direct naar inhoud van 4.9 Bodem
Plan: Sassenheim-West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1525.BP2010SAS03003-0501

4.9 Bodem

4.9.1 Normstelling en beleid

Volgens artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening dient in verband met de uitvoerbaarheid van een plan rekening worden met de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde functie en moet worden vastgesteld of er sprake is van een saneringsnoodzaak.

In de Wet bodembescherming is bepaald dat indien de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig dient te worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt door de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone grond te worden gerealiseerd.

Ten behoeve van ruimtelijke plannen dient ten minste het eerste deel van het verkennend bodemonderzoek, het historisch onderzoek, te worden verricht. Indien uit het historisch onderzoek wordt geconcludeerd dat op de betreffende locatie sprake is geweest van activiteiten met een verhoogd risico op verontreiniging dient het volledig verkennend bodemonderzoek te worden verricht.

4.9.2 Onderzoek en conclusie

Het bestemmingsplan maakt een geringe uitbreiding van sportvelden, behorend bij het sportcomplex Rode Molenpolder, mogelijk. Voor deze ontwikkeling is het niet noodzakelijk een verkennend bodemonderzoek uit te voeren. Sportvelden worden namelijk niet gezien als verblijfsruimte. Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor het bouwen van de kantine, dient wel een verkennend bodemonderzoek te worden aangeleverd. Alvorens de sloot kan worden gedempt dient de chemische kwaliteit van het slib te worden vastgesteld voor de verspreidingsmogelijkheden. Tevens blijkt uit het bodemloket (www.bodemloket.nl) dat er op deze locatie in het verleden bodemonderzoek heeft plaatsgevonden. Uit deze onderzoeken bleek dat de locatie onverdacht is. Geconcludeerd werd dat vervolgonderzoek niet noodzakelijk was. Nader historisch onderzoek is daarom ook niet nodig.

4.9.3 Conclusie

Geconcludeerd wordt dat het aspect bodemkwaliteit de uitvoering van het plan niet in de weg staat.