Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: huisvesting arbeidsmigranten
Status: onherroepelijk
Plan identificatie: NL.IMRO.1507.BPHMHUISVARBEIDSMG-BPG1

Artikel 2 Huisvesting arbeidsmigranten in woningen binnen de bebouwde kom

 
2.1 Bestemmingsomschrijving
 
Aan de woonbestemmingen (wonen, woondoeleinden) binnen de bebouwde kom van de in artikel 11 genoemde bestemmingsplannen en beheersverordeningen zijn de volgende bepalingen toegevoegd.
 
Het is mogelijk op de gronden en bouwwerken met een woonbestemming te gebruiken of te laten gebruiken ten behoeve van huisvesting van arbeidsmigranten in woningen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
  1. Per woning mogen maximaal 10 personen worden gehuisvest;
  2. Per straat mag maximaal 10% van de woningen een arbeidsmigranten huisvesting worden gerealiseerd en mogen, eveneens per straat, maximaal 2 woningen met deze functie aaneengesloten zijn;
  3. Het moet gaan om huisvesting van arbeidsmigranten die (grotendeels) binnen de gemeente Horst aan de Maas werkzaam zijn;
  4. Parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden.
2.2 Bouwregels
 
De woning dient te voldoen aan de bestaande bouwregels van de woonbestemming(en) behorende bij de in artikel 11 genoemde bestemmingsplannen en beheersverordeningen en bepalingen ten aanzien van woningen ingevolge het Bouwbesluit, de Bouwverordening en de Algemene Plaatselijke Verordening.
 
2.3 Afwijken van de gebruiksregels
 
2.3.1. Van artikel 2.1 onder a, en b kan worden afgeweken als de woonbestemming binnen de kernrandzone ligt, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
  1. De locatie dient zich aansluitend op een daartoe geschikte en daar op afgestemde, c.q. daar op berekende, ontsluiting te bevinden;
  2. Het maximale aantal te huisvesten arbeidsmigranten dient afgestemd te worden op de omvang en ligging van de bebouwing, de bereikbaarheid van de locatie en de parkeervoorzieningen;
  3. Er mogen geen bedrijfsmatige activiteiten gecombineerd worden met huisvesting op de locatie waar de woningbestemming zich bevindt;
  4. Hergebruik van een woonbestemming dient vergezeld te gaan van ruimtelijke kwaliteitsverbeteringen (zoals opgenomen in de ‘Structuurvisie Horst aan de Maas’ onherroepelijk d.d. 9 april 2013) zoals een landschappelijke verbetering en/of afname van het bouwvolume;
2.3.2. Van artikel 2.1 onder d, kan worden afgeweken indien aangetoond wordt dat in de nabijheid voorzien kan worden van voldoende parkeergelegenheid.