Plan: | Parapluplan Parkeren Lelystad |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0995.BP00072-VG01 |
Indien sprake is van een ruimtelijke ontwikkeling of/en een aanvraag om omgevingsvergunning wordt ingediend, dan kan dit gevolgend hebben voor het parkeren in de omgeving van het plan. Om voldoende parkeercapaciteit te waarborgen, worden parkeernormen aan de hand van van parkeerbeleid (Nota Parkeernormen Lelystad 2023) gesteld. Deze normen zijn gebaseerd op kencijfers van het CROW (de kencijfers van het CROW zijn algemeen erkend) en gekalibreerd op de Lelystadse situatie.
De Bouwverordening maakte het voorheen mogelijk om omgevingsvergunningen te toetsen aan parkeren. In artikel 2.5.30 van de Bouwverordening is opgenomen dat voor het grondgebruik en functies afhankelijk van de omvang en de bestemming van het gebouw, ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's parkeerruimte in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw hoort, voldoende parkeerplaatsen worden aangelegd. Via dit artikel werd een parkeereis opgelegd. Op 29 november 2014 zijn de Woningwet en het Besluit ruimtelijke ordening echter gewijzigd en is de grondslag in de Woningwet voor de stedenbouwkundige voorschriften in de bouwverordening vervallen. Sindsdien moeten gemeenten het beleid omtrent parkeren via het bestemmingsplan regelen. Om in de bestemmingsplannen een regeling voor parkeren te regelen hoeven niet alle bestemmingsplannen integraal opnieuw te worden vastgesteld. Met een parapluherziening kan in een keer aan alle bestemmingsplannen een parkeerregeling worden toegevoegd, waarmee een extra 'laag' en dus toetsingskader over de geldende bestemmingsplannen wordt aangebracht. De 'daaronder' gelegen bestemmingsplannen/bestemmingen blijven van toepassing. Door in de toekomst nog vast te stellen bestemmingsplannen dit parapluplan mede van toepassing te verklaren, blijft dit plan ook voor die bestemmingsplannen van toepassing. Hiermee wordt op eenduidige en heldere wijze het gemeentelijke parkeernormenbeleid planologisch-juridisch verankerd.
Dit parapluplan neemt de bescherming over van het 'Nieuw Voorbereidingsbesluit Paraplubestemmingsplan algemene regels parkeren Lelystad' dat de raad op 15 juni 2022 heeft genomen (raadsbesluit nr. 180). Daarnaast voorziet dit plan in de juridische borging van gemeentelijke parkeernormen in ruimtelijke plannen.
Het plangebied voor het paraplubestemmingsplan omvat het gehele grondgebied van de gemeente Lelystad. Het paraplubestemmingsplan is niet van toepassing op gebieden waar een beheersverordening geldt. Een paraplubestemmingsplan kan geen aanvulling of wijziging doorvoeren in een beheersverordening. Hiervoor dient de beheersverordening zelf te worden aangepast.
Door in de toekomst nog vast te stellen bestemmingsplannen dit parapluplan mede van toepassing te verklaren, blijft dit plan ook voor die bestemmingsplannen van toepassing.
Dit bestemmingsplan behelst een zogenoemde parapluherziening. Door middel van dit plan alle bestemmingsplannen (inclusief uitwerkingsplannen en wijzigingsplannen) van Lelystad op één onderdeel herzien. Dit onderdeel betreft een regeling voor parkeren van auto´s en fietsen als het laden en lossen van voertuigen. Het totale plangebied is in onderstaande figuur weergegeven.
Afbeelding 1: Situering plangebied bestemmingsplan Parapluplan Parkeren Lelystad.
Voorliggend plan voorziet in de juridische borging van de gemeentelijke parkeernormen in ruimtelijke plannen. Met vaststelling van dit plan worden de parkeernormen van toepassing verklaard voor alle geldende bestemmingsplannen in de gemeente Lelystad.
