direct naar inhoud van 4.1 Milieu
Plan: Locatie Bongersstraat 241-245 Ulft
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1509.BP000073-DE01

4.1 Milieu

4.1.1 Bodem

Uitgangspunt bij ruimtelijke ontwikkelingen is dat de bodemkwaliteit geschikt moet zijn voor de beoogde functie, te weten wonen. Een bodemonderzoek wordt noodzakelijk geacht voor ingrepen in de ruimtelijke structuur van een gebied. Dit onderzoek is in juni 2008 verricht en is als bijlage aan dit bestemmingsplan toegevoegd. De conclusies kunnen als volgt worden samengevat.

Uit het bodemonderzoek blijkt dat de kleiige bovengrond licht tot matig verhoogde gehalten arseen bevat. Deze verhoogde gehalten komen op meerdere plaatsen in de gemeente voor. Dit leidt niet tot de noodzaak om nader onderzoek te doen. In het grondwater zijn geen verhoogde concentraties van de onderzochte stoffen gemeten.

4.1.2 Externe veiligheid

In het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI), dat in werking is getreden op d.d. 28 oktober 2004, is een normering opgenomen voor externe veiligheid voor bedrijven met gevaarlijke stoffen. Deze normering wordt uitgedrukt in een groepsrisico (GR) en een plaatsgebonden risico (PR). Het PR is de kans op overlijden van een individu als gevolg van een calamiteit met gevaarlijke stoffen. Het GR is de kans op het gelijktijdig overlijden van een bepaald aantal mensen als gevolg van een ramp.

Er dient voldoende veiligheidsafstand in acht te worden genomen tussen risicovolle bedrijven en (beperkt) kwetsbare objecten. Woningen worden in het besluit beschouwd als kwetsbare objecten.

De Risicokaart van de provincie Gelderland geeft een indicatie van de aanwezige risicobronnen. In de nabijheid van het plangebied bevinden zich geen risicobronnen. Verder is de Bongersstraat niet in gebruik als transportroute voor gevaarlijke stoffen. Het aspect externe veiligheid levert derhalve geen belemmeringen op voor dit bestemmingsplan.

4.1.3 Milieuhinder bedrijvigheid

Aan de overzijde van het plangebied, aan de andere kant van de Oude IJssel ligt een rundveebedrijf (Voorstsestraat 52). In het kader van de Wet Geurhinder en Veehouderij moet een norm van 100 m worden aangehouden van het agrarisch bouwperceel tot een geurgevoelig object. In dit geval dus de woningen. Aan deze afstandsnorm wordt voldaan.

De vigerende milieuvergunning van dit agrarische bedrijf staat ten aanzien van geluid een etmaalwaarde toe van 40 dB(A) ter plaatse van de meest nabijgelegen woningen van derden. De vergunde geluidscontour van het agrarische bedrijf valt ruim buiten het plangebied van dit bestemmingsplan. De conclusie is dat het nieuwe woongebied geen belemmering oplevert voor de verdere uitbreiding van het rundveebedrijf en dat het rundveebedrijf geen bron van hinder vormt voor de bewoners van het plangebied.

4.1.4 Geluid

Ingevolge de Wet geluidhinder (Wgh) dient bij ruimtelijke ontwikkelingen, ter waarborging van een akoestisch goed woon- en leefklimaat, rekening te worden gehouden met het aspect wegverkeerslawaai. De hoogst toelaatbare geluidsbelasting van een gevel van een woning mag, behoudens uitzonderingen, niet meer bedragen dan 48 dB. De drie nieuwe woningen liggen in de geluidszone van de Bongersstraat. Daarom is een akoestisch onderzoek noodzakelijk.

In juni 2008 is een geluidsonderzoek verricht dat als bijlage aan deze toelichting is toegevoegd. De conclusies kunnen als volgt worden samengevat. De berekende invallende geluidsbelasting Lden is na aftrek in alle rekenpunten lager dan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. Dat betekent dat het lawaai van het wegverkeer geen belemmering vormt voor de bouw van de woningen.

4.1.5 Lucht

Met name in gebieden waar personen een lange periode achter elkaar of een groot deel van de dag verblijven, is een goede luchtkwaliteit van belang. Om deze luchtkwaliteit te garanderen was in het verleden vaak een luchtkwaliteitonderzoek nodig. Sinds de intrekking van het Besluit luchtkwaliteit 2005 en het in werking treden van de Wet Luchtkwaliteit, is hier verandering ingekomen. Slechts bij projecten die in betekende mate bijdragen aan luchtvervuiling is een onderzoek noodzakelijk. Hiervan is sprake bij woningbouwprojecten van 500 woningen of meer.

In voorliggende geval worden 3 woningen gebouwd. Een nader onderzoek is dan ook niet noodzakelijk.