direct naar inhoud van Artikel 10 Recreatie - Dagrecreatie
Plan: Bedrijventerreinen Teylingen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1525.BP2010TEY02003-0401

Artikel 10 Recreatie - Dagrecreatie

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Recreatie - Dagrecreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. dagrecreatieve voorzieningen;
    ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven' tevens voor een jachthaven;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'wellness' tevens voor wellness;
  • c. het aanmeren, stallen, onderhouden en/of repareren van vaartuigen langs de kade;
  • d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals ondergeschikte horeca, groen, speelvoorzieningen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, perceelsontsluitingen, voet- en fietspaden, water, paden, wegen en overige verkeersvoorzieningen.
10.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

10.2.1 Gebouwen en overkappingen
  • a. gebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • c. bij gebouwen mag de goothoogte worden doorbroken met dakkapellen onder de voorwaarde, dat deze constructie minimaal 0,5 m onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak minimaal 0,5 m boven de goot is geplaatst
  • d. de bouwhoogte van een overkapping bedraagt ten hoogste 3 m;
  • e. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste het met de maatvoeringaanduiding aangegeven bebouwingspercentage van het bouwperceel; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwperceel;
  • f. de afstand van gebouwen tot de perceelsgrens bedraagt ten minste 1 m, tenzij het gebouw in de perceelsgrens is gebouwd;
  • g. indien gebouwen op een bouwperceel niet aaneen worden gebouwd, geldt een onderlinge afstand van ten minste 1 m.
  • h. een bedrijfswoning mag uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' worden gebouwd;
  • i. de goot- en bouwhoogte van een bedrijfswoning bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringsaanduiding aangegeven goot- en bouwhoogte;
  • j. de gezamenlijk oppervlakte van aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen van het bij de bedrijfswoning behorende bouwperceel bedraagt ten hoogste 50% van het zijerf en achtererf met een maximum van 100 m²; hierbij dient ten minste 25 m² van het zij- en/of achtererf onbebouwd en onoverdekt te blijven, uitgezonderd bouwpercelen waarbij het zij- en achtererf minder bedraagt dan 25 m², met dien verstande dat het oppervlak aan erf maximaal 500 m2 mag bedragen.
10.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m;
  • b. de bouwhoogte van vlaggenmasten en cameramasten bedraagt ten hoogste 9 m;
  • c. de bouwhoogte van lichtmasten bedraagt ten hoogste 18 m;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde en geen overkappingen zijnde, waaronder reclamezuilen, bedraagt ten hoogste 3 m.