Het bestemmingsplan bestaat uit meerdere onderdelen: een verbeelding waarop de gebiedsaanduidingen in het plangebied zijn aangegeven en de regels waarin de parkeerbepalingen voor de op de verbeelding vermelde gebieden zijn opgenomen. De verbeelding vormt samen met de regels het juridische bindende deel van het bestemmingsplan. Het voorliggende plan is een thematische herziening. Met het voorliggende plan wordt geen ruimte geboden voor nieuwe ontwikkelingen.
Voor de toelichting heeft dit bestemmingsplan een andere opzet kent dan gebruikelijk. Aspecten zoals de beleidskaders, met uitzondering van de Nota Parkeernormen Lelystad 2023, en de uitvoerbaarheid met betrekking tot milieuaspecten zijn niet van toepassing op dit plan en komen dan ook niet ter sprake.Een parkeerplaats is daarbij ook geen milieugevoelige functie.
In de toelichting wordt wel ingegaan op:
Het doel van het paraplubestemmingsplan is het zorgen voor een toetsingskader om te bepalen of er sprake is van voldoende parkeergelegenheid bij nieuwbouwplannen, verbouwplannen en functiewijzigingen.
De gemeente Lelystad beschikt over een Nota Parkeernormen Lelystad 2023 die conform de wettelijk voorgeschrven wijze wordt bekend gemaakt.
De beleidsregels werken de behoefte ten aanzien van voldoende parkeergelegenheid bij een bepaald gebruik nader uit. Ook beschrijven de beleidsregels de manier waarop in deze behoefte moet worden voorzien. Dit geldt alleen wanneer die gepaard gaan met een ruimtelijke impact ten aanzien van parkeren (dus bv geen plaatsing van erfafscheiding of dakkapel) . Met deze voorwaarde wordt de onwenselijke situatie voorkomen dat het parapluplan Parkeren Lelystad in veel meer gevallen een beperking met zich mee zou kunnen brengen. Bij 'een ruimtelijke impact ten aanzien van parkeren' heeft de gemeente situaties voor ogen die leiden tot een toename van aantal benodigde parkeerplaatsen.
Naast de parkeernormen voor auto's worden in de Nota Parkeernormen Lelystad 2023 ook normen opgenomen voor het stallen van fietsen. Door deze beleidsregels uit te werken in dit bestemmingsplan wordt een uniforme regeling gecreëerd voor het parkeren en laden en lossen binnen de gemeente Lelystad.
In de beleidsregels zit een afwijkingsbevoegdheid voor het bevoegd gezag. Wanneer het voldoen aan de bepalingen in deze nota op overwegende bezwaren stuit én er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de kwaliteit van de fysieke leefomgeving, kan het college van burgemeester en wethouders bij het verstrekken van de omgevingsvergunning een besluit nemen om (gedeeltelijke) afwijking van de parkeereis toe te staan. Daarbij moet voldoende inzichtelijk zijn of en zo ja welk precedent er uit deze (gedeeltelijke) afwijking volgt.
In de Nota Parkeernormen Lelystad 2023 is aangegeven hoe deze parkeernormen verankerd dienen te worden in de planregels van een nieuw bestemmingsplan. Daarbij wordt ook al een voorschot gegeven op de regeling in het voorliggende parapluplan.
Deze herziening is een bestemmingplan dat één onderdeel wil regelen in meerdere plannen. Het heeft tot doel om een parkeerregeling op te nemen in de bestemmingsplannen zoals genoemd in artikel 3.1 van de regels. Het bestemmingsplan is opgesteld conform de normen die zijn opgenomen in de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012. Daarnaast zijn de verplichte bepalingen uit het Besluit ruimtelijke ordening, te weten de anti-dubbeltelregel en het overgangsrecht, opgenomen.
