Plan: | Kom Varsseveld 2010 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1509.BP000030-DE01 |
Varsseveld ligt tussen de Twenteroute aan de noordzijde, de Oostelijke Rondweg en de spoorlijn Arnhem-Winterswijk aan de zuidzijde.
Varsseveld is als agrarische nederzetting ontstaan te midden van het karakteristieke besloten kampenlandschap. Varsseveld is een typisch esdorp. De kern is ontstaan rondom een open plek – een kerk midden op een brink – met daaromheen de es waar akkerbouw bedreven werd. De brink vormde het beginpunt van een uitwaaierend patroon van wegen die de kern met het ommeland verbonden. Rondom het Kerkplein en langs de uitvalswegen ontstaat de eerste bebouwing welke bestaat uit boerderijen, herenhuizen en arbeiderswoningen. Dit kleinschalig besloten karakter van het historische dorpsgebied is tot op heden herkenbaar. De ruimte tussen de radialen is door de tijd heen opgevuld met woningbouw, maar ook met bedrijven.
Varsseveld heeft een, uit de ontstaansgeschiedenis verklaarbare, radiale structuur. Problemen die daardoor worden veroorzaakt, zijn met name verkeersproblemen. Een voordeel van deze structuur is dat groene sectoren tussen uitvalswegen tot bij het centrum doordringen en dat de bereikbaarheid van elk onderdeel van het dorp gewaarborgd is.
De onbebouwde ruimtes tussen de bebouwing in de historische bebouwingslinten wordt in de loop van de tijd opgevuld, hetgeen resulteert in de ruimtelijke en stedenbouwkundige structuur die Varsseveld thans kent. Het komplangebied Varsseveld kan voor wat betreft woningbouw in een aantal deelgebieden worden onderverdeeld. Deze deelplannen liggen als sectoren tussen de diverse uitvalswegen om het centrum gerangschikt. Elke sector heeft een eigen karakter en is geënt op de oude structuur van het dorp.
De deelgebieden zijn:
1) Het centrum en de historische bebouwingslinten
Het centrum wordt gevormd door het Kerkplein met Borchgraven, met de begingedeelten van de Spoorstraat, de Dames Jolinkweg, de Burgemeester van de Zandestraat, de Schoolstraat, de Doetinchemseweg, en de Hovenstraat. De Borchgraven is het restant van een slotgracht, die de hof omringde.
Aan de brink en langs de historische wegen bepaalden in de begintijd boerderijen het beeld. Later worden hier ondermeer een gemeentehuis, winkels en woonbebouwing aan toegevoegd. Rondom het Kerkplein ontstond een besloten schil van gevarieerde kleinschalige bebouwing met een uitloper langs de historische uitvalswegen. De organische groei in de historische kern is van de bebouwing afleesbaar. Historische bebouwing, de eerste 'nieuwbouw' en meer recente nieuwbouw zorgen voor de variatie. De bebouwing is overwegend kleinschalig van karakter. In de omgeving van het Kerkplein is ook een aantal meer grootschalige bebouwing aanwezig, zoals de Nederlands Hervormde kerk, het gemeentehuis maar ook modehuis Duthler en de zuivelfabriek. Elk gebouw kent zijn eigen uitstraling.
Rondom het Kerkplein en langs (het eerste deel van) de historische uitvalswegen staat de bebouwing dicht opeen wat een besloten sfeer met zich mee brengt. In schaal, positionering en uiterlijke verschijningsvorm vallen er overeenkomsten te ontdekken. De bebouwing is direct aan de openbare ruimte gelegen en kent een duidelijke oriëntatie richting het plein of de straat waar aan deze gelegen is.
Elk pand heeft een individueel karakter en een eigen uitstraling. De panden zijn iets van elkaar gelegen, verspringen dikwijls iets ten opzichte van de voorgevelrooilijn en kennen een eigen detaillering.
Het centrumgebied wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van typische centrumvoorzieningen, zoals winkels, café's en bedrijvigheid. Tussen het Kerkplein en de Hovenstraat is een parkeerterrein aanwezig, dat in het geografische hart van het centrumgebied ligt.
Het kleinschalige besloten karakter van het historische dorpsgebied is tot op heden herkenbaar. Toch is de beslotenheid en kleinschaligheid op een enkele plek aan het vervagen. Door sloop van bebouwing en het achterwege laten van nieuwbouw zijn er gaten in de verdichting ontstaan.
