direct naar inhoud van Artikel 7 Natuur
Plan: Eerste partiële herziening van het bestemmingsplan Buitengebied 2009
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0995.BP00038-VG02

Artikel 7 Natuur

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Natuur" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • 1. instandhouding en ontwikkeling van ter plaatse voorkomende danwel daaraan eigen landschaps- en natuurwaarden;
  • 2. instandhouding en ontwikkeling van aldaar voorkomende watergangen, sloten en andere waterpartijen;
  • 3. bosbouw, voor zover de onder 1 bedoelde waarden niet onevenredig worden aangetast;
  • 4. extensieve openluchtrecreatie, voor zover de onder 1 en 2 bedoelde waarden niet onevenredig worden aangetast,
  • 5. extensief agrarisch gebruik, voor zover de onder 1 en 2 bedoelde waarden niet onevenredig worden aangetast,
  • 6. behoud van de aanwezige half- en onverharde wegen.

7.2 Bouwregels
7.2.1 Toegestane bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in lid 7.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • 1. gebouwen voor sanitair en beheer;
  • 2. andere bouwwerken.

7.2.2 Bouwen

Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 7.2.1, gelden de volgende bepalingen:

  • 1. van gebouwen mag de oppervlakte niet meer dan 25 m² en de bouwhoogte niet meer dan 3 m bedragen;
  • 2. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer dan 1,5 m bedragen.

7.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met toepassing van afdeling 3:4 Awb, ten aanzien van het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 7.2, op gronden die op de ontwikkelingskaart aangewezen zijn als "Ecologische hoofdstructuur", nadere eisen te stellen aan de situering van de bouwwerken:

  • 1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de belangen van de Ecologische hoofdstructuur, en
  • 2. nadat ter zake advies is ingewonnen van een door burgemeester en wethouders aan te wijzen ter zake deskundige, ingeval ze advies nodig achten.
7.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 7.2 ten behoeve van het bouwen van niet voor bewoning bestemde gebouwen ten dienste van de bestemming mits:

  • 1. de noodzaak daarvan is aangetoond, en
  • 2. de in lid 1 bedoelde waarden niet onevenredig worden aangetast.

Bij het verlenen van ontheffing dienen de volgende bepalingen in acht te worden genomen:

  • 1. het aantal gebouwen mag per oppervlakte-eenheid van 25 ha van gronden als bedoeld in lid 7.1, ten hoogste 1 bedragen;
  • 2. de oppervlakte van gebouwen mag niet meer dan 30 m² bedragen, en
  • 3. de goothoogte respectievelijk hoogte mag niet meer dan 3,5 m respectievelijk 6 m bedragen.
7.5 Wijzigingsbevoegdheid
7.5.1 Wijziging naar trekkershutten

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan met ter plaatse van de aanduiding "verblijfsrecreatie (zoekgebied)" op de ontwikkelingskaart, te wijzigen ten behoeve van het bouwen van maximaal 10 trekkershutten mits:

  • 1. wordt voorzien in afschermend erfbeplanting, met eventueel daarbij behorende sloot, aan de zijgrenzen en de achtergrens van het perceel, waarbij de breedte van de erfbeplanting niet minder dan 6 m mag bedragen;
  • 2. de wijziging niet leidt tot een onevenredige aantasting van het landschap en het natuurlijk milieu van de omgeving, waarin het betreffende bedrijf voorkomt,
  • 3. er geen significante schadelijke gevolgen zijn voor de waarden en kenmerken van de EHS;
  • 4. de trekkershutten niet hoger zijn dan 3 m;
  • 5. de trekkershutten niet groter zijn dan 25 m².