direct naar inhoud van 4.2 Ruimtelijke en functionele uitgangspunten
Plan: Kom Westendorp 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1509.BP000045-DE01

4.2 Ruimtelijke en functionele uitgangspunten

Hieronder wordt ingezoomd op de belangrijkste ruimtelijke en functionele uitgangspunten van dit bestemmingsplan.

4.2.1 Algemeen

De gemeente Oude IJsselstreek heeft voor het actualiseren van haar bestemmingsplannen een Handboek bestemmingsplannen opgesteld. In dit handboek wordt een handleiding gegeven voor het standaardiseren van bestemmingsplannen. Dit handboek sluit aan op de landelijke standaarden Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP 2008). Er zijn normen vastgesteld waaraan bestemmingsplannen moeten voldoen, zodat de herkenbaarheid, kwaliteit en uniformiteit (inhoudelijk en technisch) gewaarborgd is. Het beschikbaar hebben van uniforme plannen heeft voordelen op het gebied van bruikbaarheid, raadpleegbaarheid, klantvriendelijkheid, rechtszekerheid en efficiency.

4.2.2 Wonen en tuin

Het bestemmingsplan "Kom Westendorp 2010" voorziet in een planologische regeling voor de bestaande bebouwde kom van Westendorp. In de kern liggen geen locaties, anders dan die welke reeds op grond van een vastgesteld bestemmingsplan of verleende vrijstelling zijn toegestaan, waar nieuwe woningen gebouwd kunnen worden. Het bestemmingsplan bevat dus geen nieuwe bouwmogelijkheden voor woningen, maar maakt alleen de uitbreiding van bestaande woningen en de bouw van bijbehorende gebouwen mogelijk. Er wordt daarbij een onderscheid gemaakt tussen de grootte van de percelen. Op grotere percelen (meer dan 600 m2) is meer bebouwing toegestaan.

De gemeente streeft naar het behoud van karakteristieke dorpse elementen in de bebouwingsstructuur. Er zal in de bebouwingsregeling een onderscheid worden gemaakt tussen de karakteristieke agrarische lintstructuur (Doetinchemseweg en Veldkamperstraat) en de overige (meer planmatige) uitbreidingen (Steuterweg, Houtkampstraat, Neijlandstraat en Beerninkkampstraat). Voor de historische linten geldt een meer individuele regeling ten aanzien van de bebouwingshoogte, -breedte en -diepte, terwijl voor de naoorlogse uitbreiding gebruik zal worden gemaakt van een meer uniforme regeling ten aanzien van de bebouwingsvorm. Uitgangpunt voor de bouwvlakken is een diepte van 12 meter voor vrijstaande woningen en een diepte van 10 meter voor halfvrijstaande en rijenwoningen. Voor bebouwing in de historische bebouwingslinten is vaak maatwerk opgenomen en is het bouwvlak aangepast aan de bestaande hoofdbouwmassa. Er vinden als gevolg van dit plan geen ingrijpende veranderingen in de ruimtelijke structuur van Westendorp plaats.

Het meest voorkomende gebruik in de kern Westendorp is de bestemming "wonen". Binnen deze bestemming zijn naast "wonen" ook "bed en breakfast en aan huis verbonden beroepen" mogelijk. Wel gelden hier een aantal voorwaarden, omdat de woonfunctie niet in het geding mag komen en de ruimtelijke inpact gering moet blijven.
In de bestaande oude dorpslinten zijn nog locaties te zien, waar vroeger o.a. detailhandel heeft gezeten. Deze panden zijn na beëindiging van de detailhandel veelal geheel in gebruik genomen als woning. Functioneel gezien zouden deze panden weer ingericht kunnen worden voor detailhandel. Om de leefbaarheid in de Kleine Kernen en dus ook in het dorp Westendorp te vergroten is het middels een afwijking van de gebruiksregels mogelijk om hier opnieuw detailhandel toe te staan, mocht hieraan behoefte bestaan.
Bedrijvigheid aan huis wordt overal binnen de woonbestemming door middel van een afwijking van de gebruiksregels toegestaan, mits wordt voldaan aan een aantal voorwaarden. Dit geldt tevens voor het toestaan van bijzondere woonvormen.

4.2.3 Bedrijven

Losse bedrijven in de woonomgeving krijgen de bestemming 'Bedrijf'. De bedrijven die hier worden toegelaten zijn opgenomen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging. Deze lijst bevat categorieën die aangeven onder welke omstandigheden activiteiten inpasbaar zijn. De toelaatbaarheid van milieubelastende functies in de woonomgeving wordt beoordeeld aan de hand van de volgende drie ruimtelijk relevante milieucategorieën:

  • categorie A: Activiteiten die zodanig weinig milieubelastend zijn dat deze aanpandig aan woningen kunnen worden uitgevoerd;
  • categorie B: Activiteiten met een zodanige milieubelasting dat zij bouwkundig afgescheiden van woningen en andere gevoelige functies moeten plaatsvinden;
  • categorie C: De activiteiten uit categorie B waarbij vanwege de relatief grote verkeersaantrekkende werking een ontsluiting op de hoofdinfrastructuur is aangewezen.