Vanuit het centrum werden wegen aangelegd naar de omringende dorpen en stadjes. Langs deze wegen zijn de zogenaamde historische bebouwingslinten ontstaan, zoals de Doetinchemseweg, Dames Jolinkweg, Lichtenbergseweg en de Spoorstraat. Wegen die het Kerkplein van Varsseveld met het ommeland verbinden. Het beeld langs dit patroon van gebogen wegen wordt van oorsprong bepaald door boerderijen met hun erf en akkers. Niet alleen boerderijen maar ook herenhuizen en arbeiderswoningen gaan het beeld bepalen.
Kenmerkend is dat de bebouwingslinten nabij het centrum een besloten karakter kennen, doordat de bebouwing aaneengesloten is. Meer van het centrum af zijn de linten ruimer van opzet. Er komen zowel vrijstaande als dubbele woningen voor. De bebouwing kent zijn eigen plaatsing, er is plaats voor voortuinen, de percelen zijn groter, er komen bomen voor in het openbare gebied en onbebouwde percelen geven de linten een groen en landelijk karakter. Niet alleen woonbebouwing bepaalt het beeld langs de historische linten.
Het bebouwingsbeeld van de historische linten is afwisselend, mede als gevolg van het individuele karakter van de bebouwing. Traditionele kenmerken van de architectuur overheersen.
Niet alle historische bebouwingslinten zijn meer even goed herkenbaar binnen de huidige structuur.
2) Het gebied ten noorden van het centrum en van de Doetinchemseweg, tussen de Zelhemseweg en de Hiddinkdijk/ Schoolstraat
Na de tweede wereldoorlog werd het gebied ten noorden van de Doetinchemseweg, de Essenkamp, bebouwd. Het merendeel van de bebouwing bestaat uit zogenaamde projectmatige woningbouw. Naast de na-oorlogse sociale woningbouw en vrijstaande huizen treffen we hier ook nog wel vooroorlogse vrijstaande woningen aan. Deze typische naoorlogse woonwijk is gebouwd omstreeks 1957.
Overzichtelijk, rustig en een relatief groen karakter zijn de kernwoorden voor dit woongebied, welke een helder blokvormig stratenpatroon kent. Rijen worden afgewisseld door dubbele en vrijstaande woningen. De woningen zijn in één rooilijn geplaatst en met de voorzijde naar de straat gelegen. De bebouwing kenmerkt zich door een eenvoudige hoofdmassa van twee bouwlagen, afgedekt met een zadeldak. De helling daarvan is meestal gelijk voor de hele buurt/ straat en ligt tussen de 30 en de 45 graden. Tussen de verschillende woningtypen komen kleine verschillen voor in raamformaten, baksteenkleur, detailleringen van ramen en voordeuren.
De buurt heeft haar oorspronkelijke hoofdopzet behouden. Op detailniveau zijn vaak kleine wijzigingen doorgevoerd. Verstoringen van het bebouwingsbeeld doen zich met name voor bij hoekwoningen. Eigen erven aan de open zijde van de bouwblokken zijn in de loop de jaren ingevuld met schuttingen, schuurtjes, carports en garages. Deze ingrepen staan op gespannen voet met het oorspronkelijke groene en open karakter van deze straten.
3) Het gebied tussen de Hiddinkdijk en het oostelijk industrieterrein
Dit gebied kenmerkt zich door enerzijds een historisch bouwlint (de Lichtenvoortseweg), dat het gebied doorsnijdt, en anderzijds door een woonerfkarakter (bebouwing aan de Gasthuisweg). Ook liggen hier enkele (voormalige) boerderijwoningen als losse elementen in het gebied. Een duidelijke afscheiding met het buitengebied kent dit gebied niet, nu het gebied feitelijk functioneert als een overgang tussen het centrumgebied en het buitengebied.
4) Het gebied tussen de Spoorstraat en de Burgemeester van de ZandestraatHet gebied tussen de Spoorstraat en de Burgemeester van de Zandestraat beslaat het terrein van de vroegere kampontginning “Rentinkkamp”. Het agrarische karakter is in het terrein gedeeltelijk nog aanwezig in de vorm van een open groene ruimte.
In de richting van het centrum verdicht zich de bebouwing, die hier ook een ander karakter krijgt, vooral langs de Spoorstraat. Het betreft hier duidelijk een historische lintbebouwing.
