direct naar inhoud van 4.11 Water
Plan: Sassenheim-West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1525.BP2010SAS03003-0501

4.11 Water

4.11.1 Beleid

Waterbeheer en watertoets

Vanaf 1 november 2003 is de watertoets wettelijk van toepassing, een procedure waarbij de initiatiefnemer in een vroeg stadium overleg voert met de waterbeheerder over waterhuishoudkundige aspecten van ruimtelijke plannen. De watertoets heeft als doel om te voorkomen dat nieuwe ruimtelijke plannen in strijd zijn met duurzaam waterbeheer.

Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het Hoogheemraadschap van Rijnland, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Bij het tot stand komen van dit bestemmingsplan wordt overleg gevoerd met de waterbeheerder over deze waterparagraaf. De opmerkingen van de waterbeheerder worden vervolgens verwerkt in deze waterparagraaf.

Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer

Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het projectgebied relevante nota's, waarbij het beleid van het waterschap en de gemeente nader wordt behandeld.

Europa:

  • Kaderrichtlijn Water (KRW).

Nationaal:

  • Nationale Waterplan (NW);
  • Waterbeleid voor de 21ste eeuw (WB21);
  • Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW);

Provinciaal

  • Waterwet.
  • Provinciaal Waterplan 2010-2015.

Waterschapsbeleid

Bij het opstellen van het Waterbeheerplan 2010-2015 (WBP4) heeft het Hoogheemraadschap van Rijnland erop ingezet eerst ver vooruit te blikken en vanuit dat perspectief terug te redeneren naar wat Rijnland met zijn partners écht moet gaan oppakken in de planperiode 2010-2015 om te voldoen aan de wettelijke taken en ambities. Waar in het vorige waterbeheerplan veel aandacht gericht was op planvorming, richt het WBP4 zich vooral op uitvoering. Met dit waterbeheerplan wil Rijnland invulling geven aan de opgaven vanuit de KRW, vanuit het Nationaal Bestuurakkoord Water (NBW-actueel) en vanuit actuele Peilbesluiten. Daarnaast spelen belangrijke zaken als 'het op orde hebben' van de keringen, renovatie van boezem- en poldergemalen en het uitvoeren van het reguliere baggerprogramma voor polder en boezem.

4.11.2 Onderzoek

Huidige situatie

Het plangebied is gelegen in de gemeente Teylingen. Het bestaat uit het westelijk woongebied van de kern Sassenheim.

Bodem en grondwater

Het grootste deel van het maaiveld ligt nu tussen NAP +0,3 m en NAP +0,7 m. Het plangebied ligt op de overgang van de strandwal naar de strandvlakte. De bodem bestaat dus voornamelijk uit zand. In het plangebied is sprake van grondwatertrap II. Dat wil zeggen dat de gemiddeld hoogste grondwaterstand varieert tussen de 0,25 m en de 0,4 m onder het maaiveld en dat de gemiddeld laagste grondwaterstand varieert tussen de 0,5 m en de 0,8 m beneden het maaiveld.

Waterkwantiteit

In het plangebied zijn een aantal primaire boezemwateren en lokale boezemwateren aanwezig.

Veiligheid en waterkeringen

In het plangebied en directe omgeving bevinden zich een aantal boezemkades. Het gaat om de kade aan de Trekschuit, aan de Veldhuijzen van Zantenpad/Albert Plesmanlaan en de kades van de Mottigerpolder ten noordwesten van het plangebied.

Afvalwater en riolering

Het plangebied is aangesloten op het gemeentelijke gemengd rioolstelsel.

Toekomstige situatie

Dit bestemmingsplan is overwegend consoliderend van aard. Er zijn twee nieuwe ontwikkelingen opgenomen. Het plan biedt daarom weinig of geen mogelijkheden om het watersysteem en -beheer te verbeteren. Het bestemmingsplan maakt de herontwikkeling van locatie Post Promenade en een gedeelte van het plan Beukenhof (na het toepassen van wijzigingsbevoegdheden) mogelijk, alsmede de herinrichting van het sportcomplex aan de Roodemolenweg.

