Plan: | Hutten Zuid, deelplan 2 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1509.BP000002-VA01 |
De regels bestaan uit de volgende onderdelen:
• hoofdstuk I: inleidende regels;
• hoofdstuk II: bestemmingsregels;
• hoofdstuk III: algemene regels;
• hoofdstuk IV: overgangs- en slotregels.
De inleidende regels omvatten de gebruikte begripsomschrijvingen en afkortingen (art. 1) en de wijze van meten (art. 2).
In de bestemmingsregels zijn de regels voor de verschillende bestemmingen omschreven. Binnen de bestemmingsregels in dit plan is de volgende onderverdeling aangebracht:
• een bestemmingsomschrijving; een omschrijving van de doeleinden waarvoor de gronden zijn bestemd en de toegelaten bijbehorende bebouwing;
• bouwregels; deze regels bevatten de voorgeschreven maatvoering van de bouwwerken;
• afwijken van de bouwregels;
• specifieke gebruiksregels;
• afwijken van de gebruiksregels;
De bestemming 'Groen'
Deze bestemming is gegeven aan de groenvoorzieningen rondom het bouwblok. Hierin is het ook mogelijk paden voor wandelen en fietsen en daarnaast eventuele speelvoorzieningen te realiseren.
De bestemming 'Natuur'
Deze bestemming is gegeven aan de natuurlijk ingerichte oeverzone van de Oude IJssel. Om de ecologische betekenis daarvan te benadrukken is gekozen voor een aparte bestemming.
De bestemming 'Tuin'
Binnen de bestemming Tuin is een bebouwingsregeling opgenomen voor andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals bijvoorbeeld erfscheidingen. In de doeleindenomschrijving is een koppeling aangebracht met de bestemming Wonen, omdat de gronden met de bestemming Tuin juridisch en feitelijk deel uitmaken van het bouwperceel waarop de woning gesitueerd is.
Er is een belangrijk verschil in bouwmogelijkheden voor de tuinen die gelegen zijn vóór de gevellijn die in de bouwvlakken van de woningen is getekend (de voortuinen) en de tuinen die achter deze gevellijn liggen en naar de binnenhof zijn gericht. Erfscheidingen en andere bouwwerken geen gebouwen zijnde die vóór de gevellijn gebouwd worden mogen maximaal 1 meter hoog zijn. De erfscheidingen en andere bouwwerken geen gebouwen zijnde die achter de gevellijn gebouwd worden, aan de zijde van het binnenhof, mogen maximaal 2 meter hoog zijn.
Uit het oogpunt van ruimtelijke kwaliteit is het van belang, dat er een kademuur/keerwand, trappartijen en eventuele vlonders worden gerealiseerd. Op de plekken, waar volgens het beeldkwaliteitsplan is aangegeven, waar deze voorzieningen dienen te worden gerealiseerd, is op de verbeelding een functieaanduiding "specifieke vorm van tuin - kademuur" aangegeven.
De bestemming 'Verkeer'
Deze bestemming is gegeven aan het gehele openbaar toegankelijke gebied dat een verkeersfunctie heeft voor het gemotoriseerde verkeer. Dit omvat ook het binnenhof van het bouwblok. In dit verblijfsgebied is namelijk in grote mate voorzien in het parkeren voor de auto's. Binnen de bestemming is ook de aanleg van groen en speelvoorzieningen mogelijk. In de regels van deze bestemming is een beperkte bebouwingsregeling opgenomen voor gebouwen en bouwwerken, niet-zijnde gebouwen, ten behoeve van deze bestemming.
De bestemming 'Water'
Deze bestemming is gegeven aan de Oude IJssel.
De bestemming 'Wonen”
De bestemming Wonen omvat de gronden waarop uitsluitend woningen, appartementen en bijbehorende bouwwerken, waaronder bijebouwen en carports zijn toegelaten.
Binnen deze bestemming is een bouwvlak opgenomen waarbinnen (hoofd)gebouwen zijn toegelaten. Met de aanduidingen “aaneengebouwd” [aeg], en 'gestapeld' [gs] is aangegeven met welk woningbouwtype het betreffende vlak bebouwd mag worden. De meeste bouwvlakken zijn voorzien van de aanduiding “Gevellijn”. Deze lijn geeft aan waar in het betreffende geval de voorgevel van de woningen en de wooncomplexen gebouwd moet worden. De bijgebouwen en de carports mogen buiten het bouwvlak worden opgericht.
De maximale goothoogte en bouwhoogte van de bebouwing is - tenzij in de regels anders is vermeld - op de verbeelding aangegeven in een maatvoeringssymbool. Voorts is een regeling opgenomen voor andere bouwwerken, niet zijnde gebouwen zoals bijvoorbeeld speeltoestellen en vlaggenmasten.
De uitoefening van een aan huis gebonden beroep in een woning is bij rechte mogelijk. De uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf is aan een aantal ruimtelijke voorwaarden verbonden. Voor de start van een dergelijk bedrijf moet een omgevingsvergunning worden aangevraagd voor het afwijken van de gebruiksregels. Voor een aan huis gebonden bedrijf mag maximaal 30% van de woonruimte worden benut met een maximum van 50 m².
Onder een aantal appartementgebouwen mogen parkeerkelders worden aangelegd.
De bouw van de kademuur/keerwand, trappartijen en eventuele vlonders is onlosmakelijk verbonden met de bouw van de woningen. Alvorens de woningen kunnen worden gebouwd, dienen eerst de kademuur/keerwand, trappartijen en eventuele vlonders te worden gerealiseerd. Om die reden is een voorwaardelijke veplichting opgenomen in de regels.
De algemene of aanvullende regels tenslotte vormen een set algemene regels die voor alle onderdelen van dit bestemmingsplan van toepassing zijn. Deze algemene regels bestaan uit een antidubbeltelregel, algemene gebruiksregels en algemene afwijkingsregels.
De antidubbeltelregel zorgt ervoor dat gronden waarop eenmaal een bouwplan is gerealiseerd bij de beoordeling van nieuwe bouwplannen gedurende de planperiode van het bestemmingsplan buiten beschouwing blijven.
De algemene regel uit de gebruiksbepaling luidt dat het verboden is om opstallen en gronden te gebruiken in strijd met de bestemming. Daarbij wordt een aantal soorten van gebruik expliciet opgesomd, waaronder het gebruik van de grond voor buitenopslag voor oude auto's.
De afwijkingsregels voorzien in de mogelijkheid om op ondergeschikte onderdelen af te wijken van de regels van het bestemmingsplan. Een voorbeeld is de mogelijkheid om bouwgrenzen die op de verbeelding zijn aangegeven met maximaal 2,5 meter te overschrijden indien dit noodzakelijk is om de gronden en de toegelaten bebouwing op een doelmatige wijze te kunnen gebruiken.
In het overgangsrecht is een regeling opgenomen voor bestaande zaken en rechten die niet in overeenstemming zijn met de overige regelingen in dit bestemmingsplan. De regels voor het overgangsrecht zijn overgenomen uit het Besluit ruimtelijke ordening, waarin standaard overgangsrecht voor bestemmingsplannen is opgenomen. De naam van het plan wordt in de slotregel aangehaald.