Tussen de begraafplaats en de Spoorstraat direct ten zuiden van het centrum ligt het woongebied "Zaagmolenpad". Op dit voormalige bedrijfsgebied zijn in de afgelopen jaren ongeveer 55 woningen gerealiseerd. Aan de rand, ten westen en ten zuiden van het gebied staan enkele vrijstaande woningen op ruime kavels. Voor de stedenbouwkundige opzet is zoveel mogelijk rekening gehouden met de bestaande omgeving, dat ontwikkeld is in de 30-er jaren. Voor de ontwikkeling van het gebied staat dan ook een beeld voor ogen, dat hierop aansluit.
De Spoorstraat eindigt bij het stationspleintje, waaraan het karakteristieke station van Varsseveld ligt.
5) Het gebied ten zuid-westen van het centrum en ten zuiden van de Doetinchemseweg, tussen de Oranjestraat en de Spoorstraat en de strook langs de Doetinchemseweg
In 1940 was de oude kom van Varsseveld volgebouwd en de lintbebouwing wat verder uitgebreid. De Prinses Marijkestraat en de Prinses Beatrixstraat dateren uit de jaren '40. Het zijn smalle straatjes met zogenaamde woningwetwoningen.
Begin jaren 60 is de wijk Bettekamp gerealiseerd. De kern van dit plangedeelte werd gevormd door de plaats van het bejaardencentrum. Daaromheen werd de bebouwing gesitueerd. De bebouwing bestaat uit een complex of ensemble van gebouwen, die wat betreft situering, massaopbouw en architectuur zich onderscheiden van de bebouwing in de omgeving. De gebouwen zijn veelal samengestelde massa's, als solitair element geplaatst in de groene context.
Later is het gedeelte ten zuidwesten van de Prins Hendriklaan tot aan de Graaf van Lohnstraat tot woningbouwgebied bestempeld. In dit plan (gerealiseerd na 1965) werden in diverse buurten terreinen opgenomen voor de bouw van bejaardenwoningen. Deze woningen werden zo gesitueerd, tussen de andere woningen in, om een mogelijk sociaal isolement van bejaarden te voorkomen. Door deze bejaardenwoningen te projecteren bij “open koppen” van de overige bebouwing, werd bereikt, dat inkijk op binnenterreinen werd verhinderd. Op andere plekken met “open koppen”, waar situering van bejaardenwoningen niet verantwoord leek, is de inkijk onmogelijk gemaakt door het situeren van garageboxen.
De wijk kenmerkt zich met name door projectmatige woningbouw, met name in de sociale sector. Overzichtelijk, rustig en een relatief groen karakter zijn de kernwoorden voor dit woongebied, welke een helder blokvormig stratenpatroon kent. Rijen worden afgewisseld door dubbele en vrijstaande woningen. De woningen zijn in één rooilijn geplaatst en met de voorzijde naar de straat gelegen. De bebouwing kenmerkt zich door een eenvoudige hoofdmassa van twee bouwlagen, afgedekt met een zadeldak.
De buurt heeft haar oorspronkelijke hoofdopzet behouden. Op detailniveau zijn vaak kleine wijzigingen doorgevoerd. Verstoringen van het bebouwingsbeeld doen zich met name voor bij hoekwoningen. Eigen erven aan de open zijde van de bouwblokken zijn in de loop de jaren ingevuld met schuttingen, schuurtjes, carports en garages. Deze ingrepen staan op gespannen voet met het oorspronkelijke groene en open karakter van deze straten.
6) Het noordwestelijk plangebied tussen de Doetinchemseweg en de Zelhemseweg
Aan de westzijde van de historische kern van Varsseveld ligt woonwijk De Brie. Deze wijk is gerealiseerd in de periode 1975- 1995 en kent voornamelijk een woonerfkarakter.
De woonwijk is naar binnengericht en de opbouw is grillig van karakter. Een patroon van slingerende hoofdwegen als de Leeuwerikstraat en de Lijsterstraat ontsluiten de gebieden. Vanaf het patroon van hoofdwegen ontsluiten lusvormige wegen en korte doodlopende straatje de woonbuurten. De buurten zijn opzichzelfstaand ontworpen en zijn van elkaar gescheiden door openbare groenzones. In deze onbebouwde zones zijn langzaam verkeersroutes opgenomen die de buurten met elkaar verbinden.