  • Post Promenade en Beukenhof

In de huidige situatie is zijn deze terreinen geheel verhard. In de toekomstige situatie zal er meer ruimte zijn voor groenvoorzieningen en zullen de watergangen op elkaar aangesloten worden. Deze ontwikkeling heeft daarmee een positieve invloed op de waterhuishoudkundige situatie ter plaatse.

  • Sportcomplex

Het bestemmingsplan voorziet in een herinrichting van het sportcomplex die de aanleg van een tenniscomplex met tennisbanen en een clubhuis omvat en voorziet in een optimalisering van de capaciteit van de voetbalvelden. De voetbalvelden en het tenniscomplex worden voorzien van een drainagesysteem. Dit loost direct op het oppervlaktewater ten westen van het complex. De precieze uitwerking staat nog niet vast, daarom is er ook geen exacte toename aan verharding bekend. Bij de nadere uitwerking zal gekeken worden hoeveel compensatie vereist is. Compensatie zal gezocht worden bij de naastgelegen watergang of in het naastgelegen park.

Als in de toekomst meer ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden, is het uitgangspunt dat de waterhuishoudkundige situatie niet mag verslechteren. Dit betekent bijvoorbeeld dat de waterhuishouding kan worden verbeterd door het afkoppelen van schoon verhard oppervlak. Hiermee wordt voorkomen dat schoon hemelwater wordt afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Dit betekent ook dat toename van het verharde oppervlak met 15% in de vorm van oppervlaktewater moet worden gecompenseerd en dat dempingen binnen het gebied voor 100% (in m² en m³) moeten worden gecompenseerd. Ook combinaties met andere functies zoals groen en recreatie liggen voor de hand. Door de aanleg van natuurvriendelijke en ecologische oevers wordt bijvoorbeeld meer waterberging gerealiseerd. Daarnaast is het van belang om bij eventuele ontwikkeling diffuse verontreinigingen te voorkomen door het gebruik van duurzame, niet-uitloogbare materialen (geen zink, lood, koper en PAK's-houdende materialen), zowel gedurende de bouw- als de gebruiksfase.

Afvalwater en riolering

Conform de Leidraad Riolering West-Nederland en vigerend waterschapsbeleid, is het voor nieuwbouw verplicht een gescheiden rioleringsstelsel aan te leggen zodat schoon hemelwater niet bij een rioolzuiveringsinstallatie terecht komt. Huishoudelijk afvalwater wordt aangesloten op de bestaande gemeentelijke riolering. Voor hemelwater zijn er twee mogelijkheden. Indien open water in de directe omgeving aanwezig is, wordt hemelwater afgevoerd naar dat oppervlaktewater. Indien infiltratie mogelijk is, dan wordt schoon hemelwater geïnfiltreerd.

Beheer en onderhoud

Voor aanpassingen aan het bestaande waterhuishoudingsysteem dient bij het waterschap vergunning te worden aangevraagd op grond van de 'Keur'. Dit geldt dus bijvoorbeeld voor het graven van nieuwe watergangen, het aanbrengen van een stuw of het afvoeren van water naar het oppervlaktewater. In de Keur is ook geregeld dat een beschermingszone voor watergangen en waterkeringen in acht dient te worden genomen. Dit betekent dat binnen de beschermingszone niet zonder ontheffing van het waterschap gebouwd en opgeslagen mag worden. De genoemde bepaling beoogt te voorkomen dat de stabiliteit van het profiel en/of veiligheid wordt aangetast, de aan- en/of afvoer en/of berging van water wordt gehinderd dan wel het onderhoud wordt gehinderd. Ook voor het onderhoud gelden bepalingen uit de 'Keur'. Het onderhoud en de toestand van de (hoofd)watergangen worden tijdens de jaarlijkse schouw gecontroleerd en gehandhaafd.

4.11.3 Conclusie

Vanwege het consoliderende karakter van dit bestemmingsplan vinden er geen grote veranderingen plaats in het waterhuishoudkundige systeem. De veranderingen die wel plaatsvinden hebben geen negatief effect op het waterhuishoudkundige systeem.