direct naar inhoud van Artikel 11 Gemengd - 2
Plan: Kom Varsseveld 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1509.BP000030-DE01

Artikel 11 Gemengd - 2

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. kantoren;
  • b. detailhandel;
  • c. dienstverlening;
  • d. wonen;
  • e. bedrijven ter plaatse van de aanduiding:
    'bedrijf van categorie A'   Bedrijven in de categorie A van de Staat van bedrijfsactiviteiten - Functiemenging  
    'bedrijf tot en met categorie B'   Bedrijven in de categorie A en B van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging  
  • f. cultuur en ontspanning;
  • g. maatschappelijke dienstverlening;
  • h. een bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • i. horecabedrijven ter plaatse van de aanduidingen:
    'Horeca van categorie I'   Horeca in de categorie I van de Staat van Horeca-activiteiten.  
    'Horeca tot en met categorie II'   Horeca in de categorieën I en II van de Staat van Horeca-activiteiten.  
  • j. bijbehorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • k. tuinen en erven;
  • l. parkeer-, speel-, groenvoorzieningen en kunstwerken;
  • m. wegen en paden;
  • n. water en voorzieningen voor de waterhuishouding;
  • o. straatmeubilair en nutsvoorzieningen.
11.2 Bouwregels
11.2.1 Algemeen
  • a. Het bebouwingspercentage mag niet meer zijn dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' is aangegeven;
  • b. Gebouwen, bedrijfswoningen, bijbehorende gebouwen bij een bedrijfswoning en bouwwerken geen gebouwen zijnde moeten, conform de aangegeven aanduiding, binnen het bouwvlak worden gebouwd.
11.2.2 Bedrijfsgebouwen
  • a. De goothoogte mag niet meer zijn dan ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goothoogte (m)’ is aangegeven;
  • b. De bouwhoogte mag niet meer zijn dan ter plaatse van de aanduiding ‘maximale bouwhoogte (m)’ is aangegeven.
11.2.3 Woningen
  • a. Woningen mogen enkel op de eerste en hogere verdieping worden gerealiseerd;
  • b. Wonen is uitsluitend toegestaan in bestaande woningen;
  • c. Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wonen' zijn woningen toegestaan op de begane grond.
11.2.4 Bedrijfswoningen
  • a. De goothoogte van niet- inpandige bedrijfswoningen is maximaal 7 meter;
  • b. De bouwhoogte van niet- inpandige bedrijfswoningen is maximaal 10 meter.
11.2.5 Bijbehorende gebouwen bij woningen
  • a. De goothoogte van een bijbehorend gebouw bij een bedrijfswoning is maximaal 3 meter;
  • b. De bouwhoogte van een bijbehorend gebouw bij een bedrijfswoning is maximaal 6 meter.
11.2.6 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen is maximaal:
    • 1. voor (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw 1 meter;
    • 2. achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw 2 meter;
  • b. De bouwhoogte van masten is maximaal 10 meter;
  • c. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is maximaal 3 meter.
11.2.7 Ondergronds bouwen
  • a. Ondergronds bouwen is alleen toegestaan onder hoofd- en bijgebouwen;
  • b. De verticale diepte is maximaal 3,50 meter.
11.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen:

  • a. een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van horeca;
  • b. een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel in volumineuze goederen.
11.4 Afwijken van de gebruiksregels
11.4.1 Horeca-activiteiten

Bij omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van het bepaalde in artikel 11.3 onder a voor het toestaan van een horeca-activiteit, zoals opgenomen in de categorieën I tot en met II van de 'Staatvan Horeca-acitiviteiten'. De afwijking wordt toegepast onder de voorwaarden dat:

  • a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het woon- en leefklimaat;
  • b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • c. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad;
  • d. de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad;
  • e. het geen geluidzoneringsplichtige inrichting betreft;
  • f. er geen milieutechnische belemmeringen zijn.
11.4.2 Bedrijfsactiviteiten

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 11.1 onder e voor het toestaan van een bedrijf in categorie B van de Staat van Bedrijfsactiviteiten- functiemenging, mits:

  • a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het woon- en leefklimaat;
  • b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • c. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad;
  • d. de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad;
  • e. het geen geluidzoneringsplichtige inrichting betreft;
  • f. er geen milieutechnische belemmeringen zijn.