Binnen de woonbuurten is in grote lijn gekozen voor een type woning. Korte rijtjes komen het meeste voor, maar ook halfvrijstaande en vrijstaande woningen zijn te vinden. Er is sprake van een grote afwisseling in plaatsing en oriëntatie van de woningen. Kleine sprongen in de rooilijnen, sterk wisselende kapvormen en nokhoogten dragen in hoge mate bij aan de ruimtelijke variatie en de kleinschalige informele sfeer.
De woningen staan afwisselend met de voor- en achterzijden naar de straat gekeerd. Vrijwel alle woningen bestaan uit één of twee lagen met een zadeldak. Goothoogten kunnen per pand wisselen, bijvoorbeeld waar daken zijn doorgezet over de aanbouwen. Straatwanden zijn gesloten of half open. In veel gevallen zijn bergingen tegen de voorgevel aangebouwd soms staan ze los in een rij voor de woningen opgeteld. De architectuur van de woningen is ingetogen. Het kleur- en materiaalgebruik sluit aan bij de jaren '70: ambachtelijke materialen; bruin hout, rode baksteen en donkere pannen. Felle, contrasterende kleuren worden zelden gebruikt.
De meeste buurten uit deze periode functioneren in grote lijnen goed en hebben hun hoofdopzet behouden. Verstoringen van het bebouwingsbeeld doen zich vooral voor bij achtertuinen die naar de straat gekeerd zijn en bij hoekwoningen. Waar afschermend openbaar groen ontbreekt of aan bewoners is overgedragen, komen achtererven ingevuld met schuttingen, schuurtjes, carports en garages in zicht. Deze ingrepen staan vaak op gespannen voet met de visuele kwaliteit van het publiek domein.
7) Het westelijk plangebied tussen de Doetinchemseweg en de Oranjestraat
Ten zuiden van de Doetinchemseweg is woonwijk Den Es gerealiseerd, welke gekarakteriseerd wordt door een woonerfbebouwing. Het noordelijke deel van Den Es is van een iets jongere datum dan De Brie en kent een meer formele opzet. De woningen staan meer naar de weg gekeerd waaraan ze gelegen zijn. Binnen deze wijk is sprake van een grote variatie in architectuur, kleur- en materiaalgebruik. Naast de rode baksteen en de donkere pannen is er ook gebruik gemaakt van meer lichte kleuren. Binnen de woonbuurten is in grote lijn gekozen voor een type woning. Korte rijtjes komen het meeste voor, maar ook halfvrijstaande en vrijstaande woningen zijn te vinden in de woonwijk Den Es. Er is sprake van een grote afwisseling in plaatsing en oriëntatie van de woningen. Kleine sprongen in de rooilijnen, sterk wisselende kapvormen en nokhoogten dragen in hoge mate bij aan de ruimtelijke variatie en de kleinschalige informele sfeer.
Verspreid over de kern van Varsseveld komen woongebieden of clusters met individuele woonbebouwing voor. Zo ook aan de rand van de Bettekamp, te weten De Egge. Het ruimtelijke beeld wordt bepaald door het samenspel van de openbare ruimte, de tuin en de bouwmassa's van de individuele woningen. De onderlinge afstand van de bouwmassa's en de afstand tot de straat is doorgaans hetzelfde. In hoofdlijn lijken de woningen op elkaar door bepalingen ten aanzien van plaatsing, goothoogte, dakhelling en nokrichting. In deze woongebieden komen zowel vrijstaande als dubbele woningen voor. Het merendeel van de woningen bestaat uit een bouwlaag met een kap. De veranderingen in gebieden met individuele woningbouw zijn meestal beperkt van aard. Aan- en uitbouwen in de buurt van de voorgevelrooilijn kunnen het open en individuele karakter van de bebouwingsopzet en de doorzichten naar de groene achtertuinen aantasten.
In de afgelopen jaren is de nieuwste wijk van Varsseveld, het Eskopje, ontwikkeld. Op deze woningbouwlocatie is gekozen voor een extensieve opzet van bebouwing, gedifferentieerde bebouwingstypen en een samenspel met het aanwezige landschap. Omdat de locatie bijzonder is (gelegen op een es) en de stedenbouwkundige en landschappelijke vormgeving duidelijk anders is dan omliggende woonwijken, wordt een eigentijdse architectuur, mogelijk zelfs met een experimenteel karakter, voorgestaan. In deze wijk is gedeeltelijk ingezet op projectmatige sociale woningbouw voor senioren en starters, gedeeltelijk ook is er sprake van vrije kaveluitgifte op grote kavels voor particulier opdrachtgeverschap voor vrijstaande en 2-1 kapwoningen.
