direct naar inhoud van Artikel 11 Wonen
Plan: Kom Bontebrug 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1509.BP000047-DE01

Artikel 11 Wonen

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

11.2 Bouwregels
11.2.1 Algemeen
  • a. Voor het bouwen van hoofdgebouwen, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken geen gebouwen zijnde geldt dat het bouwperceel voor maximaal 60% bebouwd mag worden.
11.2.2 Hoofdgebouwen
  • a. Hoofdgebouwen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. Ter plaatse van de aanduiding:
    'vrijstaand' (vrij)   moeten woningen vrijstaand worden gebouwd;  
    'twee aaneen' (tae)   moeten twee woningen aaneen worden gebouwd;  
    'aaneengebouwd' (aeg)   moeten woningen aaneen worden gebouwd;  
  • c. De afstand tot de zijdelingse perceelsgrens is bij woningen ter plaatse van de aanduiding;
    'vrijstaand'   aan beide zijden minimaal 3 meter;  
    'twee aaneen'   aan één zijde minimaal 3 meter;  
    'aaneengebouwd'   aan de niet aangebouwde zijde van de eindwoning minimaal 3 meter.  
  • d. De goothoogte mag niet meer zijn dan ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goothoogte (m)’ is aangegeven;
  • e. De bouwhoogte mag niet meer zijn dan ter plaatse van de aanduiding ‘maximale bouwhoogte (m)’ is aangegeven.
11.2.3 Bijbehorende bouwwerken
  • a. Bijbehorende bouwwerken moeten minimaal 3 meter achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw worden gebouwd;
  • b. De gezamenlijke oppervlakte voor bijbehorende bouwwerken, gebouwd buiten het bouwvlak, is per woning maximaal:
    • 1. 80 m2 voor bouwpercelen met een oppervlakte tot en met 600 m2;
    • 2. 120 m2 voor bouwpercelen met een oppervlakte groter dan 600 m2.
  • c. De goothoogte is maximaal 3 m;
  • d. De bouwhoogte is maximaal 6 m;
  • e. In afwijking van het bepaalde onder a t/m d mogen achter (het verlengde van) de voorgevel van de woning bijbehorende bouwwerken worden gebouwd, onder de voorwaarden dat:
    • 1. het bijbehorend bouwwerk per woning maximaal 2 gesloten wanden heeft;
    • 2. de wand die parallel ligt aan (het verlengde van) de voorgevel van de woning, minimaal 3 meter achter de voorgevel ligt;
    • 3. de bouwhoogte maximaal 3 meter is.
11.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. Voor (het verlengde van) de voorgevel van de woning mogen worden gebouwd:
    • 1. Erf- en terreinafscheidingen met een bouwhoogte van maximaal 1 meter.
  • b. Achter (het verlengde van) de voorgevel van de woning mogen worden gebouwd:
    • 1. Erf en terreinafscheidingen met een bouwhoogte van maximaal 2 meter;
    • 2. De bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde is maximaal 3 meter
  • c. De bouwhoogte van masten is maximaal 10 meter.
11.2.5 Ondergronds bouwen
  • a. Ondergronds bouwen is alleen toegestaan onder hoofdgebouwen en bijbehorende gebouwen;
  • b. De verticale diepte is maximaal 3,50 meter.
11.3 Specifieke gebruiksregels
11.3.1 Bed & breakfast
  • a. De ruimte die wordt gebruikt voor bed & breakfast is maximaal 5 slaapkamers;
  • b. De oppervlakte van de gehele accomodatie beslaat maximaal 30% van de woning;
  • c. De accomodatie maakt deel uit van het hoofdgebouw;
  • d. Degene die de bed & breakfast uitoefent, is tevens bewoner van de woning.
11.3.2 Aan huis verbonden beroep
11.4 Afwijken van de gebruiksregels
11.4.1 Aan huis verbonden bedrijven

Bij omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van de regels voor het gebruik van een gedeelte van de woning ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf. De afwijking wordt toegepast onder de voorwaarden dat:

  • a. degene die de activiteiten uitvoert, tevens de bewoner van de woning is;
  • b. de oppervlakte van de voor het bedrijf uit te oefenen ruimte maximaal 30% is van het woonoppervlak, met een maximum van 50 m2.
  • c. er geen zelfstandige vorm van detailhandel ontstaat, uitgezonderd een beperkte verkoop in verband met het uitgeoefende beroep of bedrijf;
  • d. er geen milieutechnische belemmering zijn.
11.4.2 Detailhandel

Bij omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van de regels voor het gebruik van (een gedeelte van) een pand voor het toestaan van detailhandel. De ontheffing wordt verleend onder de voorwaarden dat:

  • a. het pand een voormalig winkelpand betreft met de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - voormalig winkelpand';
  • b. detailhandel alleen is toegestaan op de begane grond;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van de bebouwing binnen het betreffende bouwperceel niet wordt vergroot, ten behoeve van het door de ontheffing toegestane, andere gebruik;
  • d. er geen milieutechnische belemmeringen zijn;
  • e. de bouw- en gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden niet onevenredig worden benadeeld.