbeek

Ten behoeve van het functioneren van het zwembad, vindt op het terrein opslag plaats van enkele gevaarlijke stoffen. Het betreft de opslag van 1.100 liter zoutzuur, 2.000 liter chloorbleekloog en 400 liter vlokkenmiddel. Al het opslag geschiedt bovengronds, maar binnen het gebouw. Het PR bedraagt hier 0 meter. Het bedrijf valt niet onder het Bevi en heeft geen groepsrisico. Dit bedrijf is verder niet relevant als risicobron voor dit bestemmingsplan.

Wesseling Transport B.V.

In de nabije omgeving is het transportbedrijf Wesseling (bestrijdingsmiddelen) gelegen. Dit bedrijf heeft een groot effectgebied. De 1% letaliteitsgrens ligt op circa 1 km van het bedrijf. Nagenoeg het gehele bestemmingsplan valt hierbinnen. Het PR bedraagt 20 meter en valt niet binnen de contouren van dit bestemmingsplan. De afstand tot de grens van het invloedsgebied waarin verantwoording van het GR moet worden afgelegd bedraagt 320 meter. Het invloedsgebied valt gedeeltelijk over het plangebied heen.

afbeelding "i_NL.IMRO.1525.BP2011SAS04004-0401_0011.png"

Figuur 4.3 GR berekening Wesseling B.V. (Bron: www.risicokaart.nl)

Voor dit bedrijf is op 10-05-2010 door Cauberg-Huygen een berekening uitgevoerd van het groepsrisico. In figuur 4.3 is de berekening weergegeven. Hieruit blijkt dat de GR-waarde ruim onder de oriëntatiewaarde ligt en geen sprake is van een relevant groepsrisico. Het GR is kleiner dan 0,01 maal de oriëntatiewaarde. In die situatie zijn volgens de regionale Omgevingsvisie externe veiligheid ruimtelijke ontwikkelingen zonder meer toegestaan. Aanvullende risicoreducerende maatregelen zijn niet nodig. Aangezien er binnen het plangebied ook geen nieuwe ontwikkelingen worden mogelijk gemaakt, is een uitgebreide groepsrisico verantwoording niet noodzakelijk.

J.G. Van der Mey B.V.

Op het terrein van het bedrijf Van der Mey vindt opslag plaats van ammoniak. De totale hoeveelheid ammoniak in de koelinstallatie bedraagt 434 kg. Voor dit bedrijf geldt een plaatsgebonden risicocontour PR 10-6 van 7 meter. Het bedrijf valt niet onder het Bevi en heeft geen groepsrisico. Dit bedrijf is verder niet relevant als risicobron voor dit bestemmingsplan.

A44

Ten zuiden van het plangebied is de A44 gelegen. Voor de A44 zijn externe veiligheidsonderzoeken uitgevoerd door Cauberg Huygen, d.d. 28 mei 2010 en aangevuld door Grontmij d.d. 08-09-2011. Uit dat onderzoek is gebleken dat het groepsrisico in de toekomst onveranderd blijft. Op basis van de telgegevens van 2006 bedraagt het groepsrisico maximaal 14,5% van de oriëntatiewaarde. Uitgaande van de prognosecijfers 2020 blijft het groepsrisico gelijk. Wanneer de gebruiksruimte voor LPG transport op de A44 maximaal wordt benut (Circulaire Rnvgs, bijlage 5), neemt het GR toe tot 44,1% van de oriëntatiewaarde.

Daarnaast blijkt uit het Basisnet Weg en de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen dat voor de A44 ter hoogte van de gemeente Teylingen geen sprake is van een veiligheidszone of een plasbrandzone.

Groepsrisicoverantwoording

Vanwege de ligging van het plangebied in het effectgebied van de A44 wordt nader ingegaan op het groepsrisico. De overige risicobronnen veroorzaken geen groepsrisico.

Dit bestemmingsplan is een conserverend bestemmingsplan. Het groepsrisico ligt onder de oriëntatiewaarde en dat verandert niet. Volgens de Circulaire Rnvgs is een uitgebreide GR verantwoording dan niet nodig. Omdat in het verleden nog nooit een externe veiligheidsbeoordeling is uitgevoerd, is alsnog onderzocht of de veiligheidssituatie geoptimaliseerd kan worden. De regionale brandweer heeft hierover geadviseerd, d.d. 11 juli 2012 (kenmerk UIT-2012-017753).

Korte samenvatting advies regionale brandweer

De brandweer is van mening dat de bereikbaarheid van drietal straten Mecklenburg, Geestburg en Kleiburg, verbeterd moet worden, maar heeft voor het overige geen opmerkingen over het aspect externe veiligheid.

Reactie gemeente op brandweeradvies

Bestemmingsplan Sassenheim-Zuid is een conserverend bestemmingsplan en voorziet niet in een ontwikkeling / reconstructie op de genoemde locaties. Gezien de huidige risico's gaat de gemeente niet op korte termijn een reconstructie uitvoeren.

4.3.3 Conclusie

Binnen of in de directe omgeving van het plangebied vinden geen overschrijdingen plaats van de grenswaarde voor het PR. Binnen de PR 10-6-risicocontouren van relevante inrichtingen of transportassen liggen in het plangebied geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten.

Aangezien met dit bestemmingsplan het groepsrisico niet toeneemt, kan een uitgebreide verantwoording van dit aspect achterwege blijven. De huidige externe veiligheidssituatie wordt acceptabel geacht.