In dit gebied ligt tevens verpleeg- en verzorgingstehuis Den Es. De bebouwing bestaat uit een complex of ensemble van gebouwen, die wat betreft situering, massaopbouw en architectuur zich onderscheiden van de bebouwing in de omgeving. De gebouwen zijn veelal samengestelde massa's, als solitair element geplaatst in de groene context. Rondom de bebouwing is de verharding minimaal, zodat de groenstructuur niet versnippert.
De concentratie van bedrijven in Varsseveld bevindt zich aan de zuidoostkant van de kern; te weten aan de Dames Jolinkweg e.o., ten zuiden van de Aaltenseweg, Hofskamp – Zuid en het bedrijventerrein Hofskamp - Oost. Verspreid over de kern zijn ook enkele bedrijven gelegen.
Het oudste deel van het bedrijventerrein Hofskamp ligt aan weerszijden van de Dames Jolinkweg. De eerste uitbreiding is aan de zuidzijde van de Aaltenseweg. De meest recente ontwikkeling is Hofskamp-oost 2e fase ten oosten van de Oostelijke rondweg. Hierin is aan de plaatsing van de bebouwing, de architectuur en de inrichting van het erf en de openbare ruimte veel aandacht gegeven.
De openbare ruimte op de andere bedrijventerreinen is in opzet en inrichting beperkt tot het strikt noodzakelijke en heeft vooral een verkeerstechnische functie. Er is sprake van een grote mate van verharding. Niet alleen de weg, maar ook de brede inritten en de voorerven zijn voorzien van een verhard oppervlak. Hierdoor staan de bedrijven dikwijls kaal in de ruimte. Parkeren geschiedt voor een deel op eigen terrein, er zijn ook bedrijven die voor parkeren gebruik maken van het openbaar gebied en de openbare weg. De kavels in het gebied variëren sterk van formaat.
De kern Varsseveld is goed bereikbaar, zowel met de auto als het openbaar vervoer. Direct ten noorden van de kern ligt de N18 die Doetinchem met Enschede verbindt. Rijkswaterstaat werkt aan de verbetering van de N18, bij Varsseveld zal de weg worden verdubbeld naar 2 x 2 rijstroken. Verder wordt Varsseveld door provinciale wegen ontsloten richting Terborg (N818) en Aalten (N318). Ten zuiden van Varsseveld loopt de spoorlijn Arnhem – Winterswijk. Vanaf het station in Varsseveld kan 2x per uur in de richting van Arnhem en Winterswijk worden gereisd. De stationsomgeving wordt nog verbeterd, onder meer door uitbreiding van het aantal parkeerplaatsen. Tussen Doetinchem en Enschede rijdt een snelbus.
Vanaf de hoofdwegen wordt het centrum vanuit alle richtingen goed ontsloten. Aan de noordkant zijn de Doetinchemseweg en Zelhemseweg belangrijke ontsluitingswegen. Aan de oostkant heeft de Lichtenvoordseweg deze functie, terwijl aan de zuidkant zowel de Dames Jolinkweg als de Burg. van der Zandestraat voor een goede bereikbaarheid van het centrum zorgen. In het centrum zelf zijn parkeren en de (verkeers)leefbaarheid belangrijke aandachtspunten. Diverse ontwikkelingen, zoals de herinrichting van het Kerkplein en nieuwe routes voor het landbouwverkeer om Varsseveld heen, zorgen ervoor dat het centrum ook in de toekomst aantrekkelijk blijft voor het winkelend publiek.
Varsseveld is één van de groenste woonkernen van Oude IJsselstreek. Met name de nieuwbouwwijk De Brie is goed voorzien. Maar ook De Bettekamp is voor een woonwijk uit de 60-er jaren zeker groen te noemen. Wat wel in nagenoeg het hele dorp ontbreekt, ook in de woonwijken, is een duidelijk groenstructuur. Met name de invalswegen en de wijkontsluitingswegen missen de gewenste (laan)boomstructuur.
