direct naar inhoud van Artikel 10 Algemene afwijkingsregels
Plan: Kleine Kernen, locatie Berghseweg Varsselder
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1509.BP000044-DE01

Artikel 10 Algemene afwijkingsregels

10.1 Overschrijding van bouwgrenzen

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van de regels voor het overschrijden van bouwgrenzen. De afwijking wordt toegestaan onder de voorwaarden dat:

  • a. De overschrijding maximaal 2,5 meter bedraagt;
  • b. De noodzakelijkheid is aangetoond in verband met de uitmeting van het terrein of uit oogpunt van doelmatig gebruik van de gronden en/of de bebouwing.

10.2 Grotere hoogte voor masten en kunstwerken

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van de regels voor het overschrijden van de maximale bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde voor kunstwerken, en zend-, ontvang- en/of sirenemasten. De afwijknig wordt toegepast onder de voorwaarde dat:

  • a. De bouwhoogte maximaal 40 meter bedraagt.

10.3 Grotere hoogte voor bouwwerken geen gebouwen zijnde

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van de regels voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde. De afwijking wordt toegepast onder de voorwaarde dat:

  • a. De bouwhoogte maximaal 10 meter bedraagt.

10.4 Gebouwen voor nutsdoeleinden

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van de regels voor het bouwen van niet voor bewoning bestemde bouwwerken worden gebouwd voor nutsvoorzieningen, zoals gasdrukregelstations, wachthuisjes, telefooncellen, transformatorhuisjes en bouwwerken ten behoeve van het rioolstelsel, uitgezonderd verkooppunten voor motorbrandstoffen. De afwijking wordt toegepast onder de voorwaarde dat:

  • a. De bouwhoogte maximaal 3 meter bedraagt;
  • b. De inhoud maximaal 50 m³ bedraagt.

10.5 Nadere voorwaarden voor afwijken

Burgemeester en wethouders wijken enkel af van de regels zoals hierboven genoemd onder de voorwaarden dat:

  • a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het woon- en leefklimaat;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheid niet onevenredig worden benadeeld;
  • c. de sociale veiligheid niet onevenredig wordt benadeeld;
  • d. de bouw- en gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden niet onevenredig worden benadeeld;
  • e. geen onevenredige milieutechnische of ruimtelijke belemmering plaatsvindt.