direct naar inhoud van Artikel 15 Algemene afwijkingsregels
Plan: Horst Centrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1507.BPHOCENTRUMHORST-OH01

Artikel 15 Algemene afwijkingsregels

15.1 Afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden, het woon- en leefklimaat, de stedenbouwkundige kwaliteit, de beeldkwaliteit, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid, de brandveiligheid en rampenbestrijding van de aangrenzende gronden en bouwwerken, worden afgeweken van:

  • a. de voorgeschreven maximum maten, afmetingen, percentages tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages;
  • b. de bestemmingsregels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geven;
  • c. de bestemmingsregels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
  • d. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot niet meer dan 10,00 m;
  • e. het bepaalde ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwen en toestaan dat de bouwhoogte van de gebouwen wordt vergroot ten behoeve van plaatselijke verhogingen, geen reclame zijnde, zoals schoorstenen, luchtkokers en lichtkappen, mits:
    • 1. de maximale oppervlakte van de vergroting maximaal 10% van het dakoppervlak van het betreffende gebouw zal bedragen;
    • 2. de totale bouwhoogte, inclusief de plaatselijke verhogingen, maximaal 1,25 maal de maximaal toegestane bouwhoogte voor het betreffende gebouw zal bedragen;
  • f. het bouwen van kleine niet voor bewoning bestemde bouwwerken van openbaar nut en voor religieuze doeleinden, zoals wachthuisjes, transformatorhuisjes, schakelhuisjes, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, (glas)containers, monumenten, kapellen, wegkruisen en naar aard en omvang daarmee gelijk te stellen bouwwerken, mits:
    • 1. de oppervlakte per bouwwerk niet meer dan 15 m² bedraagt;
    • 2. de goothoogte niet meer dan 3,00 m bedraagt;
    • 3. de bouwwerken naar aard en afmetingen passen in het plan, met dien verstande, dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde niet meer dan 10 m mag bedragen;
  • g. de genoemde bebouwingspercentages in het plan.
15.2 Woningsplitsing

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van de bestemmingsregels (bouwregels afzondelijke bestemmingen) ten behoeve van het splitsen van bestaande legale woningen, mits:

  • a. de te splitsen woning een inhoud heeft van minimaal 400 m³;
  • b. de woningen na splitsing elk afzonderlijk een inhoud hebben van minimaal 150 m³;
  • c. het aantal toe te voegen woningen past binnen het gemeentelijk woningbouwprogramma;
  • d. voor het overige wordt voldaan aan de voorwaarden als genoemd in artikel 15.4.
15.3 Supermarkt

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.1 (Centrum) dan wel artikel 7.1 (Gemengd) ten behoeve van de vestiging van een supermarkt, anders dan ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt', mits:

  • a. de supermarkt milieutechnisch inpasbaar is, waarbij ten minste aandacht wordt besteed aan de aspecten geluid, bodemkwaliteit, externe veiligheid en luchtkwaliteit;
  • b. voor het overige wordt voldaan aan de voorwaarden als genoemd in artikel 15.4.
15.4 Voorwaarden afwijkingsbevoegdheden

Van de in deze regels opgenomen afwijkingsbevoegdheden kan slechts gebruik worden gemaakt indien, naast de aan de betreffende afwijkingsbevoegdheden verbonden specifieke voorwaarden, wordt voldaan aan de navolgende voorwaarden:

  • a. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van het woon- en leefmilieu;
  • b. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de gebruiksmogelijkheden van omliggende gronden en bouwwerken;
  • c. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid mag niet in het geding zijn;
  • e. de brandveiligheid moet zijn gewaarborgd;
  • f. het straat- en bebouwingsbeeld mag niet in negatieve zin worden beïnvloed;
  • g. de bestaande rechten van omliggende bedrijven mogen niet worden ingeperkt.