In dit bestemmingsplan worden alleen bedrijven in categorie A en B bij rechte toegestaan. Enkele autobedrijven, die in het verleden met een vrijstellingsprocedure zijn toegestaan, hebben een specifieke aanduiding gekregen op de verbeelding om te waarborgen dat de bestaande bedrijfsactiviteiten blijvend kunnen worden uitgeoefend. Zodra deze bedrijven hun activiteiten beëindigen, kan echter enkel nog een bedrijf in een lagere categorie op de betreffende locatie worden gevestigd.

Door middel van een bebouwingsvlak wordt op de verbeelding aangegeven tot waar de bedrijven hun bebouwing mogen oprichten en hoeveel van dit vlak bebouwd mag worden. Tevens wordt de toegestane goot-en nokhoogte aangegeven. Op de meeste bedrijfspercelen staat een bedrijfswoning. Nieuwe bedrijfswoningen zijn in principe uitgesloten. De bestaande bedrijfswoningen zijn positief bestemd.

4.2.4 Detailhandel, horeca en maatschappelijk

In de woonomgeving gelegen maatschappelijke voorzieningen zoals de scholen en de geloofsgemeenschap De Wingerd worden bestemd met "Maatschappelijk". Andere voorzieningen zoals detailhandel en horeca kunnen in de woonomgeving plaatsvinden en worden dan ook als zodanig bestemd. Voor wat betreft horeca geldt, dat deze in een passende categorie zijn ingedeeld overeenkomstig de zwaarte van het betreffende horecabedrijf.

Door middel van een bebouwingsvlak wordt op de verbeelding aangegeven tot waar de bedrijven en voorzieningen hun bebouwing mogen oprichten en hoeveel van dit vlak bebouwd mag worden. Tevens wordt de toegestane goot-en nokhoogte aangegeven. Op de meeste bedrijfspercelen staat een bedrijfswoning. Nieuwe bedrijfswoningen zijn in principe uitgesloten. De bestaande bedrijfswoningen zijn positief bestemd.

4.2.5 Groen, verkeer en water

De wegen in de bebouwde kom worden bestemd als "Verkeer -Verblijfsgebied". Het is een flexibele bestemming, zodat het openbaar gebied flexibel kan worden ingericht met groen, parkeerplaatsen, speeltuintjes en andere binnen deze bestemming passende functies.

De grotere groene gebieden en de groene dorpsranden en dorpsentree's aan de Doetinchemseweg krijgen de bestemming "Groen". Aan het overige kleinschalige groen wordt de bestemming "Verkeer - Verblijfsgebied" toegekend. Binnen de bestemming 'Groen' en 'Verkeer - Verblijfsgebied' zijn ook waterpartijentoegestaan. Watergangen zijn echter specifiek tot 'Water' bestemd.

4.2.6 Wro-zone - wijzigingsgebied

Aan de Veldkamperstraat is sprake van een voormalige bedrijfslocatie. De bestaande bedrijfsbebouwing staat momenteel leeg. Aan de voormalige bedrijfswoningen is nu de bestemming "Wonen" en "Tuin" toegekend. De omliggende gronden hebben de bestemming "Agrarisch" gekregen. Stedenbouwkundig gezien vormt dit een logische locatie voor functiewijziging. Te denken valt aan bijv. eventuele woningbouw of maatschappelijke voorzieningen op deze locatie, inclusief de inrichting van de omliggende openbare ruimte. Maar omdat de exacte plannen nog niet vaststaan (maatvoering, exacte ligging bouwvlakken, etc.) wordt hier een 'wro-zone - wijzigingsgebied' opgelegd, zodat de plannen eventueel met een wijzigingsplan tot uitvoer kunnen worden gebracht.

Voorwaarden

Voor het 'Wro-zone - wijzigingsgebied' geldt dat slechts medewerking wordt verleend aan een wijziging van het bestemmingsplan, nadat aan alle gestelde voorwaarden wordt voldaan (zoals het regionale en gemeentelijke woningbouwbeleid, geldende milieuwetgeving, stedenbouwkundige en ruimtelijke aspecten, verkeersaspecten, etc.) en er dus geen sprake is van ruimtelijke of milieukundige belemmeringen. Welke voorwaarden exact gelden staat bij de regels nader omschreven.