Dit plan kent geen bestemmingen, omdat aan de betreffende plannen slechts een artikel wordt toegevoegd aan de regels. Dat betekent dat de geldende bestemmingen niet integraal hoeven te worden (her-)overwogen, maar van kracht blijven. Op de plankaart zijn dan ook geen bestemmingen aangeduid.
Er is één landelijke voorziening waar alle ruimtelijke plannen voor iedereen volledig toegankelijk en raadpleegbaar zijn. Daarvoor moeten alle bestemmingsplannen voldoen aan landelijk vastgestelde standaarden. Dit is de 'Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP2012)
De opbouw van de regels is gelijk aan die van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012. De opbouw van de regels is als volgt:
In artikel 3 en 4 zijn alle parkeerregels cq. van toepassingsverklaring regels opgenomen. Hieronder worden deze kort toegelicht.
Het bevoegd gezag toetst bij het nemen van een besluit op de aanvraag om een omgevingsvergunning of wordt voorzien in voldoende parkeer- en stallingsgelegenheid. Een omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien wordt voldaan aan de gemeentelijke parkeernormen (en uiteraard aan de overige wettelijke eisen).
Extra ten opzichte van de beleidsregels parkeren zijn er regels opgenomen t.b.v. laden en lossen. Uitgangspunt is dat 'op eigen terrein' voldoende ruimte moet zijn voor laden en lossen, indien de functie/bestemming daartoe aanleiding geeft. Hierop is een uitzondering gemaakt voor die gevallen waarbij laden en lossen op eigen terrein redelijkerwijs niet mogelijk is. Denk hierbij aan winkels in het centrumgebied of andere gebouwen zonder omliggend erf.
Het voorzien in de juiste en voldoende parkeervoorzieningen en laad- en losruimte wordt niet alleen getoetst op het moment dat een vergunning wordt verleend. De (gerealiseerde) voorzieningen moet ook in stand worden gehouden.
Een aanvraag omgevingsvergunning moet voldoen aan het bepaalde in het bestemmingsplan. In het geval dat niet wordt voldaan aan het bestemmingsplan moeten B&W beoordelen of het mogelijk/wenselijk is om af te wijken van het bestemmingsplan. In het bestemmingsplan wordt aan B&W de bevoegdheid gegeven om met een omgevingsvergunning van het bestemmingsplan af te wijken onder de voorwaarden die zijn genoemd in de gemeentelijke beleidsregels.
In artikel 4 staat de reikwijdte en de toepassing van dit paraplubestemmingsplan, namelijk het gehele plangebied van de gemeente Lelystad.
In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) staat dat de gemeente bij de voorbereiding van een ruimtelijke ontwikkeling overleg moet plegen met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk, die betrokken zijn bij de zorg voor ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. Met dit plan zijn geen rijksbelangen of provinciale belangen in het geding. Daarnaast heeft dit bestemmingsplan geen invloed op de waterhuishouding (waterschap). Gelet op de aard van dit bestemmingsplan heeft er geen overleg of inspraak plaatsgevonden.
Het ontwerpuitwerkingsplan volgt de uniforme openbare voorbereidingsprocedure die is beschreven in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De stukken liggen gedurende zes weken ter inzage. Een ieder is daarbij in de gelegenheid schriftelijk en/of mondeling zienswijzen op alle stukken naar voren te brengen. Eventueel ingediende zienswijzen worden voorzien van een passend antwoord. Naar aanleiding van de zienswijzen vinden waar nodig aanpassingen aan de stukken plaats.
In het bestemmingsplan wordt slechts een parkeerartikel opgenomen. Dit heeft geen gevolgen voor de economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan. De kosten die nodig zijn voor de vervaardiging van het bestemmingsplan worden gedekt uit de algemene middelen van de gemeente.
Het bestemmingsplan bevat geen bouwplan die voldoet aan de genoemde criteria in artikel 6.2.1. van het Besluit ruimtelijke ordening. Om deze reden is er geen sprake van wettelijk verplicht kostenverhaal en is het niet nodig een exploitatieplan vast te stellen.