Op en rond het Kerkplein, in de Spoorstraat en bij de gemeentelijke begraafplaats aan de Burgemeester van de Zandestraat zijn nog karakteristieke, oude bomen aanwezig. Op de opengevallen plekken zijn inmiddels waar mogelijk weer jonge bomen aangeplant die zich tot grote bomen kunnen ontwikkelen.
Meest opvallend zijn echter de oude eiken aan weerszijden van de eikenlaan op de grens met het Hiddinkbos dat tegen de oostzijde van Varsseveld ligt. Dit oude landgoed bevat naast karakteristiek Achterhoeks rabattenbos o.a. ook een fraaie oude es, waaraan de aangrenzende wijk zijn naam ontleend (Essenkamp).
Ten noorden van Varsseveld loopt de Boven Slinge. Deze beek wordt ontwikkeld als ecologische verbindingszone tussen de natuurgebieden Aaltens Goor en de Slangenburg.
In het algemeen geldt dat met name in de stenige omgeving bomen te weinig ondergrondse groeiruimte hebben terwijl boven de grond gevaren als aanrijden, strooizout en stedelijke ontwikkeling (met alle ruimtewensen die daarbij horen) op de loer liggen.
Wonen
De hoofdfunctie in Varsseveld is de woonfunctie. Op dit moment heeft Varsseveld bijna 6.000 inwoners. De grootste groep zijn mensen in de leeftijd van 25 tot 65 jaar. Varsseveld heeft ca. 2.230 huishoudens (en dus ook zoveel woningen). De meeste huishoudens zijn gezinnen met kinderen met een gemiddelde grootte van 2,3 personen.
Bedrijven
Varsseveld kent ca. 824 bedrijven. Ongeveer 73% van de bevolking bestaat uit werkzame personen. De industriële werkgelegenheid is het meest vertegenwoordigd in Varsseveld. Varsseveld biedt naast het midden- en kleinbedrijf niet alleen relatief veel werkgelegenheid in de financiële en zakelijke dienstverlening, maar ook in de zorgsector.
Aan de oostkant van Varsseveld ligt bedrijventerrein Hofskamp, verdeeld in Hofskamp - Zuid en Hofskamp - Oost. In de tweede helft van de jaren '90 is begonnen met de ontwikkeling van het bedrijventerrein Hofskamp-Oost, fase 1. Deze fase is vooral bedoeld voor de vestiging van lokale bedrijvigheid. Sinds 2005 is fase 2 in ontwikkeling.
In het centrum van Varsseveld zijn detailhandel, horeca en dienstverlening de belangrijkste functies, maar ook wonen komt veelvuldig voor. Een van de bekendste bedrijven in Varsseveld is Duthler Mode.
Maatschappelijke voorzieningen
Varsseveld kent een verscheidenheid aan maatschappelijke voorzieningen. Wat betreft onderwijs kunnen de openbare basisschool Op Koers, en de protestants christelijke basisscholen Koningin Wilhelminaschool en Maranathaschool worden genoemd. Laatstgenoemde twee scholen zullen gaan fuseren.
Varsseveld kent ook een aantal kerken: de Protestantse Gemeente Varsseveld, de RK Laurentiusgemeenschap en de Vrijzinnige Geloofsgemeenschap NPB.
Daarnaast zijn er een openbare bibliotheek, een zorgcentrum, een archief, een peuterspeelzaal en sociaal-cultureel centrum 'De Kwaksmölle'. Het Achterhoeks Oldtimer Museum en museum Het Hofshuus zijn eveneens in Varsseveld gevestigd.
Sport
Op sportgebied heeft Varsseveld de Van Pallandthal: een moderne sporthal met binnenbad. Er zijn plannen om dit sportcomplex uit te breiden met een kleine sporthal en turnhal. Daarnaast zijn er verschillende sportactiviteiten in Varsseveld: Badminton Club Varsseveld, Bowling Vereniging Varsseveld, Sportcentrum Vital, Varsseveldse Gymnastiek Vereniging, Handbalvereniging Reflex, IJsbaan, verschillende kegelclubs, de Wilhelminazaal, sportpark Oberink, tafeltennisvereniging Reflex Varsseveld, tennisvereniging, voetbalvereniging, volleybalclub Varsseveld, zwem- en waterpolovereniging DOS, een wielerclub en zaalvoetbal.